Een tot stand gekomen geneeskundige behandelovereenkomst – vaak ook zorgovereenkomst genoemd – kan niet ‘zomaar’ eenzijdig worden beëindigd door de zorgaanbieder. Naast het wettelijke vereiste van ‘een gewichtige reden’ moet een zorgaanbieder ook bepaalde zorgvuldigheidseisen in acht nemen. Maar wat als een patiënt weigert te betalen? Mag een zorgverlener dan de geneeskundige behandelovereenkomst beëindigen?
Dit artikel schetst de stappen die moeten zijn doorlopen wil een zorgaanbieder de behandelovereenkomst kunnen beëindigen.
Wanbetaler? Gewichtige reden?
Het eenzijdig beëindigen van een behandelovereenkomst is geregeld in de Wet geneeskundige behandelovereenkomst (hierna: ‘WGBO’). De bepaling in de wet is vrij summier. Zo staat in artikel 7:460 Burgerlijk Wetboek dat de hulpverlener, behoudens gewichtige redenen, de behandelingsovereenkomst niet kan opzeggen.
Het is voorstelbaar dat een zorgaanbieder vanwege het uitblijven van de betalingen, de geneeskundige behandelingsovereenkomst met desbetreffende patiënt wenst te beëindigen en/of de zorg niet wenst voor te zetten. Maar is het uitblijven van betaling een gewichtige reden? Volgens de KNMG-Richtlijn Niet niet-aangaan of beëindiging van de behandelovereenkomst kan dat het geval zijn.
Uit deze richtlijn volgt dat “het voortdurend weigeren om de rekening te betalen” kwalificeert als een gewichtige reden om de behandelingsovereenkomst eenzijdig op te zeggen. Hier zitten echter wel wat haken en ogen aan. Uit een uitspraak van het Centraal Tuchtcollege in Den Haag blijkt namelijk dat de zorgaanbieder herhaaldelijk moet hebben verzocht om de rekening te betalen.
“(..) Weliswaar heeft klager zowel in eerste aanleg als in beroep verklaard dat het geen onwil was dat hij één of meerdere nota’s niet betaalde, maar dat hij nadere uitleg wenste. Vast staat echter dat klager bij herhaling niet aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan. Onder deze omstandigheden is sprake van gewichtige redenen en heeft de tandarts de behandelrelatie mogen beëindigen.”
Dit blijkt ook wel uit de uitspraak van Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam waar wordt geoordeeld dat het weigeren van behandeling bij eenmalig niet betalen van een (al dan niet terecht in rekening gebracht) bedrag niet past bij goed zorgverlenerschap.
Zorgvuldigheidseisen
Het eenzijdig opzeggen van de behandelovereenkomst door de zorgverlener moet volgens de KNMG niet worden gezien als lichte beslissing en moet om die reden goed worden onderbouwd door de zorgverlener.
De KNMG Richtlijn ‘Niet-aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst’ geeft handvatten om op een zorgvuldige manier de overeenkomst eenzijdig te beëindigen, als sprake is van een gewichtige reden.
Een zorgaanbieder moet in ieder geval de volgende zorgvuldigheidseisen in acht nemen:
- Herhaaldelijk (schriftelijk) waarschuwen en aandringen tot herstel.
Uit vaste jurisprudentie blijkt dat het van belang is dat bij het eenzijdig opzeggen van de behandelovereenkomst wordt aangetoond dat herstel van de relatie niet meer mogelijk is of niet meer in redelijkheid van de zorgaanbieder kan worden gevergd. Het is aan de zorgaanbieder om dit aan te tonen. Zie als voorbeeld bijvoorbeeld deze uitspraak van de Rechtbank Midden Nederland.
- De patiënt (tijdig) zowel mondeling als schriftelijk informeren over het besluit.
De zorgaanbieder moet de patiënt mondeling informeren over het besluit om de behandelovereenkomst te beëindigen. Deze mondelinge beëindiging moet de zorgaanbieder volgens schriftelijk bevestigen. Zie hierover bijvoorbeeld deze uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg.
- Een redelijke opzegtermijn in acht nemen.
Verder blijkt uit de jurisprudentie dat het ook van belang is dat een redelijke opzegtermijn in acht wordt genomen bij het eenzijdig beëindigen van de behandelovereenkomst. De opzegtermijn hangt af van de omstandigheden van het geval en is bijvoorbeeld afhankelijk van de (gezondheidstoestand) van de cliënt, de aard van de zorg en bijvoorbeeld de mogelijkheden voor alternatieven. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat een termijn van twee maanden als niet redelijk wordt beschouwd, omdat het een heel kwetsbare patiënt betreft voor wie beëindiging ernstige gevolgen met zich kunnen brengen. Zie ter illustratie deze uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
- Het verlenen van (noodzakelijke) hulp, totdat een andere behandelaar is gevonden.
De zorgaanbieder moet de noodzakelijke hulp verlenen zolang de cliënt geen andere zorgaanbieder heeft gevonden. Uit deze uitspraak van het Centraal Tuchtcollege blijkt dat het tevens van belang is dat dit aan de client wordt medegedeeld. Indien dit niet wordt medegedeeld kan dit, volgens het college worden gezien als onzorgvuldig.
Niet voldaan aan de zorgvuldigheidseisen?
Als niet is voldaan aan die zorgvuldigheidseisen, kan de overeenkomst in beginsel niet worden beëindigd. Zo kan het zijn dat dat de behandeling moet worden hervat indien niet alleen geen sprake is van gewichtige redenen, maar aan de beëindiging ook geen (schriftelijke) waarschuwing vooraf is gegaan, zoals bijvoorbeeld blijkt uit deze uitspraak van de rechtbank Noord-Holland
Een goed voorbeeld van hoe het dan wel zou moeten, is de uitspraak van het Centraal Tuchtcollege in 2019. In deze uitspraak had de patiënt van een tandarts meerdere nota’s niet betaald, waarna de tandarts de zorgovereenkomst beëindigde. Het Tuchtcollege oordeelde dat in deze casus sprake was van een gewichtige reden – het niet voldoen aan de betalingsverplichting – én dat de tandarts de zorgvuldigheidseisen in acht had genomen. De overeenkomst was dus gerechtvaardigd beëindigd door de tandarts.
Sectorspecifieke regels
Er kunnen voor bepaalde sectoren specifieke regels gelden, waarin voor het eenzijdig opzeggen van de behandelovereenkomst – naast de algemene zorgvuldigheidseisen – nog specifieke zorgvuldigheidseisen gelden. Zie bijvoorbeeld de KNMT-handleiding ‘Niet-aangaan of beëindigen behandelingsovereenkomst 2023’ die geldt voor de mondzorg sector. Uit deze handleiding volgt bijvoorbeeld dat: ‘de situatie zodanig moet zijn dat in redelijkheid niet van de tandarts kan worden gevraagd de behandelingsovereenkomst voort te zetten, met de desbetreffende patiënt’.
Wat indien geen sprake is van een geldige beëindiging?
Indien achteraf gezien geen sprake bleek van een gewichtige reden en/of niet aan de zorgvuldigheidseisen was voldaan, loopt de zorgaanbieder het risico dat de rechter de zorgaanbieder verplicht de patiënt opnieuw in zorg te nemen. Een ander mogelijk gevolg kan zijn dat de tuchtrechter tot het oordeel komt dat een door de patiënt ingediende tuchtklacht gegrond is. Enige voorzichtigheid bij het beëindigen van de zorgovereenkomst is derhalve geboden.
Tot slot
Het eenzijdig beëindigen van de behandelovereenkomst is niet eenvoudig, zelfs indien sprake is van het niet betalen van facturen. Telkens moet getoetst worden of sprake is van een gewichtige reden en of voldaan is aan verschillende zorgvuldigheidsvereisten. Onmogelijk is het dus evenwel zeker niet; zoals ook blijkt uit diverse uitspraken.