Familieleden of vertegenwoordigers van cliënten kunnen zorgen voor overlast of ander onwenselijk gedrag binnen een zorgorganisatie. Helaas komt dit in de zorg met enige regelmaat voor en kan dit ten koste gaan van zowel de veiligheid van bewoners als van zorgpersoneel. Eerder al schreven wij een artikel over hoe kan worden gehandeld indien sprake is van een conflict met familie van de cliënt, waarin wij aangaven dat een optie is onderzoeken in hoeverre het opleggen van een (tijdelijk) toegangsverbod mogelijk is. Voor zorgaanbieders is dit een lastig dilemma: is het middel (een inbreuk op het familieleven) wel gerechtvaardigd voor het doel (veiligheid en orde binnen de zorgorganisatie)? Onlangs boog de rechtbank Rotterdam zich opnieuw over het opleggen van een toegangsverbod aan een familielid van een bewoner van een verpleeghuis. In dit artikel staan wij daar bij stil.
Wanneer kan een toegangsverbod worden opgelegd?
Voordat wij ingaan op de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, staan wij kort stil bij de regels die gelden voor het opleggen van een toegangsverbod.
Een toegangsverbod is niet zonder meer proportioneel. Het is dus van belang voor een zorgorganisatie om in geval van ongewenst gedrag van een familielid eerst andere maatregelen te treffen, zoals het voeren van gesprekken of het uitproberen van een bezoekregeling. Indien het familielid of de vertegenwoordiger zich alsnog misdraagt, kan het toegangsverbod mogelijk soelaas bieden. Wel gelden er nog een aantal voorwaarden:
- Er moet sprake zijn van een ernstige verstoring van de orde die wordt veroorzaakt door het familielid/de vertegenwoordiger in kwestie;
- De zorgorganisatie moet in huisregels duidelijk hebben omschreven welk gedrag al dan niet is toegestaan. Deze (huis)regels moeten duidelijk zichtbaar zijn en dus bekend bij zowel de cliënten als de bezoekers (denk aan het ophangen van de huisregels in de gang);
- Het familielid dient, bij voorkeur meermaals, te zijn gewaarschuwd. Teneinde bewijsproblemen te voorkomen, is het goed deze waarschuwing(en) schriftelijk vast te leggen. Daarnaast dient bij de waarschuwingen bij voorkeur ook te zijn omschreven wat eventuele consequenties kunnen zijn van het gedrag;
- Het toegangsverbod moet schriftelijk worden aangekondigd en daarin moet worden vermeld om welke gedragingen het gaat en voor hoelang het verbod geldt;
- Er moet ook worden nagedacht over een manier waarop het familielid de cliënt alsnog kan zien. Bijvoorbeeld een regeling waarbij de cliënt bij de receptie kan worden opgehaald voor een ommetje met het familielid, buiten de locatie van de zorginstelling;
- Als de cliënt zich in een terminale fase bevindt is het goed dit mee te wegen.
Los van bovenstaande voorwaarden, dient de zorgorganisatie een (goed onderbouwde) belangenafweging te maken tussen (i) de orde en veiligheid alsmede de kwaliteit van zorg en (ii) het (familie)belang van de cliënt. Een lastige opgave.
Uitspraak rechtbank Rotterdam
In een uitspraak van de rechtbank Rotterdam die recentelijk is gepubliceerd was het volgende aan de orde. Er hebben meerdere incidenten plaatsgevonden tussen een familielid (kind) van de bewoner van een verpleeghuis en het personeel van het verpleeghuis. Uiteindelijk heeft het verpleeghuis een toegangsverbod opgelegd aan het familielid. Deze spande op haar beurt een procedure aan, met het verzoek aan de rechter om het toegangsverbod onmiddellijk op te heffen. Zij stelde dat de zorginstelling misbruik had gemaakt van haar bevoegdheid een toegangsverbod op te leggen én dat er sprake was van een schending van haar Europese recht tot family life (artikel 8 EVRM).
De rechter stelde allereerst vast dat van een toegangsverbod inmiddels geen sprake meer was. De rechter formuleerde dat het ging om een toegangsbeperking waarin het familielid, onder bepaalde voorwaarden, haar vader mocht ophalen voor een ommetje buiten de locatie van de instelling. Bij het opleggen van het toegangsverbod en het opstellen van de voorwaarden nadien, heeft het verpleeghuis voldoende rekening gehouden met de belangen van het familielid, zo oordeelt de rechter. Gelet op de verschillende incidenten die hebben plaatsgevonden, heeft het verpleeghuis geen misbruik gemaakt van haar bevoegdheid door een dergelijk verbod op te leggen. Duidelijk is dat het gedrag in strijd is met de huisregels van het verpleeghuis en daarom niet gepast is. Daarbij hechtte de rechter belang aan het feit dat er veel schriftelijk is vastgelegd over de incidenten en correspondentie op dat vlak. De klachten van het familielid zijn te allen tijde zorgvuldig afgehandeld. Daarnaast bleek er volgens de rechter bij het familielid geen enkele vorm van zelfreflectie aanwezig, terwijl het verpleeghuis wél erkende op welke vlakken verbetering mogelijk was én deze verbeteringsmaatregelen ook heeft getroffen.
Concluderend meent de rechter dat er geen sprake is van misbruik van bevoegdheid. Ook van een inbreuk op artikel 8 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), het recht op familieleven, is geen sprake. Dit gelet op de mogelijkheid voor het familielid om onder bepaalde voorwaarden haar vader te zien en de toezegging dat, mocht haar vader in de terminale fase belanden, het mogelijk zal zijn haar vader te bezoeken onder begeleiding. Al met al komt de rechter tot het oordeel dat de toegangsbeperking terecht is opgelegd.
Deze wijze van beoordeling sluit aan op eerdere rechtspraak. Ook daar weegt een rechter mee of is onderzocht of het de familieleden nog wel vrijstaat om elkaar (onder voorwaarden) te kunnen zien, bijvoorbeeld ergens buiten het verpleeghuis. Tevens volgt ook daaruit het belang van het hanteren van huisregels, waarin duidelijk vermeld staat welk gedrag niet wordt geaccepteerd.
Tot slot
Een toegangsverbod of toegangsbeperking kan onder voorwaarden worden opgelegd indien sprake is van een familielid die de orde ernstig verstoort. Wel is van belang dat dit een zware maatregel betreft en dat, nu deze zo ingrijpend is, daar terughoudend mee om moet worden gegaan. Uit de uitspraak van de rechtbank Rotterdam volgt het belang van het hanteren van duidelijke huisregels en een goede schriftelijke vastlegging van incidenten, correspondentie en eventuele klachtafhandeling.
Het is aan te raden om juridisch advies in te winnen voordat een eventueel toegangsverbod wordt opgelegd. Bij een onrechtmatig opgelegd toegangsverbod kan de zorginstelling schadeplichtig zijn naar het familielid en zelfs – als de cliënt hier ook schade van meent te ondervinden – naar de cliënt.