Op 1 januari 2022 treedt een nieuwe Governancecode Zorg 2022 in werking. Deze gaat de thans geldende Governancecode Zorg 2017 vervangen. In deze nieuwe Governancecode Zorg (hierna te noemen: ‘Code’) wordt een aantal wijzigingen doorgevoerd, maar deze zien met name op het in lijn brengen van de Code met nieuwe wetgeving. Na 2017 zijn er namelijk diverse nieuwe wetten in werking getreden, zoals de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen ( ‘Wbtr’, de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 (‘Wmcz 2018’) en de Wet toetreding zorgaanbieders ( ‘Wtza’). Wel kunnen de wijzigingen in de Code betekenen dat er een statutenwijziging moet worden doorgevoerd of een toevoeging moet worden gedaan in de reglementen. In dit artikel brengen wij de belangrijkste veranderingen en de belangrijkste gevolgen van de nieuwe Code voor u in kaart.
Belangenverstrengeling
Toelichting
Een ingrijpende wijziging betreft het wijzigen van de belangenverstrengelingsregeling. In de Code staat een toelichting over wanneer sprake kan zijn van belangenverstrengeling. Namelijk, in een situatie waarin een bestuurder of toezichthouder meerdere belangen of functies heeft die elkaar raken of beïnvloeden. De belangenverstrengeling is ongewenst als deze belangen, posities of (neven)functies elkaar zodanig beïnvloeden dat de onafhankelijkheid, objectiviteit of integriteit van een bestuurder of toezichthouder met betrekking tot een belangenafweging dusdanig in het geding komt dat de organisatie kan worden benadeeld en vertrouwen of legitimiteit verliest. Deze definitie geeft ons inziens verduidelijking voor de praktijk.
Regeling belangenverstrengeling
Wat er moet gebeuren als er sprake is van een ongewenste belangenverstrengeling volgens de Code lijkt veel op de tegenstrijdig belangregeling in de Wbtr, maar is niet helemaal hetzelfde. Verder is nieuw dat transacties waarbij tegenstrijdige belangen van bestuurders of toezichthouders spelen altijd onder marktconforme voorwaarden worden aangegaan, de voorafgaande goedkeuring behoeven van de Raad van Toezicht en worden gepubliceerd in het jaarverslag. Ook geldt dat de Raad van Toezicht zo spoedig mogelijk openheid geeft aan de interne medezeggenschapsorganen indien wordt besloten dat sprake is van ongewenste belangenverstrengeling en passende maatregelen worden getroffen.
Statutenwijziging en/of wijziging reglement(en)?
Zeker als een zorgorganisatie de statuten nog niet in lijn heeft gebracht met de Wbtr zullen deze wijzigingen in de Code een statutenwijziging voor veel zorgorganisaties betekenen. Maar ook als dat wel zo is, zal er goed moeten worden gekeken of de statuten voldoende in lijn zijn met de Code op dit punt en zo nodig moeten worden aangescherpt.
Verder betekent deze nieuwe belangenverstrengelingsregeling mogelijk dat uw reglementen van de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht moeten worden aangevuld. In de Code is namelijk opgenomen dat in deze reglementen o.a. moet worden vastgelegd welke (beheers)maatregelen worden getroffen om zo vroeg mogelijk een belangenverstrengeling te signaleren. Als dat nu nog niet is opgenomen, dient u uw reglement op dit onderdeel te wijzigen c.q. aan te vullen.
Medezeggenschap
Een verwijzing naar de nieuwe Wmcz 2018 was te verwachten en wij verwachten voor de praktijk geen wijzigingen. Immers u dient al te voldoen aan de Wmcz 2018. Wat wel nieuw is in de Code is dat niet alleen bij besluitvorming van het bestuur toetsing door deskundigen en betrokkenen (medezeggenschap) moet kunnen plaatsvinden, maar deze toetsing moet nu ook toezien op in de beeld- en oordeelsvorming door het bestuur. Dat is dus in feite een bredere opvatting van wat medezeggenschap inhoudt. Dit hoeft ons inziens niet direct een aanpassing van uw statuten te betekenen, maar wij adviseren wel dit mee te nemen als er een statutenwijziging plaatsvindt.
Verder is medezeggenschap ook op een ander punt uitgebreider opgevat, namelijk dat dit niet alleen gaat om een cliëntenraad of ondernemingsraad, maar ook over professionele medezeggenschap. De Code is ons inziens niet heel helder in wat dit betekent, aangezien het ook volgens de Code deels overlapt met de andere vormen van zeggenschap. Maar het gaat volgens de Code om medezeggenschap van professionals bijvoorbeeld via een adviesraad of informeel via de dagelijkse beroepsuitoefening. Deze uitbreiding heeft invloed op het beleid van een zorgorganisatie over de medezeggenschap, en bijvoorbeeld ook op de taakuitoefening door het toezichthoudend orgaan.
Verwijzing naar wetgeving zoals Wtza
Gelet op het feit dat de Wtza per 1 januari 2022 de Wtzi zal gaan vervangen, is in de Code op enkele punten verwezen naar de Wtza. Zo is opgenomen dat de Wtza bepaalt dat de minimale omvang van een Raad van Toezicht drie leden is. Daarnaast is in de regeling over de honorering van de toezichthouders een expliciete verwijzing naar de WNT opgenomen. Dat is een aanvulling die ook in de statuten terug dient te komen, voor zover er een bepaling in de statuten is opgenomen die ziet op de honorering van de Raad van Toezicht.
Nevenfuncties
In de Code is toegevoegd dat een lid van de Raad van Toezicht dient te melden welke betaalde of onbetaalde (neven)functie hij aangaat tijdens zijn lidmaatschap van de Raad van Toezicht. Naar aanleiding hiervan gaat de Raad van Toezicht na of er belangentegenstellingen spelen die de toezichtsfunctie kunnen belemmeren en neemt hiertoe zo nodig passende maatregelen. Deze bepaling kan in de statuten terugkomen of in het reglement van de Raad van Toezicht.
Samenwerkingsverbanden
Tot slot is in de Code beschreven dat de brancheorganisaties (betrokken bij de totstandkoming van de Code) ervan uitgaan dat de principes van de Code doorwerken in de samenwerkingsverbanden die de zorgorganisatie aangaat. Volgens de inleiding bij de Code kan dat gaan over de afspraken over hoe het bestuur en toezicht ten aanzien van eigen en gedeelde verantwoordelijkheden en gezamenlijke doelen zijn vastgelegd. Dit komt ook terug in wat de Code ziet als ‘goede zorg’. Namelijk ook dat de zorg – daar waar van toepassing – in afstemming met de samenwerkingspartners plaatsvindt. Dit leidt niet direct tot een aanpassing in de statuten of reglementen van een zorgorganisatie, maar het is wel goed om ervan op de hoogte te zijn dat de brancheorganisaties de toepassing van de Code op dit onderwerp breder trekken.
Conclusie
Moeten de statuten dus weer gewijzigd worden met de komst van deze nieuwe Code? Dat ligt er met name aan in hoeverre uw zorgorganisatie verplicht is aan de Code te voldoen en in hoeverre de nieuwe wetten (Wbtr, Wmcz 2018 en Wtza) al in de statuten van de zorgorganisatie zijn verwerkt. Wat duidelijk is, is dat de nieuwe Code wel wijzigingen met zich brengt, en ons advies is om uw statuten daarop na te lezen en desgewenst aan te passen. De Code brengt ook wijzigingen met zich voor de reglementen van de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht. Ons advies is om de reglementen op deze onderdelen na te lezen en waar nodig aan te passen.
Heeft u vragen over de nieuwe Code?
Mocht u naar aanleiding hiervan vragen hebben dan kunt u uiteraard contact met ons opnemen. De specialisten van Eldermans|Geerts kunnen beoordelen in hoeverre de nieuwe Code betekent dat uw zorgorganisatie een wijziging in de statuten en/of reglement(en) moet doorvoeren.
Kennisseminar: Wtza en governance in de praktijk
Er zijn weer behoorlijk wat nieuwe verplichtingen t.a.v. de governance in zorgorganisaties. Zo geeft de nieuwe Wet toetreding zorgaanbieders aanvullende (onafhankelijkheids)eisen voor het toezichthoudende orgaan. En treedt per 1 januari 2022 de vernieuwde Governancecode Zorg 2022 in werking. Wat betekent dit voor zorgorganisaties in de praktijk en moeten bijvoorbeeld aanpassingen gemaakt worden in de statuten?
Op 8 februari a.s. gaan wij daar op in tijdens ons kennisseminar. Meld u hier aan voor ons online kennisseminar.