Op 1 januari 2022 is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) in werking getreden. De Wtza brengt voor zorgaanbieders meerdere verplichtingen met zich. Een van deze verplichtingen is de vergunningplicht. In dit artikel staan wij stil bij de vraag voor wie de vergunningplicht geldt en aan welke voorwaarden voldaan moet zijn alvorens een Wtza-vergunning kan worden afgegeven. Ook gaan wij in op de wijze waarop bezwaar gemaakt kan worden, mocht de vergunningaanvraag worden afgewezen. Tot slot staan wij kort stil bij de gronden om een eenmaal afgegeven vergunning in te trekken.
Voor wie geldt de vergunningplicht?
vereist dat de volgende zorgaanbieders over een vergunning moeten beschikken:
(i) instellingen die medisch specialistische zorg verlenen of doen verlenen en;
(ii) instellingen die met meer dan tien zorgverleners zorg of een andere dienst als omschreven bij of krachtens de Wet langdurige zorg (Wlz) of de Zorgverzekeringswet (Zvw) verlenen of doen verlenen.
Het Uitvoeringsbesluit Wtza maakt voor een aantal categorieën zorgaanbieders een uitzondering op deze verplichting. Denk aan instellingen die uitsluitend hulpmiddelenzorg leveren of slechts ondersteunende werkzaamheden verrichten (zoals vervoer en schoonmaak).
Verder geldt de vergunningplicht niet voor onderaannemers, tenzij de hoofdaannemer een zogenaamde ‘lege huls’ is: een instelling die geen enkele zorg verleent en alle zorgverlening uitbesteed.
Ten opzichte van de hiervoor Wtzi is de doelgroep van zorgaanbieders die een vergunning nodig heeft gewijzigd. Zorgaanbieders die al beschikken over een actief aangevraagde Wtzi-toelating, verkrijgen van rechtswege een Wtza-vergunning. Dit geldt echter niet voor bestaande zorgaanbieders die op grond van de Wtzi van rechtswege waren toegelaten of onder de Wtzi niet over een toelating hoeven te beschikken, maar onder de Wtza wel over een vergunning dienen te beschikken. Een voorbeeld hiervan betreffen tandarts- en huisartsenpraktijken met meer dan tien zorgverleners, die onder de Wtzi van rechtswege waren toegelaten.
Welke voorwaarden gelden op grond van de Wtza?
Aan de vergunningaanvraag zijn strengere eisen verbonden dan onder de Wtzi golden. De zorgaanbieder dient te voldoen aan de volgende eisen voordat het CIBG een vergunning zal verlenen:
a. De kwaliteitseisen die volgen uit de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg;
b. De eisen rondom de cliëntenraad, indien dit verplicht is op grond van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018;
c. De eisen met betrekking tot de bestuursstructuur:
- Een onafhankelijke interne toezichthouder indien de zorgorganisatie hier niet van wordt uitgezonderd in paragraaf 4 van het Uitvoeringsbesluit Wtza;
- Nadere inhoudelijke eisen aan samenstelling, taken, bevoegdheden toezichthouder in het Uitvoeringsbesluit Wtza;
d. De in de Wet marktordening gezondheidszorg gestelde eisen omtrent een zorgvuldige, transparante financiële bedrijfsvoering:
- Regeling financiële bedrijfsvoering
- Financieel gescheiden administratie van zorgactiviteiten van andere beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten
- Ordelijke en controleerbare financiële administratie
- Rechtmatig declareren.
E-learning – Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) Leer over de Wtza, en de AWtza. |
Welke Wtza-verplichtingen gelden er voor u? Check het met: de Wtza-wizard. |
Bezwaar maken: wat als de Wtza vergunningaanvraag wordt afgewezen?
De vergunningaanvraag dient te worden gedaan bij het CIBG. Hiertoe levert de zorgaanbieder gegevens aan, zodat duidelijk is dat aan de voorwaarden wordt voldaan. Op basis hiervan neemt het CIBG binnen acht weken een beslissing: de vergunning wordt afgegeven of geweigerd.
Tegen deze beslissing kan de zorgaanbieder formeel bestuursrechtelijk bezwaar maken bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Let wel, de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken na dagtekening van het besluit. Na het verlopen van deze termijn zal het besluit van het CIBG vaststaan.
Welke bezwaargronden relevant zijn om aan te voeren, hangt uiteraard met name af van de vraag op basis waarvan het CIBG de vergunningaanvraag heeft afgewezen. Teneinde gronden van bezwaar te kunnen formuleren tegen deze weigering, is het verder van belang het volgende na te gaan:
- Zijn alle vereiste gegevens en stukken (volledig en juist) aangeleverd?
- Is voldaan aan de onder het kopje “Welke voorwaarden gelden op grond van de Wtza?” benoemde voorwaarden die vereist zijn voor het afgeven van een Wtza-vergunning? Sla de feitelijke gegevens in de aangeleverde stukken hier op na.
- Is, indien hierom is verzocht door het CIBG, een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) overlegd?
- Zijn, indien hierom is verzocht door het CIBG, de uitkomsten van het onderzoek op grond van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) overlegd?
- Voldoet de zorgaanbieder aan de voorschriften ten aanzien van het verlenen van goede zorg (Wkkgz), de systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van zorg (Wkkgz), financiële bedrijfsvoering (Wmg), een financieel gescheiden en ordelijke en controleerbare administratie (Wmg), rechtmatige declareren (Wmg) en de eis van een cliëntenraad (Wmcz 2018)?
Wanneer kan een vergunning worden ingetrokken?
Naast het weigeren van de aanvraag van een Wtza-vergunning, kan het CIBG ook een reeds afgegeven Wtza-vergunning intrekken. Dit kan op basis van de weigeringsgronden, zoals het niet voldoen aan de vereisten voor verlening van een vergunning, maar in aanvulling daarop kan een vergunning ook worden ingetrokken in de volgende situaties:
- de zorgorganisatie heeft bij de aanvraag onjuiste gegevens verstrekt, terwijl op grond van de juiste gegevens de Wtza-vergunning zou zijn geweigerd;
- de zorgorganisatie heeft gedurende één jaar de zorg waarvoor een Wtza-vergunning verplicht is niet verleend of doen verlenen;
- de zorgorganisatie heeft artikel 35 lid 1, 2, 6 of 7 van de Wmg (onder andere het in rekening brengen van tarieven in strijd met de daarvoor geldende (wettelijke) regels) overtreden;
- de zorgorganisatie houdt op te bestaan of wijzigt aanzienlijk van bestuursstructuur.
Het is dan ook van belang om, indien een Wtza-vergunning eenmaal is afgegeven, in gedachten te houden dat deze vergunning door het CIBG kan worden ingetrokken op basis van voornoemde gronden.
Tot slot
Indien het CIBG de aanvraag voor een Wtza-vergunning heeft afgewezen, kunnen voornoemde stappen worden doorlopen om te bezien welke bezwaren kunnen worden aangevoerd tegen de afwijzing. Let hierbij ook op de reactietermijn die het CIBG geeft in de brief waarin de vergunning wordt geweigerd.
Aan een bestuursrechtelijk bezwaarschrift zijn enkele formele vereisten verbonden. Laat u daarover goed informeren.
Wat betekent de Wtza voor uw zorgorganisatie? Controleer het via de Wtza-wizard
De Wtza brengt verschillende – ook nieuwe – verplichtingen met zich voor zorgorganisaties. Via onze Wtza-wizard kunt u door middel van het beantwoorden van een aantal simpele vragen snel in beeld krijgen wat uw verplichtingen zijn ten aanzien van: