Een vennootschap (denk aan een Stichting of B.V.) is zelf verantwoordelijk en aansprakelijk voor verplichtingen die zij aangaat en schulden die worden gemaakt: dat is het uitgangspunt. Bestuurders zijn in beginsel niet met hun privévermogen aansprakelijk voor eventuele schulden van de vennootschap. Wanneer schuldeisers niet kunnen worden betaald door de vennootschap, vissen zij in principe dus achter het net. Zij kunnen zich dan niet wenden tot bestuurders. Dat is ook in de zorg de hoofdregel.
In bepaalde gevallen kan worden afgeweken van deze hoofdregel. Dit is het geval bij bestuurdersaansprakelijkheid. In dit artikel gaan wij in op de vraag wanneer kan worden gesproken van bestuurdersaansprakelijkheid en bespreken wij een recente uitspraak van de rechtbank Den Haag waarin bestuurdersaansprakelijkheid bij een zorgorganisatie aan de orde was.
Wanneer is sprake van bestuurdersaansprakelijkheid?
Bestuurders kunnen aansprakelijk worden gehouden door de vennootschap zelf (intern) of door derden (extern). Hierna gaan wij kort in op beide scenario’s.
Interne aansprakelijkheid
Om intern aansprakelijk te kunnen worden gehouden als bestuurder, moet sprake zijn van ‘onbehoorlijk’ bestuur. Daarbij dient te worden gekeken naar hoe een zorgvuldige bestuurder dezelfde taak zou hebben uitgevoerd.
Daarnaast moet de bestuurder een ernstig verwijt kunnen worden gemaakt ten aanzien van de vervulling van zijn taak. Het is complex in het algemeen te duiden wanneer sprake is van een ernstig verwijt: dit is casuïstisch en met name ingevuld door rechtspraak. Er dient te worden gekeken naar de aard en ernst van de normschending en naar de overige feiten en omstandigheden. Indien in strijd wordt gehandeld met de statuten, wordt bijvoorbeeld doorgaans aangenomen dat sprake is van een ernstig verwijt.
Een bestuurder kan dus alleen aansprakelijk zijn ten opzichte van de vennootschap waarvan hij bestuurder is, indien hem met succes een ernstig verwijt kan worden gemaakt. In gevallen waarin sprake is van een faillissement van de organisatie, is het aan de curator om aan te tonen op basis van welke feiten en omstandigheden de bestuurder een ernstig verwijt valt te maken.
Externe aansprakelijkheid
Externe aansprakelijkheid wil zeggen dat een bestuurder naast de vennootschap aansprakelijk is tegenover schuldeisers: derden die schade hebben geleden door het handelen van de bestuurder in kwestie. Er is voor hen dan dus een extra verhaalsmogelijkheid.
In geval van externe aansprakelijkheid, wordt de bestuurder aangesproken op basis van de grondslag onrechtmatige daad (artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek). Er moet in ieder geval sprake zijn van een persoonlijk ernstig verwijt van de bestuurder.
In de rechtspraak is in verschillende situaties geoordeeld dat een bestuurder extern aansprakelijk kon worden gehouden. Van een persoonlijk ernstig verwijt zal in ieder geval sprake kunnen zijn als komt vast te staan dat de bestuurder wist of redelijkerwijze had behoren te begrijpen dat de door hem als bestuurder geïnitieerde of toegestane handelswijze van de vennootschap met zich zou kunnen brengen dat deze vennootschap haar (betalings)verplichtingen niet zou kunnen nakomen tegenover derden.
Bestuurdersaansprakelijkheid in de zorg
De lat om een bestuurder met succes aansprakelijk te stellen, ligt dus hoog. Ook in de zorg kan echter onder omstandigheden sprake zijn van bestuurdersaansprakelijkheid.
Zo deed de rechtbank Den Haag onlangs een uitspraak waarin het ging om persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder van een zorgorganisatie.
Feiten
Het ging in de betreffende casus om het volgende. Zilveren Kruis vorderde een bedrag van € 94.778,78 terug van (i) primair de zorgorganisatie en (ii) subsidiair de (middellijk) bestuurder van de zorgorganisatie.
Zilveren Kruis stelde dat het bovengenoemde bedrag ten onrechte was uitbetaald aan de zorgorganisatie. In dat kader had Zilveren Kruis, in het kader van een controle, meermaals verzocht om informatie om op die manier te kunnen beoordelen of de zorg wel was geleverd in overeenstemming met de daartoe geldende eisen en de ingediende declaraties.
Voordat de rechtbank hierover een oordeel velde, werd allereerst het uitgangspunt herhaald, waar wij in dit artikel reeds bij stil hebben gestaan:
“Wanneer een vennootschap tekortschiet in de nakoming van een verbintenis of een onrechtmatige daad pleegt, is het uitgangspunt dat alleen die vennootschap aansprakelijk is voor de daaruit voortvloeiende schade. Onder bijzondere omstandigheden is echter ook ruimte voor aansprakelijkheid van een bestuurder van de vennootschap (..).”
Het gaat in deze casus om externe aansprakelijkheid: Zilveren Kruis vorderde immers als derde een bedrag terug van de bestuurder. De rechtbank geeft aan dat de bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt moet kunnen worden gemaakt. Hiertoe schetste de rechtbank een aantal – aan de rechtspraak ontleende – voorbeelden. Zoals de situatie dat een ‘bestuurder willens en wetens heeft bewerkstelligd of toegelaten dat de vennootschap haar wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt met schade voor zijn wederpartij als voorzienbaar gevolg.’
De rechtbank overwoog daarbij dat er ook andere omstandigheden kunnen zijn op grond waarvan een ernstig persoonlijk verwijt kan worden aangenomen.
Oordeel rechtbank
De rechtbank overwoog vervolgens dat van een bestuurder mag worden verwacht dat hij of zij beschikt over de kennis en vaardigheden om de werkzaamheden als bestuurder te verrichten met het inzicht en de zorgvuldigheid die mag worden verwacht van een bestuurder. Daarnaast mag in het bijzonder van een bestuurder van een zorgorganisatie worden verwacht dat hij voldoende zicht heeft op de bedrijfsvoering, administratie en declaraties. Dit (mede) met het oog op de besteding van publieke middelen in de zorg, aldus de rechtbank.
De vennootschap noch de bestuurder is, zo oordeelde de rechtbank, in deze casus in staat geweest om vanaf de eerste uitvraag van Zilveren Kruis de zorgdeclaraties te kunnen verantwoorden. Op zitting is door de bestuurder verklaard dat de administratie werd gevoerd door middel van één enkele USB-stick zonder een digitale of fysieke back-up. Door een onbekende oorzaak is deze USB-stick onleesbaar geworden en bleek deze niet te herstellen. Dit heeft ervoor gezorgd dat niet kon worden verantwoord dat er aanspraak bestond op de gedeclareerde bedragen. De rechtbank rekent dit de bestuurder aan en oordeelde dat de bestuurder haar taken op een dusdanig onzorgvuldige wijze heeft uitgevoerd dat haar een persoonlijk ernstig verwijt valt te maken. De conclusie is dan ook dat de bestuurder, naast de zorgorganisatie, aansprakelijk is tegenover Zilveren Kruis en Zilveren Kruis haar vordering dus ook op haar privévermogen kan verhalen.
Opgelet als bestuurder
In dit artikel zijn wij ingegaan op bestuurdersaansprakelijkheid. Ook in de zorg is niet uitgesloten dat bestuurders aansprakelijk worden gesteld, al ligt de lat om een bestuurder met succes aansprakelijk te kunnen stellen hoog. Dat is ook terecht: in beginsel is uitsluitend de vennootschap aan te spreken, en slechts in uitzonderingsgevallen zou het zo moeten kunnen zijn dat ook de bestuurder privé kan worden aangesproken. Duidelijk is wel dat het voor bestuurders van belang is hun taken met de nodige zorgvuldigheid uit te voeren, om discussies achteraf te voorkomen.