Hoe gaan rechters om met beëindiging van zorg in geval van wonen en zorg?

Demi van Rossenberg

Advocaat

Steeds vaker in de zorg zie je dat zorgaanbieders niet alleen een zorgovereenkomst sluiten met cliënten, maar ook een (separate) huurovereenkomst. Cliënten hebben in die situatie geen indicatie voor verblijf, maar huren toch een woning via de zorgaanbieder waar zij de benodigde zorg ontvangen. Lang niet altijd is duidelijk wat er precies moet gebeuren op het moment dat de zorg of begeleiding eindigt. Kan je als zorgaanbieder de zorg zonder meer beëindigen, en kan een cliënt in dat geval aanspraak maken op huurbescherming of niet?

Huurders van woonruimte hebben in Nederland een  vergaande huurbescherming, hetgeen betekent dat verhuurders alleen in zeer uitzonderlijke gevallen de huur kunnen opzeggen. Voor zorgaanbieders die woningen aanbieden is die mate van bescherming niet wenselijk, omdat de zorgaanbieders de woning na het eindigen van de zorg willen aanbieden aan een nieuwe zorgbehoevende. In dit artikel zijn wij ingegaan op de koppeling tussen wonen en zorg en in welke gevallen de wettelijke bescherming ten aanzien van het beëindigen van huur buiten toepassing blijft.

Rechters doen geregeld uitspraak in geval van een beëindiging van een (woon)zorgovereenkomst. In de jurisprudentie wordt door rechters geformuleerd hoe om te gaan met die combinatie van wonen en zorg. In dit artikel staan wij stil bij een aantal relevante uitspraken die recentelijk zijn gepubliceerd.

Gedrag curator

De rechtbank Rotterdam oordeelde over de beëindiging van de zorgovereenkomst vanwege belemmerend gedrag van de curatoren van een cliënt als volgt. De zorgaanbieder heeft zorgvuldig gehandeld, door onder meer een bezoekregeling te hanteren die, gelet op het gedrag van de curatoren, een redelijke maatregel was. Hoewel zich na deze bezoekregeling geen (ernstige) incidenten hebben voorgedaan, heeft de zorgaanbieder kunnen besluiten tot beëindiging van de zorg, onder meer doordat zij haar medewerkers niet hoeft bloot te stellen aan het risico van herhaling van eerdere gebeurtenissen. Tevens woog de rechter mee dat de curatoren de ernst van het effect van hun gedragingen op de medewerkers niet inzien. De curatoren worden door de rechter veroordeeld om mee te werken aan de overplaatsing van de cliënt naar een geschikte zorginstelling.

Geen schriftelijke begeleidingsovereenkomst

In deze zaak is door een zorgaanbieder de zorgovereenkomst beëindigd omdat, onder meer, de indicatie (en daarmee financiering) ontbreekt, er verplichtingen uit de zorgovereenkomst niet worden nageleefd door de cliënt én er sprake is van een veranderde zorgvraag. Van belang is dat het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het feit dat de begeleidingsovereenkomst niet is ondertekend niet van belang is: duidelijk is gebleken dat de gehuurde woonruimte altijd verbonden is geweest met de verleende zorg (ondersteuning en begeleiding) én er is een zorgplan opgesteld dat doorlopend is geëvalueerd. Er is voldoende aannemelijk dat er een zorgovereenkomst is gesloten, al is dit dus niet schriftelijk gedaan.

Hoewel de koppeling tussen wonen en zorg voldoende naar voren komt in de huurovereenkomst, komt het gerechtshof in deze kort geding uitspraak tot de conclusie dat het onvoldoende aannemelijk is dat de rechter in de bodemprocedure zal oordelen dat de zorgovereenkomst, en daarmee ook de huurovereenkomst, is geëindigd. Geen van de aangedragen gronden zijn van voldoende gewicht om tot opzegging over te kunnen gaan.

Continuïteit zorg

De rechtbank Gelderland oordeelt in geval van een door een zorgaanbieder aangekondigde beëindiging van zorg bij een dementerende cliënt, als volgt. Niet alleen was geen sprake van een gewichtige reden, ook is niet aan de zorgvuldigheidseisen voldaan. Zo is een opzegtermijn van 16 dagen in geval van deze cliënt onvoldoende, onder meer doordat het gaat om een kwetsbare cliënt die volledig afhankelijk is van de geboden zorg. Dat er alternatieve zorgorganisaties zijn aangedragen door de zorgaanbieder maakt dit niet anders. De rechter gebiedt de zorgaanbieder de zorg voort te zetten. Er moet dus goed worden gekeken naar de kwetsbaarheid van cliënten; nu de zorgcontinuïteit in dat geval zwaar(der) kan wegen.

Overlast en agressie richting medewerkers

In deze kwestie is de huurovereenkomst beëindigd wegens  meerdere ernstige tekortkomingen in de nakoming van de huurovereenkomst, gelet op de overlast die door cliënte zou zijn veroorzaakt en door de door cliënt geuite agressiviteit. Het standpunt van de zorgaanbieder dat de begeleidings- en huurovereenkomst samenhangen en het begeleidingselement overheersend is, is niet relevant volgens de rechter. De begeleidingsovereenkomst is namelijk niet beëindigd, enkel de huurovereenkomst. Daarin is geen koppeling gemaakt met de begeleidingsovereenkomst. De rechter in kort geding wijst de gevorderde ontruiming alsnog toe, nu de aard en de ernst van de gedragingen zodanig zijn dat een rechter in de bodemprocedure de huurovereenkomst waarschijnlijk zal ontbinden vanwege het niet nakomen van de verplichtingen van huurders. Er wordt gekeken naar de wettelijke regels ten aanzien van beëindiging van huur. De hoge drempel ten aanzien van het beëindigen van huur wordt in deze uitspraak gehaald. De les die hieruit volgt is dat, indien sprake is van wonen en zorg, het van belang is, indien mogelijk, de zorg te beëindigen, nu – als sprake is van een gedegen  koppeling en overheersend zorgelement – de huurovereenkomst dan van rechtswege eindigt. Hoewel in deze uitspraak sprake was van zodanig ernstige gedragingen dat de huurder geen huurbescherming toekomt, komt het vaak voor dat een ontruimingsverzoek, vanwege deze bescherming, niét wordt toegewezen.

Ingestemd met begeleidingsovereenkomst?

De rechtbank Overijssel oordeelt dat de beëindiging van de begeleidings- en huurovereenkomst niet rechtsgeldig is. Dit omdat onvoldoende is komen vast te staan dat de cliënt heeft ingestemd met de begeleidingsovereenkomst. Er kan niet worden vastgesteld wat de inhoud c.q. omvang is van de afspraken met betrekking tot de begeleiding. Doordat niet duidelijk is met welke ‘zorgovereenkomst’ de huurovereenkomst is gekoppeld, kan het einde van de begeleiding niet het einde van de huurovereenkomst met zich brengen. Let dus goed op bij het schriftelijk vastleggen én ondertekenen van zowel de zorg- als huurovereenkomst.

Tot slot

In dit artikel zijn wij ingegaan op een aantal uitspraken van rechters over de beëindiging van (woon-)zorgovereenkomsten. In de praktijk komt het geregeld voor dat de beëindiging niet rechtsgeldig is, met als gevolg dat een cliënt zorg dient te blijven krijgen én kan blijven wonen in de woonruimte. Het is dus goed om een les te halen uit de aandachtspunten die volgen uit deze uitspraken.

Mocht u vragen hebben over de koppeling, beëindiging of anderszins vragen hebben over woonzorgovereenkomsten, neemt u dan contact met ons op.

Specialisten over dit onderwerp

Daniël Post

Advocaat-Partner 030-2393384 Lees meer

Karik van Berloo

Advocaat-Partner 030-2393386 Lees meer

Gerelateerde items