Wegwijzer NZa: bekostiging digitale zorg 2022

11 oktober 2021

Digitalisering heeft dit jaar een steeds grotere rol gekregen in de zorg. Volgens de NZa kan digitalisering helpen bij betere gezondheidszorg. De snelle technologische ontwikkelingen en de vergrijzing vragen om nieuwe (digitale) oplossingen. De NZa ziet hierin voor haarzelf een sleutelrol. De NZa geeft aan digitale zorg als integraal onderdeel van passende zorg te willen stimuleren.

Door de pandemie zijn zorgaanbieders gedwongen om de zorg op een andere manier aan te bieden. Dit heeft een enorme boost gegeven aan de ontwikkeling en acceptatie van digitale zorg. De NZa concludeert dat digitale zorg onderdeel geworden is van de reguliere zorg. ‘In overleg met de patiënt als het kan, fysiek als het moet.’ De NZa geeft aan dat zorg op afstand kan worden gedeclareerd, tenzij de NZa heeft geoordeeld dat dat, omwille van de veiligheid en kwaliteit, niet mogelijk is.

Recent heeft de NZa een wegwijzer gepubliceerd waarin de ontwikkelingen in de digitale zorg in vogelvlucht zijn uiteengezet. Kort samengevat komt dat neer op het volgende:

1. Wie bepaalt of zorg kan worden geleverd?
De zorgverlener en patiënt bepalen dit samen. Het is aan de zorgverlener om informatie en uitleg te geven over de wijze waarop de inzet van digitale zorg kan bijdragen aan het herstelproces. De patiënt kan vervolgens een weloverwogen keuze maken. Dit laatste impliceert dat de NZa er vanuit gaat dat digitale zorg altijd een keuze is van en niet een verplichting voor de patiënt.

2. Welke prestaties zijn er voor digitale zorg?
De NZa heeft een wettelijke bevoegdheid tot het vaststellen van regelgeving omtrent prestatiebeschrijvingen. De prestatie omschrijft in de regel een medische handeling maar vaak wordt niet omschreven door wie de zorg of op welke wijze de zorg moet worden geleverd.
Deze ruimte in de prestatiebeschrijving biedt zorgaanbieders, zorgverzekeraars of zorgkantoren de mogelijkheid om eigen keuzes te maken over de inzet van digitale zorg. Hierdoor kunnen zorgaanbieders bijvoorbeeld het bedrijfs- en zorgproces veranderen door ‘regulier’ contact gedeeltelijk te vervangen door digitaal contact.

3. Wie mogen prestaties en tarieven voor digitale zorg declareren?
Over de vraag wie de zorg mag leveren is de NZa heel duidelijk : de zorgaanbieder is de enige die de zorg in rekening mag brengen.
Bij digitale zorg zijn soms bedrijven betrokken die digitale oplossingen en toepassingen ontwikkelen met als doel de zorg te verbeteren (bijvoorbeeld een veilige VR-behandeling). De zorgaanbieder kan deze inkopen bij bedrijven en op zijn beurt declareren bij de patiënt of diens zorgverzekeraar. Daar waar de zorgaanbieder een bestaande prestatie in digitale vorm levert, zal de zorgaanbieder deze kosten wel zelf hebben te voldoen vanuit de opbrengst van zijn prestatie. Het in rekening brengen van extra kosten omdat de zorg digitaal is geleverd, zal, zeker daar waar door de NZa vastgestelde maximumtarieven van toepassing zijn, niet snel het geval zijn.

4. Wie beoordeelt of digitale zorg wordt vergoed?
Of digitale zorg voor vergoeding in aanmerking komt of niet is bij de reguliere zorg veelal de zorgverzekeraar. Bij de Wet Langdurige Zorg is dit het zorgkantoor. Overigens betekent de omstandigheid dat de zorgverzekeraar (mede) bepaalt of digitale zorg vergoed wordt niet dat de zorgverzekeraar dit willekeurig kan weigeren. De keuzes die de zorgverzekeraar daar maakt moeten in lijn zijn met het inkoopbeleid, de door de zorgverzekeraar gesloten overeenkomsten en de polivoorwaarden van de verzekerde.

5. Welke digitale zorg wordt vergoed?
Digitale zorg waarbij voldaan is aan de ‘pakketcriteria’ mogen in beginsel door zorgaanbieders worden gedeclareerd ten laste van de Zorgverzekeringswet en Wet Langdurige Zorg. Belangrijkste criterium hierbij is dat de zorg veilig en bewezen effectief is. Bovendien moet de zorg conform ‘de stand van de wetenschap en praktijk’ zijn. Bestaande digitale zorg blijft verzekerde zorg als de samenstelling en de effectiviteit ervan niet wezenlijk wijzigen ten opzichte van de oorspronkelijke zorg. Nieuwe zorg kan worden vergoed uit het basispakket zodra zorgpartijen het eens zijn dat deze zorg voldoende effectief en conform de wet is.
Wanneer bestaande zorgprestaties niet voldoende ruimte bieden om nieuwe of een ander type zorg te leveren, kunnen zorgaanbieders en zorgverzekeraars / zorgkantoren een nieuwe prestatie aanvragen.

Let wel, de zorgaanbieder blijft bij digitale zorg verplicht om te voldoen aan de norm van een ‘goed hulpverlener’.  Dit criterium verwijst naar professionele normen, richtlijnen en protocollen van de beroepsgroep en naar de tuchtrechtelijke normen. De website van KNMG kent een richtlijn over digitaal contact over zorgaanbieders en patiënten en tussen zorgaanbieders onderling is opgenomen.

Daarnaast blijft de zorgaanbieder gehouden aan de eisen neergelegd in de wet- en regelgeving, zoals de prestatiebeschrijving van de NZa.

Deel dit verhaal:

Heeft u vragen over dit onderwerp?

Neem dan contact met ons op via:

030-2332218
post@eldermans-geerts.nl

Belangrijk zorgnieuws ontvangen?

Meld u nu aan voor de nieuwsbrief met juridisch nieuws over de zorg.
Aanmelden
  • Meld u nu aan voor onze nieuwsbrief!
    Wilt u op de hoogte worden gehouden van de laatste ontwikkelingen en veranderingen op juridisch gebied? Via onze nieuwsbrief krijgt u automatisch de laatste nieuwtjes via de e-mail toegestuurd.
  • Inschrijven nieuwsbrief