Zowel bij eerstelijns als tweedelijns zorgaanbieders speelt bij het einde van de samenwerking de afrekening van goodwill vaak een rol. In de praktijk zien wij dat hier (voor partijen vaak onverwacht) onduidelijkheid over is. Heb ik bij vertrek recht op goodwill en zo ja hoeveel? De verwachtingen ten aanzien van beide vragen blijken vaak niet overeen te komen met de gemaakte afspraken of pakken anders uit vanwege het ontbreken van afspraken.
Wat is goodwill?
Goodwill is geen wettelijk recht. Dat wordt echter nog wel eens gedacht. Of er een plicht bestaat tot betalen van goodwill of een recht op het ontvangen van goodwill moet blijken uit de contractuele afspraken die partijen hebben gemaakt. Er zijn verschillende definities van goodwill in omloop. Zo wordt goodwill aangeduid als ‘de contante waarde van de overwinst van de onderneming’ of ‘de ontastbare meerwaarde van een bedrijf’. De gemaakte afspraken zijn dus leidend voor een recht op goodwill. En daar gaat het vaak mis.
Veel samenwerkingscontracten in de zorg (denk aan maatschapsovereenkomsten, v.o.f. overeenkomsten) kennen wel een goodwill bepaling, maar deze is vaak maar minimaal uitgewerkt en voor meerderlei uitleg vatbaar. Of de afspraken dateren van jaren terug en passen niet meer bij de huidige tijd. Dit maakt dat bij een vertrek of ontvlechting van een samenwerking discussie ontstaat over de goodwill. Is het wel of niet verschuldigd en zo ja, hoeveel?
Goodwill voor eerstelijns zorgverleners?
In de eerstelijn zien we dat de discussie over goodwill samenhangt met de zorgsoort. Zo is het in de farmacie gebruikelijk dat goodwill betaald wordt. Vaak wordt deze goodwill bepaald aan de hand van de EBITDA vermenigvuldigd met een bepaalde factor. De hoogte van deze factor is onderdeel van de onderhandelingen tussen partijen en wordt feitelijk door marktwerking bepaald.
Wij zien vooral discussie ontstaan bij zorgverleners die in een maatschap of v.o.f. georganiseerd zijn. Dit kan bijvoorbeeld een samenwerking zijn tussen fysiotherapeuten, een samenwerking tussen een tandarts en mondhygiënist, of tussen psychologen en psychiaters. De inhoud van de maatschapsovereenkomst of de v.o.f. overeenkomst is dan bepalend voor het recht op goodwill en de hoogte ervan. En deze overeenkomsten bevatten vaak hiaten.
Voor huisartsen ontstaat discussie of zij wel gerechtigd zijn tot goodwill. Dit heeft te maken met het feit dat in het verleden het Goodwillfonds is opgericht om huisartsen te compenseren die goodwill voor hun praktijk betaald hebben. Dit Goodwillfonds bestaat niet meer. Per individuele casus in de huisartsenzorg zal het recht op goodwill beoordeeld moeten worden.
Goodwill en medisch specialisten
Voor medisch specialisten, vrij gevestigd, geldt dat zij bij toetreding tot hun maatschap goodwill hebben betaald. Zij verwachten dan ook dat zij bij uittreding (hetzij vanwege pensioen, hetzij om andere redenen) deze goodwill terug krijgen en vaak minimaal voor het bedrag dat zij zelf hebben betaald. Deze verwachting blijkt in de praktijk niet altijd gegrond.
Stelsel van de integrale bekostiging
Met de komst van het stelsel van de integrale bekostiging is de organisatie tussen ziekenhuis en maatschappen van vrij gevestigd medisch specialisten gewijzigd. De maatschappen zijn opgegaan of aangesloten bij het Medisch Specialistisch Bedrijf (“MSB”).
Voor veel ziekenhuizen geldt dat er samenwerkingsovereenkomsten zijn gemaakt met het MSB. In dit artikel laten wij het MSB als (mede)aandeelhouder van het ziekenhuis buiten beschouwing.
In de hoeveelheid nieuwe afspraken die vanaf de invoering van de integrale bekostiging gemaakt zijn, is de goodwill component van een individuele medisch specialist ons inziens ondergesneeuwd. Daar komt bij dat het MSB van sommige ziekenhuizen gerechtigd is te bepalen of een vertrekkende medisch specialist vervangen mag worden. Dat is dan niet meer aan de individuele maatschap/vakgroep zelf. Het komt voor dat het MSB gerechtigd is te besluiten om geen vervanging toe te staan.
Hoe zit het dan met goodwill voor de vertrekkende maat?
In dat geval wordt de betreffende maatschap of vakgroep vaak wel gecompenseerd. Dit alles moet blijken uit alle gemaakte afspraken tussen het ziekenhuis, MSB en de medisch specialisten verbonden aan het MSB.
Niet meer van deze tijd
Deze omstandigheden hebben invloed op het bedrag aan goodwill dat nog toekomt aan de vertrekkende medisch specialist. Uitgaan van de verwachting dat een opvolger de goodwill betaalt, blijkt niet meer van deze tijd. Dit is tevens een complicerende factor. Toetredende (jonge) medisch specialisten zijn niet altijd (meer) bereid om goodwill te betalen. Geluiden uit de praktijk zijn dat deze nieuwe generatie er ‘anders in zit’. Zo zijn zij sneller tevreden met een positie in loondienst en zijn niet altijd bereid om zich in de schulden te steken. Oplossingen die wij in de praktijk zien is dat gekozen wordt voor een in- en uitverdienregeling. Daarbij start de maatschap/vakgroep feitelijk met nieuwe afspraken over de goodwill. Dit kan heel verstandig zijn.
Tot slot
Wilt u advies over uw eventuele recht op goodwill, gaat u een nieuw samenwerkingsverband aan of treedt u toe tot een maatschap of v.o.f. en wilt u heldere afspraken maken over goodwill bij toetreding en vertrek, dan kunt u zich tot ons wenden. De specialisten van Eldermans|Geerts hebben ruime ervaring en zijn ter zake deskundig.