Welke verplichtingen gelden op grond van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 voor een zorginstelling?
De Wmcz 2018 bevat veel verplichtingen waar een zorgorganisatie zich aan dient te houden. Hieronder gaan wij o.a. in op het instemmingsrecht, de medezeggenschapsregeling, het huishoudelijk reglement, de commissie van vertrouwenslieden, en de inspraakregeling.
Instemmingsrecht
Op grond van de Wmcz 2018 krijgt de cliëntenraad een instemmingsrecht. Dat is nieuw. Dit betekent dat het bestuur van een zorginstelling over een negental in de wet genoemde onderwerpen voor het nemen van het besluit goedkeuring van de cliëntenraad moet hebben. Indien de instelling geen instemming krijgt van de cliëntenraad dan kan zij vervangende toestemming vragen van de commissie van vertrouwenslieden. De commissie van vertrouwenslieden kan slechts toestemming geven indien de beslissing van de cliëntenraad onredelijk is of als de instelling genoodzaakt is tot het nemen van het voorgenomen besluit (dan moet het om zwaarwegende redenen gaan).
Medezeggenschapsregeling
Indien een zorgorganisatie een cliëntenraad dient in te stellen, dan zal ook een medezeggenschapsregeling opgesteld moeten worden. Een medezeggenschapsregeling is een schriftelijke regeling over medezeggenschap die door de instelling, na overleg met de cliëntenraad – of bij afwezigheid daarvan na overleg met een representatief te achten delegatie van cliënten en hun vertegenwoordigers – is opgesteld. Instellingen die al een medezeggenschapsregeling hebben krijgen tot uiterlijk 1 januari 2021 de tijd om hun regeling conform de eisen van de Wmcz 2018 te wijzigen. Cliëntenraden hebben wel meteen vanaf 1 juli 2020 instemmingsrecht ten aanzien van het opstellen en wijzigen van deze medezeggenschapsregeling.
In de medezeggenschapsregeling staat hoe de cliëntenraad is georganiseerd en welke bevoegdheden deze heeft. Er worden meerdere eisen gesteld aan de inhoud van een medezeggenschapsregeling. In deze regeling dient bijvoorbeeld geregeld te zijn hoeveel leden deelnemen aan de cliëntenraad, hoe deze leden worden benoemd en ontslagen, welke personen tot lid kunnen worden benoemd en de zittingsduur. Uit de regeling dient tevens te volgen op welke wijze de cliënten worden betrokken bij besluiten ten aanzien van bepaalde onderwerpen.
Het is van groot belang dat de medezeggenschapsregeling conform de bepalingen van de Wmcz 2018 is opgesteld.
De advocaten en juristen van Eldermans|Geerts kunnen u ondersteunen bij het opstellen van de medezeggenschapsregeling.
Huishoudelijk reglement
De cliëntenraad is verplicht om zijn werkwijze, met inbegrip van zijn vertegenwoordiging in en buiten rechte, in een huishoudelijk reglement op te nemen.
Commissie van vertrouwenslieden
De instelling is verplicht om in overleg met de cliëntenraad (of raden) een commissie van vertrouwenslieden in te stellen of aan te wijzen. Zowel de instelling als de cliëntenraad kan de commissie van vertrouwenslieden raadplegen indien er zich een geschil tussen hen bestaat. Bijvoorbeeld: stemt een cliëntenraad niet in met een bepaald besluit van de instelling, dan kan de instelling vervangende instemming vragen aan de commissie. Andersom kan de cliëntenraad de commissie inschakelen indien de instelling een ongevraagd advies van de raad niet wenst uit te voeren.
Inspraakregeling
Naast de medezeggenschapsregeling kan ook de verplichting bestaan om een inspraakregeling te hebben. Instellingen waarin cliënten langer dan een half jaar verblijven zijn verplicht om cliënten en hun vertegenwoordigers directe inspraak te geven in zaken die het dagelijks leven van de cliënt aangaan. De instelling is vrij om hier zelf een regeling voor in te richten. De instelling dient haar cliënten en hun vertegenwoordigers ook te informeren over hetgeen zij heeft gedaan met de resultaten van de inspraak. Deze verplichting staat dus los van het instellen van een cliëntenraad.
Statuten
Een andere belangrijke verplichting is dat rechtspersonen per 1 juli 2020 in de statuten op dienen te nemen dat de cliëntenraad in de gelegenheid wordt gesteld om een bindende voordracht te doen voor de benoeming van ten minste één lid van het toezichthoudende orgaan van de instelling. Een niet-rechtspersoon (een eenmanszaak, C.V., V.O.F., of maatschap), dient deze regeling schriftelijk vast te leggen. De huidige regeling dat de cliëntenraad een bindende voordracht kan doen voor benoeming van een bestuurslid wordt dus gewijzigd naar een bindende voordracht van een lid voor het toezichthoudende orgaan. Dit is dus een belangrijke wijziging per 1 juli 2020.
De advocaten en juristen van Eldermans|Geerts kunnen uw statuten beoordelen en u adviseren of deze conform de Wmcz 2018 en andere relevante wetgeving is.