Uit de Wmcz 2018 volgt dat het in sommige gevallen verplicht is voor een zorgorganisatie om een cliëntenraad in te stellen. Indien deze verplichting geldt, geldt ingevolge artikel 14 Wmcz 2018 ook de verplichting een commissie van vertrouwenslieden in te stellen. De zorgorganisatie kan ervoor kiezen om zelf een commissie van vertrouwenslieden in te stellen of zich aan te sluiten bij de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (hierna: LCvV). De meeste zorginstellingen kiezen ervoor om zich aan te sluiten bij de LCvV. Meestal zullen de cliëntenraad en het bestuur er gezamenlijk uitkomen, maar wat als dit niet gebeurt? Daar gaan wij in dit artikel op in.
Taken LCvV: hoe werkt het?
De LCvV is een bemiddelaar en conflictbeslechter bij meningsverschillen tussen cliëntenraden en zorginstellingen, indien het geschil gaat over de uitvoering van de Wmcz 2018. Ook kan de LCvV indien nodig een bindende uitspraak doen over een geschil. In 2022 heeft de LCvV negentien uitspraken gedaan en werd drie keer bemiddeld.
Het is mogelijk voor zorginstellingen om zich aan te sluiten bij de LCvV. Deze kan worden ingeschakeld op het moment dat een conflict ontstaat tussen de cliëntenraad en de zorginstelling. De leden van de LCvV zijn juristen en professionals uit het veld die over de voorgelegde geschillen oordelen. Zowel de instelling als de cliëntenraad kan de LCvV raadplegen of inschakelen. De LCvV kan bijvoorbeeld worden ingeschakeld indien het bestuur een ongevraagd advies van de cliëntenraad niet wil uitvoeren. Maar ook kan het bestuur vragen om vervangende instemming, indien de cliëntenraad weigert met een voorgenomen besluit in te stemmen.
Indien één van de partijen contact opneemt met de LCvV, probeert de LCvV samen met de cliëntenraad en het bestuur een oplossing te zoeken. Het komt ook voor dat partijen gezamenlijk de LCvV inschakelen. Het verzoek (tot bemiddeling of uitspraak) moet een omschrijving zijn van het meningsverschil. Verder moet alle informatie die op het geschil betrekking heeft, worden toegevoegd. Hierbij kan gedacht worden aan notulen, correspondentie, de adviesaanvraag en het advies.
De LCvV kan een gesprek met beide partijen aangaan, maar meestal wordt een hoorzitting gehouden met drie leden van de LCvV. Na de hoorzitting neemt de LCvV een besluit. De LCvV toetst hierbij marginaal. Tegen de uitspraak van de LCvV kan in beroep worden gegaan bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam. Er kan geen beroep in cassatie worden ingesteld tegen de uitspraak van de Ondernemingskamer.
Iedere zorginstelling die een cliëntenraad heeft, kan zich aansluiten bij de LCvV. Een zorginstelling moet een bedrag betalen aan de LCvV, indien zij bemiddeling of een uitspraak willen. Cliëntenraden betalen niets als zij naar de LCvV te gaan.
Analyse uitspraken LCvV
De geschillen die aan de LCvV worden voorgelegd zijn erg uiteenlopend. Hieronder behandelen wij enkele uitspraken van de LCvV.
Informeren cliëntenraad over Wkkgz calamiteitenonderzoek
De LCvV oordeelde in deze uitspraak dat het in strijd is met wetgeving om een Wkkgz-calamiteitenonderzoeksrapport aan te bieden aan de cliëntenraad. Dat mogelijk in de medezeggenschapsregeling overeen is gekomen dat de cliëntenraad een geheimhoudingsplicht heeft, doet hier niets aan af. Een afschrift geven van of inzage hebben in een calamiteitenrapport valt niet onder het recht op informatie van de cliëntenraad dat zij op grond van artikel 6 Wmcz 2018 heeft. Indien niet aan de informatieplicht is voldaan, staat – naast een procedure bij de LCvV – ook de weg naar bij de civiele rechter open om te vragen om een voorlopige voorziening. Dit volgt uit de uitspraak van Rechtbank Gelderland.
Verstrekking koffie, thee en tussendoortjes
In een andere kwestie had de zorginstelling het beleid dat cliënten die niet naar de gemeenschappelijke ruimte willen om koffie, thee en tussendoortjes te krijgen, dit niet op hun kamer kunnen krijgen en/of geen vervangende financiële vergoeding hiervoor kunnen krijgen. Dit met het doel om de sociale verbinding tussen bewoners te bevorderen. De centrale cliëntenraad is het niet meer eens met dit beleid, omdat de zorgaanbieder bij een cliënt met een VPT ook de taak heeft het gebruikelijke eten en drinken te organiseren.
De LCvV oordeelde in deze zaak dat het beleid van de instelling voldoet aan de basale kwaliteitseisen. Ook monitort de instelling volgens de LCvV voldoende of cliënten genoeg eten en drinken binnenkrijgen. Indien de cliënt er zelf van afziet om tussendoortjes in het restaurant te nuttigen, ontstaat er geen recht op roomservice of een vervangende vergoeding.
Ontbinding van een cliëntenraad
De zorginstelling had in deze uitspraak eerst tweemaal een informeel verzoek ingediend bij de cliëntenraad zodat vier leden vrijwillig zouden terugtreden. Nadat dit niet is gebeurd, heeft de zorginstelling formeel de cliëntenraad verzocht in te stemmen met ontbinding van de cliëntenraad. De cliëntenraad heeft hier niet mee ingestemd. De zorginstelling heeft de LCvV gevraagd de cliëntenraad te ontbinden. Zij hebben een verzoek tot spoedprocedure ingediend. De LCvV oordeelde dat de zaak zich niet leent voor een spoedprocedure, maar heeft de zaak wel op reguliere wijze behandeld.
De LCvV heeft het verzoek afgewezen en heeft de cliëntenraad in stand gelaten. Hierbij heeft zij in overweging genomen dat ontbinding van een cliëntenraad een zeer zwaar middel is en dit enkel kan indien de cliëntenraad structureel tekortschiet in het behartigen van de belangen van cliënten en er redelijkerwijs geen andere oplossing is dan ontbinding. De LCvV oordeelde dat deze hoge drempel niet werd gehaald, omdat de cliëntenraad – na het verzoek tot terugtreding – activiteiten heeft ontplooid die zagen op de belangenbehartiging van cliënten. Ook heeft de zorginstelling mediation te snel afgewimpeld als optie.
Tot slot
De LCvV kan een uitkomst bieden voor conflicten tussen de cliëntenraad en de zorginstelling. De LCvV organiseert in de meeste gevallen een hoorzitting en doet vervolgens een uitspraak. De LCvV kan ook bemiddelen tussen de cliëntenraad en zorginstelling. De LCvV behandelt zeer uiteenlopende zaken. Tegen de bindende uitspraak kan beroep worden ingesteld bij de Ondernemingskamer.