Tandarts X heeft een tandartsenpraktijk in het zuiden van het land. Hoewel de steeds wisselende regelgeving hem wel eens benauwd, houdt X nieuwe wetten en regels nauwlettend in de gaten. X heeft ook gelezen over de Wtza en weet dat er een meldplicht zal komen voor zorgaanbieders en ook dat sommige praktijken een Wtza-vergunning zullen moeten aanvragen. Een andere goed ingevoerde tandarts in zijn praktijk, tandarts Y, heeft vernomen dat een ander aspect van de Wtza is dat de NZa aanvullende toezichtstaken zal krijgen, onder meer wat betreft de financiële bedrijfsvoering van zorgaanbieders. Tandarts X vraagt zich af hoe dat precies zit.
Wtza
De Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) brengt voor zorgaanbieders verschillende gevolgen met zich. Onlangs werd bekend dat de Wtza waarschijnlijk vanaf 1 januari 2022 in werking zal treden, in plaats van de eerder voorgenomen datum 1 juli 2021. De meest bekende en grote veranderingen die de NZa met zich brengt, zijn de meldplicht en de vergunningplicht.
De meldplicht houdt kort en goed in dat alle nieuwe en bestaande aanbieders zich moeten melden bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), door middel van een digitale vragenlijst.
Daarnaast dienen grotere tandartsenpraktijken, die zorg verlenen met meer dan 10 zorgverleners, een zogenoemde Wtza-vergunning aan te vragen.
Over deze Wtza-verplichtingen schreven wij eerder in Dentz Magazine nummer 3/4 van 2020.
Extra toezichttaken NZa
Naast bovengenoemde verplichtingen, zal de Wet Marktordening Gezondheidszorg (Wmg) vanwege de inwerkingtreding van de Wtza worden gewijzigd. Daardoor krijgt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) extra toezichtstaken. Het gaat onder meer om het toezicht op de transparantie van de financiële bedrijfsvoering door zorgaanbieders. Wat zal die ‘transparantie van de financiële bedrijfsvoering’ dan inhouden?
Schriftelijke vastlegging van de verdeling van taken en bevoegdheden
Vanaf 1 januari 2022 zal de Wmg waarschijnlijk bepalen dat zorgaanbieders, waaronder mondzorgpraktijken, zorg dienen te dragen voor een eenduidige verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden met betrekking tot de financiële bedrijfsvoering. Deze verdeling dient ook schriftelijk te worden vastgelegd in een document. Doel van de bepaling is dat geen onduidelijkheid bestaat over de taakverdeling binnen zorgorganisaties: duidelijk beschreven moet zijn wie welke taken en bevoegdheden heeft wat betreft de financiële bedrijfsvoering. Dat kan dan ook door interne en externe toezichthouders worden getoetst.
Maken van onderscheid tussen activiteiten in financiële zin
Verder zullen mondzorgpraktijken op basis van de Wmg verplicht zijn de activiteiten op het gebied van zorgverlening te onderscheiden van andere beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten. Deze bepaling is voornamelijk van belang voor zorgaanbieders die zich binnen één entiteit, naast de zorgactiviteiten, tevens bezig houden met andere activiteiten. In dat geval moet de zorgaanbieder in de financiële administratie goed onderscheid maken tussen deze verschillende activiteiten en beseffen dat de NZa mogelijk via het toezicht op de financiële zorgadministratie ook inzage krijgt in de andere activiteiten.
Ontvangsten en betalingen zijn in de financiële administratie traceerbaar naar bron en bestemming
De Wmg zal tevens inhouden dat zorgaanbieders er zorg voor dragen dat in hun financiële administratie onder meer ontvangsten en betalingen traceerbaar zijn naar ‘bron en bestemming’, en dat duidelijk is wie op welk moment welke verplichtingen namens de zorgaanbieder is aangegaan. Dat raakt dus de wijze waarop mondzorgpraktijken hun financiële administratie voeren. Op basis van de nieuwe wettekst van de Wmg lijkt het erop dat zorgorganisaties ontvangsten en betalingen in de financiële administratie van hun praktijk moeten bijhouden en moeten kunnen aantonen van wie deze ontvangsten afkomstig zijn en aan wie bepaalde betalingen zijn gedaan. Daarnaast lijkt het erop dat zorgorganisaties op basis van de Wmg moeten registreren welke personen namens de zorgorganisatie (financiële) verplichtingen zijn aangegaan.
Uit de toelichting op de regelgeving blijkt dat zorgorganisaties steeds aan de hand van documenten moeten kunnen aantonen dat zij voldoen aan bovengenoemde verplichtingen.
Administratieve lasten
De vraag die rijst bij het doornemen van deze verplichtingen, is of de administratieve lasten voor zorgaanbieders in het algemeen, en mondzorgorganisaties in het bijzonder nog behapbaar zijn. Dat zorgaanbieders een deugdelijke administratie moeten bijhouden is logisch en zal niemand verbazen. Het bijhouden van de ‘ontvangsten en betalingen’ in de financiële administratie traceerbaar naar ‘bron en bestemming’ lijkt echter te duiden op extra administratieve ballast. Ook het opstellen van documenten waarin taak- en bevoegdheidsverdelingen zijn vastgelegd, zal extra inzet van zorgaanbieders vragen. Tel daarbij op dat mondzorgaanbieders zich ook rekenschap zullen moeten geven van de andere Wtza-verplichtingen, zoals de meldplicht en vergunningplicht.
Overigens bestaan voor mondzorgaanbieders al de nodige verplichtingen in dit kader. Zo regelt de NZa-Regeling Mondzorg de nodige zaken over administreren, declareren en transparantie. Er zijn geen concrete signalen die erop duiden dat deze bestaande regelgeving voor de mondzorg niet afdoende waarborgen biedt.
Toezicht
De NZa zal toezicht houden op de naleving van de verplichtingen wat betreft de financiële bedrijfsvoering. De wijze waarop daar invulling aan wordt gegeven en de administratieve belasting die dat oplevert moeten wel in verhouding staan tot het doel. Het uitstellen van het in werking treden van de Wtza geeft gelukkig wat lucht en afdoende tijd om nader te kijken naar de verplichtingen die passend zijn voor de mondzorg.
Terug naar de casus
Tandarts X heeft goed begrepen dat de Wtza de nodige wijzigingen met zich zal brengen en dat zijn tandartspraktijk actief stappen dient te ondernemen, om te blijven voldoen aan de regelgeving. Wij verwachten dat de komende maanden steeds concreter zal worden op welke wijze tandartsenpraktijken op juiste wijze kunnen voldoen aan de nieuwe regelgeving. Het is daarom aan te raden dat Tandarts X, en al zijn collega-tandartsen in Nederland, het nieuws rondom de Wtza goed blijven volgen.
Dit artikel is ook verschenen in het DENTZ magazine nummer 6 – jaargang 12 – 2020.