In de zorg zijn meerdere externe toezichthouders actief. Het meest bekend en prominent aanwezig zijn, naast de Autoriteit Persoonsgegevens en de Autoriteit Consument en Markt, de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). De (A)Wtza, die zoals u weet vanaf 1 januari a.s. in werking zal treden, hevelt een deel van de toezichtstaken van de IGJ over naar de NZa. In dit artikel staan wij stil bij de meest belangrijke toezichtstaken die de NZa vanwege de (A)Wtza aanvullend toebedeeld zal krijgen.
Extra toezichttaken NZa
Het toezicht op de naleving van de regels over de financiële bedrijfsvoering en het aanleveren van de jaarverantwoording, is lang een taak van de IGJ geweest. Omdat de IGJ zich vooral bezig houdt met de kwaliteit van zorg, en niet zozeer met de financiële randvoorwaarden van de zorg, heeft de wetgever besloten deze toezichtstaken over te hevelen naar de NZa. Volgens de overheid sluit het toezicht op de financiële bedrijfsvoering van zorgaanbieders veel beter aan bij de bestaande financieel-economische toezichtstaken van de NZa, zoals het toezicht of zorgaanbieders wel correct declareren en administreren.
De NZa zal daarmee vanaf 1 januari 2022 verantwoordelijk worden voor het totale financieel-economische toezicht. Door de overheveling krijgt de NZa mogelijkheden om zorgaanbieders aan te spreken, indien zij niet voldoen aan de transparantie-eisen op het terrein van de financiële bedrijfsvoering. Wat zal die ‘transparantie van de financiële bedrijfsvoering’ dan voor mondzorgprakijken voornamelijk inhouden?
1. Schriftelijke vastlegging van de verdeling van taken en bevoegdheden
Vanaf 1 januari 2022 zal de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) bepalen dat zorgaanbieders, waaronder mondzorgpraktijken, zorg dienen te dragen voor een eenduidige verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden met betrekking tot de financiële bedrijfsvoering. Deze verdeling dient ook schriftelijk te worden vastgelegd in een document. Doel van de bepaling is dat geen onduidelijkheid bestaat over de taakverdeling binnen zorgorganisaties: duidelijk beschreven moet zijn wie welke taken en bevoegdheden heeft wat betreft de financiële bedrijfsvoering. Dat kan dan ook door interne en externe toezichthouders, zoals de NZa, worden getoetst.
2. Maken van onderscheid tussen activiteiten in financiële zin
Verder zullen mondzorgpraktijken op basis van de Wmg verplicht zijn de activiteiten op het gebied van zorgverlening te onderscheiden van andere beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten. Deze bepaling is voornamelijk van belang voor zorgaanbieders die zich binnen één entiteit, naast de zorgactiviteiten, tevens bezig houden met andere activiteiten. In dat geval moet de zorgaanbieder in de financiële administratie goed onderscheid maken tussen deze verschillende activiteiten en beseffen dat de NZa mogelijk via het toezicht op de financiële zorgadministratie ook inzage krijgt in de andere activiteiten.
3. Ontvangsten en betalingen zijn in de financiële administratie traceerbaar naar bron en bestemming
De Wmg zal tevens inhouden dat zorgaanbieders er zorg voor dragen dat in hun financiële administratie onder meer ontvangsten en betalingen traceerbaar zijn naar ‘bron en bestemming’, en dat duidelijk is wie op welk moment welke verplichtingen namens de zorgaanbieder is aangegaan. Dat raakt dus de wijze waarop mondzorgpraktijken hun financiële administratie voeren. Op basis van de nieuwe wettekst van de Wmg lijkt het erop dat zorgorganisaties ontvangsten en betalingen in de financiële administratie van hun praktijk moeten bijhouden en moeten kunnen aantonen van wie deze ontvangsten afkomstig zijn en aan wie bepaalde betalingen zijn gedaan. Daarnaast lijkt het erop dat zorgorganisaties op basis van de Wmg moeten registreren welke personen namens de zorgorganisatie (financiële) verplichtingen zijn aangegaan.
Uit de toelichting op de regelgeving blijkt dat zorgorganisaties steeds aan de hand van documenten moeten kunnen aantonen dat zij voldoen aan bovengenoemde verplichtingen.
4. Jaarverantwoording
Over de jaarverantwoording is veel te doen geweest, en nog steeds. In de Wmg zal, zo is de huidige stand van zaken, worden bepaald dat zorgaanbieders zich jaarlijks vóór 1 juni moeten verantwoorden door het openbaar maken van de jaarverantwoording over het voorafgaand kalenderjaar. De jaarverantwoording bestaat uit drie onderdelen, namelijk (1) de financiële verantwoording, (2) de bij te voegen informatie en (3) andere informatie betreffende bedrijfsvoering. De NZa zal toezien op tijdige aanlevering van deze informatie door de zorgaanbieder en kan handhavend optreden indien niet of niet tijdig wordt aangeleverd.
E-learning – Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) Leer over de Wtza, en de AWtza. |
Welke Wtza-verplichtingen gelden er voor u? Check het met: de Wtza-wizard. |
Handhavingsmogelijkheden NZa
De NZa beschikt over een aantal handhavingsinstrumenten, waarmee de NZa de hiervoor genoemde regels over de transparantie financiële bedrijfsvoering kan handhaven. De NZa heeft op grond van de Wmg:
- de bevoegdheid om een aanwijzing te geven (artikel 76, eerste lid, Wmg);
- de bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang of dwangsom (artikel 82 Wmg);
- de bevoegdheid om een boete op te leggen (artikel 85, eerste lid, Wmg).
Kortom: de NZa krijgt daadwerkelijk middelen in handen, om de naleving van de regels bij mondzorgpraktijken af te dwingen. De ervaring leert dat (door de IGJ) vrij strak de hand werd gehouden aan met name de jaarverantwoordingsverplichtingen, die voor bepaalde categorieën zorgaanbieders al golden.
Het ligt in de lijn der verwachting dat de NZa haar nieuwe toezichtsbevoegdheden vooral zal combineren met de taken die zij al uitvoerde in het kader van het al bestaande toezicht. Zo voert de NZa reeds onderzoeken uit waarbij zij nagaat of zorgaanbieders de zorg die zij declareren wel geleverd hebben en of deze zorg wel voldoet aan de prestatie- en tariefbeschikkingen. Het is niet onwaarschijnlijk dat de NZa tijdens deze onderzoeken vanaf 1 januari a.s. ook zal kijken of de zorgaanbieder voldoet aan de transparantie-eisen op het terrein van de financiële bedrijfsvoering. Omgekeerd kan de informatie die de NZa ontvangt in het kader van haar toezicht op de ontvangsten en betalingen weer aanleiding zijn voor een onderzoek naar de rechtmatigheid van de declaraties.
Focus op de mondzorg niet logisch
Het is evenwel de vraag of de NZa deze nieuwe toezichtstaken in haar gereedschapskist direct zal inzetten en zo ja, of de focus dan op de mondzorg ligt. In onze optiek zou dat niet logisch zijn: voor mondzorgaanbieders bestaan immers al de nodige verplichtingen in dit kader. Zo regelt de NZa-Regeling Mondzorg de nodige zaken over administreren, declareren en transparantie. Er zijn geen concrete signalen die erop duiden dat deze bestaande regelgeving voor de mondzorg niet afdoende waarborgen biedt of niet door mondzorgpraktijken wordt nagekomen. Het zou lovenswaardig zijn als de NZa bij haar toezicht rekening houdt met de regelingen die voor de mondzorg reeds gelden, en de nieuwe verplichtingen op het terrein van de financiële bedrijfsvoering niet veel breder uitlegt dan de nu al bestaande regels op dat vlak. De wijze waarop aan het toezicht invulling wordt gegeven, en de administratieve belasting die dat oplevert, moeten immers wel in verhouding staan tot het doel.
Wat betekent de Wtza voor uw zorgorganisatie? Controleer het via de Wtza-wizard
De Wtza brengt verschillende – ook nieuwe – verplichtingen met zich voor zorgorganisaties. Via onze Wtza-wizard kunt u door middel van het beantwoorden van een aantal simpele vragen snel in beeld krijgen wat uw verplichtingen zijn ten aanzien van:
- de Wtza meldplicht
- de Wtza vergunningplicht
- het intern toezicht op grond van de Wtza
- de jaarverantwoording op grond van de Wtza
- de financiële bedrijfsvoering op grond van de Wtza
Zie ook:
- Let op: Wet toetreding zorgaanbieders op komst!
- De Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza): de verplichtingen op een rij
- Wtza: WTZi wordt Wet Toetreding Zorgaanbieders (Wtza) in 2022
- Luister ook naar de podcast “Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza): welke verplichtingen komen er op zorgaanbieders af?”
Dit artikel verscheen ook in het Magazine NT-Dentz, het blad van de KNMT, uitgave oktober 2021.