De Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (“Wkkgz”) verplicht zorgaanbieders om hun eigen kwaliteit te bewaken, beheersen en te verbeteren. Uit artikel 3a Wkkgz volgt dat de wetgever nadere regels en eisen kan opstellen omtrent de beschikbaarheid en bereikbaarheid van acute zorg. Dit artikel is aan de Wkkgz toegevoegd, nadat de WTZi is komen te vervallen. Eerder was de spreiding en bereikbaarheid van de acute zorg namelijk in de Beleidsregels WTZi geborgd. Met het vervallen van de WTZi kwamen de beleidsregels ook te vervallen en is dit in artikel 3a Wkkgz opgenomen. Om aan artikel 3a Wkkgz te voldoen, is het voor sommige zorgaanbieders verplicht om een crisisplan op te stellen. In dit artikel gaan wij verder in op deze verplichting.
Wie dient er over een crisisplan te beschikken?
Uit artikel 3a Wkkgz volgt dat de zorgaanbieder – die via een algemene maatregel van bestuur wordt aangewezen – moet voldoen aan de te stellen eisen aan de beschikbaarheid en bereikbaarheid van acute zorg en de voorbereiding op het verlenen van die zorg, die voor verschillende categorieën van aanbieders verschillend kunnen zijn.
Hoofdstuk 8a Uitvoeringsbesluit Wkkgz bevat diverse verplichtingen rondom de beschikbaarheid van de acute zorg, waaronder het opstellen van een crisisplan. Het crisisplan is gericht op hoe te handelen bij crisissituaties in het algemeen – van brandoverlast, ICT-storingen tot aan personeelsuitval – en dient altijd beschikbaar te zijn, zodat de continuïteit van de acute zorg kan blijven gewaarborgd.
De verplichting tot het opstellen (en het beschikken) over een crisisplan volgt uit artikel 8a.5 Uitvoeringsbesluit Wkkgz. Deze verplichting geldt alleen voor zorgaanbieders die behoren tot een categorie als benoemd in artikel 8a.1 onderdelen a t/m g. Het gaat hierbij om:
- Traumacentra;
- Aanbieders van medisch-specialistische zorg die actuele zorg verlenen, anders dan traumacentra;
- Regionale Ambulancevoorzieningen;
- Aanbieders van huisartsenzorg in huisartsenposten;
- Gemeentelijke gezondheidsdiensten als bedoeld in artikel 14 van de Wet publieke gezondheid (“Wpg”);
- Aanbieders van geestelijke gezondheidszorg die acute zorg verlenen; en
- Apotheken die in de avond, de nacht en op zondag farmaceutische zorg aanbieden (ook wel dienstapotheken genoemd).
Deze zorgaanbieders dienen te allen tijde voorbereid te zijn op het leveren van zorg aan mensen die met spoed zorg nodig hebben. Het is cruciaal dat zij een plan hebben waarop zij kunnen terugvallen indien er een crisissituatie zich voordoet. Er is echter geen verplichting dat de voornoemde partijen een gezamenlijk crisisplan moeten opstellen. Uit de Nota van Toelichting van het Uitvoeringsbesluit Wkkgz volgt wel dat zorgaanbieders het crisisplan kunnen opstellen in een groter verband, indien gewenst:
“(…)_ dat het denkbaar is dat in een groter verband (bijvoorbeeld van een koepel van zorgaanbieders) een crisisplan wordt opgesteld, dat de afzonderlijke zorgaanbieders aanvaarden als hun crisisplan en waarbij de zorgaanbieders ermee instemmen dat de koepel namens hen het crisisplan aanbiedt aan de DPG. Dit kan uiteraard alleen als dat crisisplan zodanig is dat daarmee voor iedere zorgaanbieder wordt voldaan aan de eisen van artikel 8A.5, tweede lid; dit zal de zorgaanbieder moeten toetsen. Voorts blijven de afzonderlijke zorgaanbieders ervoor verantwoordelijk dat het crisisplan inderdaad aan de DPG wordt aangeboden.”
Wat moet er in het crisisplan zijn opgenomen?
Uit het tweede lid van artikel 8a.5 Uitvoeringsbesluit Wkkgz volgt dat in ieder geval een aantal punten in het crisisplan moeten zijn opgenomen, waaronder:
- de handelwijzen van de zorgaanbieder in geval van crisissituaties die gevolgen kunnen hebben voor de eigen organisatie en een risico kunnen vormen voor de continuïteit of goede uitvoering van de acute zorg;
- indien de zorgaanbieder een taak heeft in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing, bedoeld in artikel 1 van de Wet veiligheidsregio’s: hoe de zorgaanbieder uitvoering geeft aan de in artikel 33, tweede lid, van de Wet veiligheidsregio’s bedoelde afspraken over de inzet van de zorgaanbieder bij die taak;
- de noodzakelijke voorbereiding voor de in onderdeel a bedoelde handelwijzen en de in onderdeel b bedoelde uitvoering van afspraken.
Naast deze voornoemde wettelijke kaders is de verdere inhoud van het crisisplan vrij. Dit is ook afhankelijk van de zorgsoort en andere (beleids)kaders. Uit de Nota van Toelichting volgt dat onderdeel van het crisisplan bijvoorbeeld moet zijn hoe zal worden omgegaan met een eventueel noodzakelijke evacuatie en een overdracht van patiënten en dossiers. Diverse brancheorganisaties, zoals de KNMP, hebben een format voor een dergelijk crisisplan, die een zorgaanbieder als uitgangspunt of inspiratie kan gebruiken.
De voorbereidende activiteiten uit het crisisplan moeten ook daadwerkelijk door de zorgaanbieder worden uitgevoerd, zoals opleidingen en trainingen van het personeel en oefeningen. Verder dient het crisisplan te worden verstuurd aan de directeur publieke gezondheid van de regio(‘s) – zoals bedoeld in artikel 14 lid 3 Wpg – waar de zorgaanbieder zorg verleent.
Conclusie
Bepaalde zorgaanbieders, die acute zorg leveren, moeten een crisisplan opstellen. Er is hierbij geen verplichting tot het opstellen van één gezamenlijk (regionaal) crisisplan, maar zorgaanbieders kunnen wel kiezen voor het opstellen van het crisisplan in een groter verband. In het crisisplan dient onder andere te worden opgenomen wat de handelswijze van de zorgaanbieder is indien een crisissituatie zich voordoet, zoals bijvoorbeeld een evacuatieplan. Ook dient de zorgaanbieder oefeningen uit te voeren en trainingen te verzorgen voor het personeel, zodat de voorbereidende activiteiten uit het crisisplan ook daadwerkelijk worden uitgevoerd. Dit alles heeft als doel om de continuïteit in de acute zorg te garanderen.