Borging van kwaliteit in de Wmo
De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) bestaat al enige tijd. Zorgaanbieders moeten ervoor zorgen dat de zorg die zij aanbieden van goede kwaliteit is. In de Wmo staat als basisnorm dat de zorg ‘veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht’ wordt verstrekt. Dit vertrekpunt geldt voor de landelijke en lokale standaarden voor de zorg. Uiteindelijk is het de gemeente die verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de voorzieningen die aangeboden worden. Gemeenten leggen in verordeningen en bij het sluiten van overeenkomsten met zorgaanbieders vast aan welke kwaliteitseisen moet zijn voldaan.
Zorg in Natura en PGB
Als zorg geleverd wordt op basis van een contract noemt men dat zorg in natura. Maar niet alle zorgaanbieders kiezen ervoor om een contract met de gemeente te sluiten en niet alle inwoners kiezen ervoor naar een gecontracteerde zorgaanbieder te gaan. Hiervoor biedt de PGB (persoonsgebonden budget) een optie.
Wettelijke kwaliteitsnorm geldt niet voor PGB’s
Op PGB’s is de wettelijke kwaliteitsnorm niet van toepassing. Dit is het gevolg van het feit dat het wettelijk begrip ‘aanbieder’ in de Wmo alleen ziet op die zorgorganisaties die met gemeenten overeenkomsten sluiten. De aanbieder die door een cliënt op basis van een pgb wordt betaald heeft dus geen verplichting jegens de gemeente, maar wel tegen de inwoner die hem inhuurt.
Voorwaardelijke vergoeding PGB om kwaliteit te borgen
Uitgangspunt is dat de pgb-houder zelf de regie heeft over de ondersteuning die hij inkoopt en daarmee is hij feitelijk ook zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de zorg (‘eigen regievoering’). Bij het toekennen van een pgb toetst de gemeente of de in te kopen zorg van goede kwaliteit is, waarbij die kwaliteitseisen in de praktijk nagenoeg gelijk zijn met die voor de zorg in natura. Hierbij legt degene die het persoonsgebonden budget ontvangt, de pgb-budgethouder, via een budgetplan vaak nog wel uit op welke wijze de kwaliteit van de ondersteuning die wordt ingekocht, gewaarborgd is. De gemeente verstrekt vervolgens voorwaardelijk een budget, namelijk, op de voorwaarde dat de ingekochte zorg van kwalitatief niveau is.
Slechte kwaliteit Wmo-zorg
Wat gebeurt er als de gemeente vindt dat je als zorgaanbieder slechte kwaliteit levert? Doorgaans worden de gevolgen hiervan geregeld in de overeenkomst met de gemeente (als sprake is van zorg in natura). Het kan voorkomen dat bijvoorbeeld overeengekomen wordt dat de gemeente de overeenkomst mag ontbinden als de zorg van slechte kwaliteit is. Van belang is wel dat gemeenten dit niet zomaar mogen. Omdat zij bestuursorganen zijn gelden andere normen waar gemeenten zich bij het afsluiten en ontbinden van contracten aan moeten houden. Wanneer de zorg die de PGB-houder inkoopt niet aan de kwaliteitseisen voldoet, dan kan – in het uiterste geval – het college van B&W de PGB intrekken. Het komt voor dat de gemeente een nieuwe beschikking neemt waarin staat dat de PGB-houder niet langer zorg bij een specifieke zorgaanbieder mag inkopen. Die zorgaanbieder kan juridisch opkomen tegen die beslissing.
Bekijk ook deze artikelen over sociaal domein:
> Toezicht binnen de Wmo
> Vijf vuistregels bij toezicht in het sociaal domein
> Per 2020 ook een Wmo-abonnementstarief voor algemene voorzieningen
> Rechtmatigheidstoezicht in het sociaal domein
> Calamiteitentoezicht binnen de Wmo
> Samenwerking binnen de Wmo: let op mededinging bij aanbesteding
> Meer duidelijkheid positie pgb-aanbieders binnen Wmo
> Zorgen over bekostiging domeinoverschrijdende zorg
> De AMvB reële kostprijs toepassen in de praktijk
Zorgseminar: Actualiteiten Wmo
Op 12 mei 2020 organiseert Eldermans|Geerts het zorgseminar: Actualiteiten Wmo. Tijdens dit seminar wordt in het bijzonder ingegaan op het toezicht en handhaving door gemeenten, de manier waarop zij omgaan met de reële kostprijs en op domeinafbakening tussen de Wmo en de andere financieringsstromen. Het zorgseminar is kosteloos.