Disfunctionerende (wettelijk) vertegenwoordiger: wat te doen?

Astrid Kiewiet

Advocaat

Bij het uitoefenen van de zorgverlening komen zorgorganisaties en zorgverleners veel in aanraking met (wettelijk) vertegenwoordigers. In ons vorige artikel zijn wij ingegaan op de verplichting voor de vertegenwoordiger om te handelen als goed vertegenwoordiger. Indien dat niet het geval is, kunnen we spreken van een disfunctionerende vertegenwoordiger. Naast dat dit niet wenselijk is voor de patiënt in het kader van goede zorgverlening, levert het ook onwerkbare situatie op voor het zorgpersoneel. In dit artikel gaan we in op de vraag welke mogelijkheden er zijn voor zorgverleners wanneer een vertegenwoordiger niet naar behoren handelt.

Wanneer is er sprake van disfunctioneren?

Een vertegenwoordiger moet zich opstellen en handelen als een goed vertegenwoordiger. De vertegenwoordiger is een soort spreekbuis voor de patiënt, waarbij de zorgverlener de rechten tegenover de patiënt tegenover de vertegenwoordiger uitvoert. Hierbij is het van belang dat de vertegenwoordiger handelt in lijn met wat de patiënt had gewild. Ook heeft de vertegenwoordiger bepaalde plichten, zoals het verschaffen van informatie, het onderhouden van communicatie met de zorgverlener en het coöperatief opstellen tegenover de zorgverleners. Indien de vertegenwoordiger deze plichten niet nakomt, kan er sprake zijn van een disfunctionerende vertegenwoordiger.

Ook kan er worden gesproken van een disfunctionerende vertegenwoordiger, indien de vertegenwoordiger niet langer in het belang van de patiënt, of zelfs tegen de belangen van de patiënt in handelt. Hetzelfde geldt voor de situatie dat de vertegenwoordiger het goed hulpverlenerschap blokkeert of zich verbaal / fysiek agressief opstelt tegenover de zorgverleners of de patiënt.

Aanvragen vervangend vertegenwoordiger

Er zijn verschillende vormen van vertegenwoordiging. Zo kan een vertegenwoordiger worden benoemd door de kantonrechter (curator, mentor en een bewindvoerder) of kan paiënt (toen hij nog wilsbekwaam was) middels een schriftelijke volmacht een vertegenwoordiger hebben aangewezen. Indien één van voornoemde situaties niet van toepassing is, dan kan er sprake zijn van een vertegenwoordiger op grond van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (artikel 7:465 BW). Er kan altijd maar één vertegenwoordiger zijn.

Indien er sprake is van een disfunctionerende vertegenwoordiger – en dit de goede zorgverlening in de weg staat – is het van belang om eerst het gesprek aan te gaan met de vertegenwoordiger om te proberen tot een oplossing te komen. Wij raden daarbij aan om alle gebeurtenissen vast te leggen in het medische dossier, zodat hierop terug kan worden gevallen. Indien nodig is het ook mogelijk om mondelinge / schriftelijke waarschuwingen te geven aan de vertegenwoordiger.

Als blijkt dat de zorgverlener en vertegenwoordiger er – uiteindelijk – niet samen uitkomen, kan er een verzoek tot het benoemen van een (vervangend) wettelijk vertegenwoordiger worden ingediend bij de rechtbank. In het geval de huidige vertegenwoordiger is benoemd door de kantonrechter c.q. is aangewezen in een schriftelijke volmacht, zal de rechter zich buigen over de vraag of de huidige vertegenwoordiger moet worden ontslagen óf kan aanblijven. Indien er sprake is van een vertegenwoordiger op grond van artikel 7:456 BW, zal de rechter beoordelen of deze vertegenwoordiger of een andere persoon wordt benoemd als wettelijk vertegenwoordiger.

Voornoemd verzoek kan worden ingediend door partner of familieleden, de officier van justitie of de zorginstelling waar de patiënt woont of zorg ontvangt. Hierbij kan ook het verzoek worden gedaan tot het benoemen van een professionele vertegenwoordiger.

Wat zijn gewichtige redenen voor ontslag?

Uit rechtspraak zijn enkele voorbeelden te halen die kunnen wijzen op gewichtige redenen om de huidige vertegenwoordiger te ontslaan;

  • Als de vertegenwoordiger niet handelt in het belang van de patiënt;
  • Als er sprake is van gebrekkige communicatie tussen zorgverleners en de vertegenwoordiger met als gevolg dat verzorging of begeleiding van de patiënt in het geding komt;
  • Als de vertegenwoordiger afwezig is bij een cruciale zorgplanbesprekingen;
  • Als de vertegenwoordiger onvoldoende oog heeft voor de inbreng die de patiënt zelf kan hebben bij aangelegenheden waarover nog wel besloten kan worden;
  • Als de vertegenwoordiger tegen advies van zorgverleners in handelt, bijvoorbeeld door de patiënt mee naar buiten te nemen; en
  • Als de vertegenwoordiger nalaat een proactieve houding in te nemen op het gebied van de verzorging van de patiënt, bijvoorbeeld omdat er nooit nieuwe kleding, fruit of eten wordt gekocht voor de patiënt.

Zo is in deze uitspraak de vertegenwoordiger ontslagen omdat zij beslissingen nam die niet in het belang van haar zoon, de vertegenwoordigde, waren. Zo verbleef hij gedurende langere tijd in haar woning en kreeg hij niet altijd de voorgeschreven medicatie. Bovendien verliep de communicatie tussen de vertegenwoordiger en de zorginstelling moeizaam. De rechter oordeelde daarnaast dat de vertegenwoordiger onvoldoende heeft bijgedragen aan een goede relatie en contact tussen de patiënt zijn andere familieleden, terwijl dat volgens de rechter juist tot haar taken behoort.

Ook in deze uitspraak zijn de vertegenwoordigers van een patiënt ontslagen vanwege een verstoorde verhouding tussen de vertegenwoordigers en de zorginstelling. De rechter oordeelde dat deze verstoring vooral het gevolg was van hun afwezigheid bij belangrijke zorgbesprekingen, het verzoek om inzage in de financiële gegevens van de instelling en het feit dat zij de patiënt de benodigde zorg hebben onthouden. De rechter acht het niet van belang dat de onthouding op initiatief van de patiënt heeft plaatsgevonden.

Specialisten over dit onderwerp

Gerelateerde items