Per 1 januari 2022 is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) in werking getreden. Los van de meldplicht, de vergunningplicht en het vereiste van een interne toezichthouder, behelst de Wtza – althans de Aanpassingswet Wtza – ook een ruimere jaarverantwoordingsplicht voor zorgaanbieders. De NZa heeft recent 5 handreikingen gepubliceerd ten aanzien van die jaarverantwoording, om de zorgaanbieder op weg te helpen.
Wat is de jaarverantwoording Wtza?
De jaarverantwoordingsplicht houdt kort samengevat in dat zorgaanbieders jaarlijks vóór 1 juni (dus uiterlijk 31 mei!) van het jaar financiële verantwoording afleggen over het jaar ervoor. Dat gebeurt – samengevat – middels het openbaar maken van meerdere financiële gegevens en het invullen van een aantal vragenlijsten. Deze verplichting kende de WTZi al voor een kleinere categorie zorgaanbieders. Met de introductie van de (A)Wtza geldt deze verplichting voor een veel grotere groep zorgaanbieders, ongeacht of zij een Wtza-vergunning hebben en ook ongeacht de rechtsvorm. Voor veel aanbieders is dit dus nieuwe materie.
Welke gegevens moeten worden aangeleverd?
De jaarverantwoording bestaat uit zowel financiële als niet-financiële verantwoording.
Niet-financiële verantwoording
De niet-financiële verantwoording bestaat uit een vragenlijst over de bedrijfsvoering van de zorgaanbieder. Een deel daarvan wordt openbaar gemaakt en een deel niet. Welke delen dat zijn, staat in de vragenlijst aangegeven. De niet-openbare vragenlijst is alleen toegankelijk voor toezichthouders zoals de NZa. Het openbare deel is toegankelijk voor iedereen. De vragenlijst gaat over onder ander governance, financiering, uitbesteding en onderaanneming en personeel.
Financiële verantwoording
Er is daarnaast uiteraard nog een financiële verantwoording. Wat de inhoud is van de financiële verantwoording, hangt af van de rechtsvorm en grootte van de zorgaanbieder. Een eenmanszaak dient andere gegevens aan te leveren dan bijvoorbeeld een B.V., waarbij een grote B.V. weer andere zaken dient aan te leveren dan een kleine.
Of een rechtspersoon als ‘klein’, ‘middelgroot’ of ‘groot’ definieert, hangt af van onder andere de waarde van de activa, de netto omzet en het gemiddeld aantal werknemers in twee opeenvolgende boekjaren:
Bron: Handreiking jaarverantwoording middelgrote rechtspersonen NZa
Van een eenmanszaak worden bepaalde financiële indicatoren gevraagd, zoals de rentabiliteit, solvabiliteit of het budgetratio. Van een kleine rechtspersoon (zoals een B.V.) wordt echter ook een balans, een winst- en verliesrekening en een toelichting verwacht. Een middelgrote en grote rechtspersoon dienen daarbij bijvoorbeeld ook nog een bestuursverslag en een controleverklaring van de accountant te overleggen.
De NZa heeft per rechtsvorm in haar handreiking inzichtelijk gemaakt wat er aangeleverd dient te worden. Zie hier de handreikingen:
- Handreiking jaarverantwoording middelgrote en grote rechtspersoon
- Handreiking jaarverantwoording abortuskliniek
- Handreiking jaarverantwoording eenmanszaak
- Handreiking jaarverantwoording kleine rechtspersoon
- Handreiking jaarverantwoording personenvennootschap
Toezicht
Het is belangrijk de jaarverantwoording tijdig en volledig openbaar te maken. De NZa is belast met het toezicht op de openbaarmaking en kan handhavend optreden als de verplichting wordt geschonden. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van een boete of last onder dwangsom. Het te laat publiceren van de verantwoording kan dus grote gevolgen hebben. De NZa adviseert in haar handreiking dan ook tijdig te beginnen en je goed te laten adviseren.
Hulp nodig?
Ben je benieuwd welke Wtza-verplichtingen er gelden voor uw zorginstelling, bekijk dan onze Wtza-wizard of luister naar de podcast “Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza): welke verplichtingen komen er op zorgaanbieders af?”