De nieuwe cao VVT: de wijzigingen op een rijtje

CAO-VVT-verpleeghuizen-enverzorgingshuizen-thuiszorg

Op 10 oktober 2019 hebben verschillende partijen een akkoord bereikt voor een nieuwe cao voor de verpleeg- en verzorgingshuizen en de thuiszorg (hierna: “VVT”). Inmiddels is de cao VVT (per 8 april jl.) algemeen verbindend verklaard. Wij hebben voor u de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de vorige cao (2018-2019) op een rijtje gezet.

De cao VVT is algemeen verbindend verklaard: wat betekent dat?

De nieuwe cao VVT ziet toe op de verpleeghuiszorg, wijkverpleging, thuiszorg en jeugdgezondheidszorg en is het resultaat van onderhandelingen tussen verschillende werkgeversverenigingen en werknemersorganisaties, waaronder ActiZ en FNV Zorg en Welzijn. De cao VVT is bij besluit van 7 april jl. algemeen verbindend verklaard (avv) door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De avv is op 8 april jl. in werking getreden (zonder terugwerkende kracht) en vervalt op 1 september 2021. Deze avv brengt met zich dat de cao VVT van toepassing is op de gehele VVT-sector. Dit houdt dat de cao VVT van toepassing is op alle werkgevers in de VVT-sector, en dus niet slechts op de werkgevers die zijn aangesloten bij de betrokken werkgeversverenigingen en werknemers die zijn aangesloten bij de betrokken werknemersorganisaties.

Een en ander geldt niet ten aanzien van de bepalingen die niet in de avv zijn opgenomen. Dit geldt voor hoofdstukken: 3.12 (pensioen), 5.7 (Aanwezigheidsdienst specifiek voor Verpleeg- en Verzorgingshuizen), 10.2 (Verlof voor vakbondsactiviteiten), 10.3 (Vakbondsconsulent en vakbondsfaciliteiten) en 13 (Decentrale regelingen). Hiervoor geldt dat deze slechts van toepassing zijn middels (i) een incorporatiebeding in de arbeidsovereenkomst, (ii) indien de werkgever lid is van een bij de cao betrokken werkgeversvereniging of (iii) indien de werknemer lid is van een bij de cao betrokken werknemersorganisatie. Onderstaand is bij elke wijziging aangegeven indien deze niet algemeen verbindend is verklaard.

Wijziging 1. Salarisverhoging en verhoging van de eindejaarsuitkering

Eén van de grootste wijzigingen is dat onder de nieuwe afspraken, de salarissen aanzienlijk zullen worden verhoogd. Per 1 juni 2020 worden deze verhoogd met 3,5% en vervolgens per 1 juli 2021 nog eens met 3%. Daarnaast zal de eindejaarsuitkering – met terugwerkende kracht vanaf 1 december 2018 – met 0,93% worden verhoogd naar 8,33% (van het in december 2018 tot en met november 2019 verdiende salaris). Vanaf november 2020 wordt de eindejaarsuitkering in november uitbetaald. Dit houdt een algehele loonstijging in van 7,43% binnen twee jaar. Dat is aanzienlijk.

Wijziging 2. Contractenbeleid

Vaste contracten

Er zijn nieuwe afspraken gemaakt over het contractenbeleid. Concreet houdt dit in dat werkgevers en werknemers worden gemotiveerd om sneller een vast contract te sluiten. De doelstelling is dat aan het einde van de looptijd van de cao, 90% van de VVT-werknemers een vast contract heeft gekregen. Dit zal dus een grote verantwoordelijkheid voor werkgevers met zich brengen. Daarnaast volgt uit de afspraken (nog) niet concreet hoe partijen aan deze verplichting dienen te voldoen.

Deze bepaling is niet opgenomen in de avv.

Min- en plusuren
Daarnaast zijn er nieuwe afspraken gemaakt met betrekking tot het verrekenen van min- en plusuren. Per 1 januari 2020 zal dit plaatsvinden op jaarbasis. Met betrekking tot de plusuren is bepaald dat indien een VVT-werknemer 12 maanden aaneengesloten structureel meerwerk heeft verricht, deze werknemer een aangepast contract aangeboden moet krijgen. Dit is een nieuwe verplichting. Als de werknemer hier vervolgens niet mee akkoord gaat, dienen deze extra uren te worden uitbetaald.

Voor de minuren geldt dat er geen kwijtschelding plaatsvindt indien de minuren zijn ontstaan op verzoek/initiatief van de werknemer of indien de werknemer niet in de gelegenheid is gesteld om de uren te werken. Indien dit niet het geval is, worden de uren kwijtgescholden. Nieuw hierbij is dat minuren niet meer automatisch op nul worden gezet.

Bereikbaarheid
Ook nieuw is dat het recht op onbereikbaarheid (op vrije dagen) expliciet is opgenomen. Dit recht houdt in dat werknemers op vrije dagen niet hoeven te reageren op berichten van de werkgever. Dit is eerder vastgelegd in de nieuwe cao Gehandicaptenzorg, maar nu dus ook voor VVT. Desondanks dienen er tussen de werkgever en werknemer nog wel concrete afspraken te worden gemaakt over de bereik- en inzetbaarheid. Ook deze nieuwe afspraak zal dus nog moeten worden uitgekristalliseerd.

e-learning-arbeidsrecht-bijzonderheden-in-de-zorg-individueel

Wijziging 3. Korter werken en vervroegd pensioen

Een ander resultaat van de cao-onderhandelingen is de introductie van het “Balansbudget” en de “LandingsBaan”. Eén van de doelstellingen is dat medewerkers gezond en productief het pensioen kunnen halen. Het “Balansbudget” houdt in dat er door werknemers tijd kan worden gespaard, bijvoorbeeld door meerwerk of het opbouwen van verlofuren. Vervolgens kan dit “budget” – met inachtneming van een termijn van vier maanden – worden opgenomen, om daarmee tijdelijk minder/niet te werken. Hier kan van worden afgeweken indien het bedrijfsbelang zich ertegen verzet.

Middels het model “LandingsBaan” wordt het mogelijk om eerder met pensioen te gaan. Het wordt namelijk mogelijk om na 45 jaar werkzaam te zijn geweest in de zorgsector, met pensioen te gaan. Dit betreft de gehele zorgsector, en dus niet alleen de VVT.

Deze bepaling is niet opgenomen in de avv.

Conclusie

De nieuwe cao VVT brengt veel veranderingen met zich. De vraag is echter of deze veranderingen allemaal haalbaar zijn. Dit met name voor kleinere zorginstellingen. Er zijn geluiden dat de nieuwe cao, met name voor deze groep, niet of nauwelijks betaalbaar zal zijn c.q. is. Daarnaast dienen de bepalingen nog verder te worden ingevuld en zijn sommige bepalingen ook afhankelijk van het Pensioenakkoord 2019.

Specialisten over dit onderwerp

Gerelateerde items