Calamiteitentoezicht binnen de Wmo
Het overkomt zelfs de beste zorgaanbieders. Een onverwachte gebeurtenis tijdens de zorgverlening die schadelijke gevolgen heeft voor een cliënt aan wie zij zorg verlenen. Calamiteiten en incidenten op de werkvloer zijn voor de betrokken zorgverleners en cliënten allerminst leuk. Maar ook voor de organisatie zelf heeft dit veel gevolgen. Wat moet je als zorgaanbieder weten en doen wanneer dergelijke gebeurtenissen zoals calamiteiten plaatsvinden?
Onverwijld melden
De wettelijke regeling met betrekking tot calamiteiten in de Wmo zal veel zorgaanbieders herkenbaar voorkomen. Deze is immers nagenoeg qua formulering gelijk aan die uit de Wet kwaliteit, klachten en geschillen in de zorg (Wkkgz) en roept een meldingsverplichting voor zorgaanbieders in het leven die ervoor zorgt dat de toezichthouder op de hoogte is van ernstige incidenten. De melding moet ‘onverwijld’ plaatsvinden, maar tegelijkertijd noemt de wet geen concrete termijn waarbinnen de betreffende aanbieder de calamiteit moet melden. Gemeenten hebben hier de vrijheid zelf een termijn vast te stellen, maar wat die termijn ook is, ons inziens verdient het aanbeveling dit zo snel mogelijk na het ontdekken hiervan te doen. Onder de Wkkgz geldt overigens een termijn van drie dagen en veel gemeenten lijken deze termijn te hebben overgenomen. Van belang is dat de melding plaats moet vinden bij de toezichthoudende ambtenaar. Veelal zal dit dus een toezichthouder werkzaam bij de GGD zijn.
Wat moet gemeld worden?
Lastig blijft de vraag wat een zorgaanbieder dan precies moet melden. De Wmo bepaalt ook hierover weinig, buiten het feit dat “die gegevens” verstrekt moeten worden die noodzakelijk zijn voor het onderzoek van de melding. Ook medische gegevens moeten worden verstrekt en zo doorkruist de meldingsplicht uit de Wmo het beroepsgeheim. Hier is ons inziens wel een taak weggelegd voor gemeenten. Zij dienen regels vast te stellen waarin zoveel mogelijk wordt geconcretiseerd welke gegevens noodzakelijk zijn voor een goede beoordeling van de melding. Veel gemeenten lijken hiervoor formulieren in het leven te hebben geroepen, maar voor zover een gemeente daar op voorhand niet goed over na heeft gedacht roepen wij zorgaanbieders op spaarzaam te zijn met het verstrekken van medische gegevens. Niet alle informatie over de behandeling van de betreffende persoon zal relevant zijn en je kan het verstrekken van documenten in de praktijk niet terugdraaien. Zolang niet duidelijk is welke gegevens precies noodzakelijk zijn en om welke reden dat zo is, verdient het aanbeveling daar – voor het verstrekken van de gegevens – goed navraag naar te doen.
Calamiteit of incident?
In de praktijk blijkt dat niet altijd duidelijk is of sprake is van een calamiteit of een incident. En dit onderscheid is wel degelijk van belang: alleen voor calamiteiten geldt een meldingsplicht, die gevolgd wordt door een onderzoek van de GGD. Voor incidenten geldt daarentegen dat toezichthouders deze niet altijd willen of hoeven onderzoeken. Bij een incident is sprake van een relatief lichte verstoring van de dagelijkse gang van zaken bij een zorgaanbieder. De opgelopen schade is dan gering van aard in vergelijking met een calamiteit waarvan over het algemeen ernstig (blijvend) lichamelijk letsel of het overlijden van de persoon in kwestie het gevolg is. Voorbeelden van incidenten zijn valincidenten, het toedienen van de verkeerde medicatie (zonder ernstig lichamelijk letsel tot gevolg), etc.
Incidenten moeten wel intern geregistreerd en geanalyseerd worden. Belangrijk daarbij is dat er intern maatregelen worden getroffen die tot gevolg hebben dat dergelijke incidenten niet meer voor kunnen komen. Maar zoals gezegd, melden hoeft hier niet. Het is van belang hierop bedacht te zijn. Een calamiteitenmelding (zelfs als sprake is van incident) zal de komst van de GGD-ambtenaren tot gevolg hebben en daarmee kan je als zorgaanbieder onnodig in een proces terecht komen waar je niet meer uitkomt, zeker wanneer die toezichthouders bij het onderzoek op iets anders lijken te stuiten dat naar hun mening niet door de beugel kan. Nog belangrijker, op het moment je een situatie verkeerd inschat als calamiteit, dan kan het voorkomen dat je medische gegevens verstrekt terwijl daar eigenlijk geen grondslag voor is.
Kortom: laat je goed informeren over de vraag of een bepaalde gebeurtenis een calamiteit is of niet en denk dan goed over de te nemen vervolgstappen.
Bekijk ook deze artikelen over sociaal domein:
> Borging van kwaliteit in de Wmo
> Toezicht binnen de Wmo
> Vijf vuistregels bij toezicht in het sociaal domein
> Per 2020 ook een Wmo-abonnementstarief voor algemene voorzieningen
> Rechtmatigheidstoezicht in het sociaal domein
> Samenwerking binnen de Wmo: let op mededinging bij aanbesteding
> Meer duidelijkheid positie pgb-aanbieders binnen Wmo
> Zorgen over bekostiging domeinoverschrijdende zorg
> De AMvB reële kostprijs toepassen in de praktijk
Zorgseminar: Actualiteiten Wmo
Op 12 mei 2020 organiseert Eldermans|Geerts het zorgseminar: Actualiteiten Wmo. Tijdens dit seminar wordt in het bijzonder ingegaan op het toezicht en handhaving door gemeenten, de manier waarop zij omgaan met de reële kostprijs en op domeinafbakening tussen de Wmo en de andere financieringsstromen. Het zorgseminar is kosteloos.