5 belangrijkste wijzigingen in de NZa-regelgeving

Inbedding van digitale zorg in NZa-regelgeving

Nieuwe prestaties en aangepaste codes voor 2022

Veel tandartsen zijn, gechargeerd gezegd, echte vakidioten. Ze zijn de hele wek bezig met de beste zorg aan hun patiënten, speuren in de literatuur naar de nieuwste behandelmethoden en houden de ontwikkelingen wat technieken en materialen betreft goed bij. Natuurlijk nemen ze in december het tarievenboekje van de KNMT goed door. En ze willen op de hoogte blijven van relevante wijzigen in wet- en regelgeving, waaronder de wijzigingen in de NZa-regelgeving die jaarlijks omstreeks juli verschijn. Ben jij ook zo’n vakidioot? Dan wil je vast weten wat de belangrijkste wijzigingen zijn waarmee je volgend jaar te maken krijgt.

NZa-regelgeving

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is, zoals de meeste zorgaanbieders weten, de marktmeester in de zorg. Dat betekent dat de NZa toezicht houdt op zorgaanbieders, in welk kader de NZa risico’s analyseert en onderzoek doet. Ook op zorgverzekeraars en zorgkantoren houdt de NZa toezicht. De NZa heeft daarnaast ook een regelgevende rol: de NZa stelt onder meer omschrijvingen van behandelingen (prestaties) vast en bepaalt daarvoor maximale tarieven. De NZa heeft daarmee een belangrijke rol bij het bepalen van de voorwaarden waaronder zorg geleverd mag worden.

NZa-regelgeving voor de mondzorg

Ook voor de mondzorg voert de NZa deze taken uit. De NZa publiceert jaarlijks onder meer Beleidsregels voor tandheelkundige en orthodontische zorg en Prestatie- en tariefbeschikkingen voor tandheelkundige en orthodontische zorg. Daarnaast zijn de regels over declareren en administreren opgenomen in de Regeling Mondzorg en zijn er bepalingen voor tandtechniek in eigen beheer in de Prestatie- en tariefbeschikking tandtechniek in Eigen Beheer.

Controles door de NZa

De NZa controleert de laatste jaren steeds actiever of mondzorgpraktijken voldoen aan bovenstaande NZa-regelingen. Diverse redenen kunnen aanleiding zijn voor een controle bij mondzorgaanbieder. In de praktijk zien wij vooral dat controles starten na onderzoek van Vektis-data door de NZa, dus op basis van afwijkende declaratiepatronen. Daarnaast dienen meldingen van patiënten of zorgverzekeraars nogal eens als startpunt voor een NZa-onderzoek. In een groot deel van de controles staat de vraag centraal of de praktijk op een juiste wijze heeft gedeclareerd: heeft de praktijk wel de juiste prestatiecode in rekening gebracht? Heeft de praktijk de techniek- en materiaalkosten op juiste wijze doorberekend? Zijn door de praktijk geen prestatiecodes in rekening gebracht, die niet zijn uitgevoerd of waarbij niet volledig aan de prestatiebeschrijving is voldaan?

2022: de nodige wijzigingen

Hoewel de NZa-regelgeving elk jaar op bepaalde kleinere onderdelen wijzigt, geldt voor 2022 dat een aantal grotere wijzigingen zal worden doorgevoerd. Zo gaan het C-hoofdstuk (Consultatie en Diagnostiek) en het P-hoofdstuk (Kunstgebitten) behoorlijk op de schop qua indeling en nummering. Ook verschijnt een aantal nieuwe codes, terwijl een aantal andere codes verdwijnt. Een korte weergave van belangrijke wijzigingen.

1. C-hoofdstuk opnieuw ingedeeld en nieuwe prestatiecode: C001 (Tarief 2022: € 46,24)

Het C-hoofdstuk is opnieuw ingedeeld en hernummerd. De NZa heeft een tabel gepubliceerd, met daarin een overzicht van de oude codes en de nieuwe codes per 2022.

In het C-hoofdstuk wordt daarnaast een nieuwe prestatiecode toegevoegd: de C001 ‘Consult ten behoeve van een intake’. De prestatiecode is bedoeld voor de intake van een nieuwe patiënt, hetgeen veelal meer tijd kost dan een reguliere periodieke controle. De C001 kan éénmaal per zorgaanbieder bij een (gedeeltelijk) betande patiënt met blijvende tanden en kiezen worden gedeclareerd. De C001 omvat onder meer het aanmaken van de patiëntenkaart, het registreren van de gebitsstatus, het afnemen van de medische anamnese en het bepalen van het zorgdoel. Voor verwezen patiënten kan de C001 niet worden gedeclareerd.

Tandartsen die de C001 rekenen, moeten er wel voor waken in dezelfde zitting geen prestatiecodes in rekening te brengen, die volgens de NZa niet met de C001 kunnen worden gecombineerd. Te denken valt onder meer aan de C002 (periodieke controle) en C012 (uitgebreid onderzoek t.b.v. het integrale behandelplan).

2. Nieuwe prestatiecode: C011 (Tarief 2022: € 109,51)

Ook de C011 betreft een gloednieuwe prestatiecode. Het gaat om een nieuwe, aparte prestatie voor het uitvoeren van een second opinion: C011 ‘Uitgebreid onderzoek ten behoeve van een second opinion’. Deze prestatie is tot eind december 2021 nog onderdeel van de C28.

De C011 is een vrij omvangrijke prestatie en omvat een uitgebreid mondonderzoek voor het vormen van een oordeel over een diagnose, behandelplan en/of werk van een andere (mond)zorgaanbieder. Deze prestatie is inclusief onder meer consult(en), een uitgebreid niet routinematig onderzoek, het maken en bespreken van het schriftelijke oordeel, het zo nodig afnemen van één of meerdere anamneses en het zo nodig geven van adviezen.

Welke verrichtingen deze prestatie exact omvat, is nog niet helemaal duidelijk. Het ‘geven van adviezen’ is bijvoorbeeld een rekbaar begrip. Tandartsen doen er daarnaast verstandig aan bij het uitvoeren van een second opinion de KNMT-praktijkrichtlijn Second Opinion te volgen, nu deze richtlijn in (tucht)procedures de afgelopen jaren meermaals is aangehaald.

3. Gewijzigde prestatiecode: C28 (2021, tarief € 108,53) vs C012 (2022, tarief € 109,51)

Prestatiecode C28 is tot en met 2021 de prestatiecode voor een uitgebreid onderzoek ten behoeve van het opstellen, vastleggen en verstrekken van een behandelplan aan de patiënt. Over de C28 is in de praktijk – vooral tussen mondzorgpraktijken en zorgverzekeraars – nog wel de nodige discussie, omdat zorgverzekeraars nogal eens menen dat in bepaalde situaties het declareren van de C28 niet juist of doelmatig is.

Vanaf 2022 geldt een nieuwe prestatiecode: de C012 ‘Uitgebreid onderzoek ten behoeve van het integrale behandelplan’. De prestatie omvat onder meer een uitgebreid mondonderzoek waarmee de afwijkingen van de harde tandweefsels (cariës, erosie en tandstand), afwijkingen aan tandheelkundig werk (vullingen, kroon- en brugwerk, protheses) en afwijkingen van zachte mondweefsels (slijmvliezen, tandvlees en overig steunweefsel) worden vastgelegd en besproken met de patiënt. Dat is een stuk meer concreet dan de huidige C28-prestatie, waarin is opgenomen dat het gaat om een “onderzoek en vervolgens het opstellen en bespreken van het behandelplan”.
Dat betekent dat mondzorgverleners goed moeten nagaan of de situatie waarin zij tot en met 2021 de C28 zouden declareren, vanaf 2022 wel met de nieuwe C012 kan worden gedeclareerd. De C012 is immers meer ingekaderd dan de C28, hetgeen wellicht uiteindelijk tot minder discussie zal leiden, maar ook zou kunnen betekenen dat zorgverzekeraars en/of de NZa vanaf 2022 meer zullen controleren of de nieuwe prestatiecode goed wordt gebruikt.

4. Gewijzigde prestatiecode: Y01 (2021, tarief € 13,73) vs Y01 (2022, tarief € 13,86)

De Y01 betreft de prestatiecode voor informatieverstrekking aan derden, met een tarief per vijf minuten voor door de zorgverlener bestede tijd. De beschrijving van deze prestatie wordt vanaf 2022 behoorlijk aangevuld. Er is een aantal nieuwe voorschriften, voorwaarden en beperkingen door de NZa opgenomen in de beschrijving. Zo dient sprake te zijn van een schriftelijk informatieverzoek afkomstig van een derde, die niet volgt uit zorg- of dienstverlening in het kader van de Zvw, Wlz, Wmo of Jeugdwet, moet de informatie schriftelijk worden verstrekt aan de aanvrager, dient de patiënt schriftelijk toestemming te verlenen voor het verstrekken van de informatie aan de derde en mag geen andere code worden gedeclareerd in het kader van de informatieverstrekking. Ongewijzigd blijft overigens dat de prestatie niet in rekening mag worden gebracht bij de zorgverzekeraar ten laste van de Zvw of Wlz. Soortgelijke wijzigingen gelden overigens ook voor de F900, de orthodontische prestatiecode voor informatieverstrekking aan derden.

5. P-hoofdstuk op de schop

Naast het C-hoofdstuk is ook het P-hoofdstuk opnieuw ingedeeld en hernummerd. In de tabel van de NZa is ook een overzicht opgenomen van de oude P-codes en de nieuwe P-codes per 2022. Voor veel mondzorgaanbieders was de bestaande indeling van de codes zo’n beetje een tweede natuur geworden was, dus het kan verstandig zijn deze tabel door te bladeren en bij de hand te houden in 2022 teneinde te voorkomen dat abusievelijk de verkeerde P-codes worden gedeclareerd. Naast de hernummering van de P-codes (zo wordt de P30 (volledig kunstgebit boven- en onderkaak) vanaf volgend jaar de P022), vervallen ook een aantal toeslagen en komt daarvoor één nieuwe prestatie in de plaats.

Zo is de prestatie P044 is als nieuwe prestatie aan de tariefbeschikking toegevoegd. Het gaat om de ‘toeslag zeer ernstig geslonken kaak’. Volgens de omschrijving betreft het een toeslag bij de P020 (volledig kunstgebit bovenkaak), P021 (volledig kunstgebit onderkaak) en P022 (volledig kunstgebit boven- en onderkaak) die in rekening kan worden gebracht indien bij de patiënt een klikgebit is geïndiceerd, maar een volledig kunstgebit wordt geplaatst. De P044 kan per kaak in rekening worden gebracht.
Tegenover het verschijnen van deze nieuwe prestatie, staat het verdwijnen van een zestal andere P-codes, te weten de P27, P28, P38, P39, P41 en P42. Deze toeslagen zijn verwijderd, omdat deze volgens de NZa niet werden gebruikt waar ze oorspronkelijk voor bedoeld waren maar als toeslag voor complexere kunstgebitten.

Overige wijzigingen

Naast bovenstaande wijzigingen heeft de NZa ook aan andere prestatiecodes gesleuteld. Zo is de U05 ‘Tijdtarief begeleiding moeilijk behandelbare patiënten’ verduidelijkt, kent de Regeling mondzorg kleine wijzigingen en is een aantal J-codes verduidelijkt, verwijderd en gewijzigd.
Ook in de regelgeving voor de orthodontische zorg is een en ander gewijzigd. Zo is de F131 ‘Vervaardigen van een diagnostische set-upt’ verbreed, is een wijziging in de F815 ‘Herstel en/of opnieuw plaatsen van retentie-apparatuur’ aangebracht en geldt een verduidelijking van prestaties F411 en F71 wat betreft het plaatsen van minder dan acht vacuümgevormde correctiehoesjes.

Tot slot: de vakidioot

Niet alle wijzigingen zullen voor vakidioten relevant zijn. Als ze bijvoorbeeld prothetiek aanbieden, zullen de wijzigingen in de P-codes voor hem niet relevant zijn. Gelet op de omvang van de wijzigingen die de NZa doorvoert, valt echter te verwachten dat elke mondzorgverlener vanaf 2022 te maken zal krijgen met een of meer gewijzigde prestatiecodes en/of voorwaarden. Vakidioten doen er dus, net als zijn collega’s, dus goed aan in het najaar weer het KNMT-tarievenboekje goed door te nemen, om er zeker van te zijn dat vanaf 2022 weer op de juiste wijze wordt gedeclareerd.

Dit artikel verscheen ook in het Magazine NT-Dentz, het blad van de KNMT, uitgave augustus 2021.

Specialisten over dit onderwerp

Gerelateerde items