Het Nederlandse zorgstelsel bevat verschillende wetten op basis waarvan inwoners van Nederland zorg kunnen genieten. Dit worden de stelselwetten genoemd. In Nederland sluit iedereen een verzekeringsovereenkomst af met een zorgverzekeraar. De Zorgverzekeringswet (hierna: “Zvw”) regelt waar die verzekeringsovereenkomst aan moet voldoen. Het bevat de verzekeringsprestaties waar een verzekerde recht op heeft. Dit is verder uitgewerkt in het Besluit zorgverzekering en de Regeling zorgverzekering.
De Wet langdurige zorg (hierna: “Wlz”) geeft recht op zware, langdurige en intensieve zorg. Alle ingezetenen van Nederland zijn van rechtswege hiervoor verzekerd en hoeven hiervoor dus geen aparte zorgverzekering af te sluiten. Wlz kent twee varianten, het persoonsgebonden budget en zorg in natura. Zorg in natura houdt in dat iemand recht heeft op zorg van een zorgaanbieder die daarvoor een overeenkomst heeft gesloten met de Wlz-uitvoerder (dat is een rechtspersoon die tot een groep behoort waarvan een zorgverzekeraar deel uitmaakt). Met een persoonsgebonden budget kan iemand zelf over een tegoed beschikken waarmee voor zorg wordt betaald. De Sociale Verzekeringsbank beheert dit potje geld. Voordeel is dat iemand zelf kan kiezen van welke zorgaanbieder hij of zij gebruik maakt.
Een vergelijkbaar systeem kent de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: “Wmo”). Op grond van de Wmo dragen gemeenten ervoor zorg dat hun inwoners toegang hebben tot voorzieningen waarmee zij zelfstandig kunnen (blijven) functioneren en wonen. Denk aan hulp bij het huishouden, vervoer en beschermd wonen. De voorzieningen die gemeenten bieden worden veelal aanbesteed of gesubsidieerd. Die aanbestedingen of subsidierelaties worden vastgelegd in overeenkomsten op basis waarvan inwoners zorg in natura kunnen genieten. Maar gemeenten mogen net als bij de Wlz ook persoonsgebonden budgetten via de SVB ter beschikking stellen.
Ons kantoor heeft veel ervaring met de juridische problematiek die de uitvoering van de verschillende stelselwetten meebrengt voor zorgaanbieders. Denk onder meer aan de volgende vraagstukken en diensten:
- samenloop tussen de Zvw, Wlz en/of Wmo (denk hierbij aan vragen over geleverde zorg die in een ander domein thuishoort);
- het begeleiden van zorgaanbieders die – al dan niet in combinatie met andere zorgaanbieders – inschrijven op aanbestedingen onder de Wmo of Jeugdwet;
- advisering over subsidietrajecten;
- advisering over zorgverkoop aan zorgverzekeraars en alle geschillen die daar uit voortvloeien met zorgverzekeraars (zoals overschrijding van het omzetplafond en materiële controles).