Hoge Raad over het inzien van medische gegevens

hogeraad - medischegegevens - juridisch

Begin december heeft de Hoge Raad een tweetal uitspraken gedaan over (het inzien van) medische gegevens in relatie tot aansprakelijkheidsclaims. De eerste betrof inzage in het medisch dossier door de jurist van een zorginstelling en/of aansprakelijkheidsverzekeraar en de tweede ziet op het inzien van medisch advies van de aansprakelijk gestelde partij door de patiënt.

Inzage in het medisch dossier door jurist van zorginstelling

De afgelopen jaren is het een steeds vaker voorkomend punt van geschil: het wel of niet mogen inzien van (medische) gegevens. (Medische) gegevens worden ook steeds beter beschermd door wet- en regelgeving. Dat kan voor de patiënt natuurlijk fijn zijn, maar het heeft ook zo zijn negatieve kanten. In de praktijk zien we namelijk steeds vaker dat met name juristen van zorginstellingen en (medisch) aansprakelijkheidsverzekeraars hiertegen aanlopen. Als een claim binnenkomt, is het voor de beoordeling van die claim nodig om de medische gegevens te kunnen inzien. Zonder inzage in de medische gegevens, kunnen zij geen inhoudelijk standpunt innemen, zo stellen zij. Om duidelijk te krijgen welke rechten de patiënt die een zorginstelling aansprakelijk stelt ten aanzien van de medische gegevens heeft, werden prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld.

Relevant in deze kwestie is het volgende. De patiënte heeft een ziekenhuis aansprakelijk gesteld. Het ziekenhuis heeft vervolgens de claim doorgezet aan haar aansprakelijkheidsverzekeraar, die als te doen gebruikelijk de patiënte heeft gevraagd een medische machtiging te tekenen, om toestemming te verlenen voor inzage in het medisch dossier door de jurist van het ziekenhuis en haar aansprakelijkheidsverzekeraar. De patiënte weigerde echter de machtiging te tekenen, maar wilde desondanks wel een inhoudelijke beoordeling van de aansprakelijkstelling.

Prejudiciële vragen

Naar aanleiding van deze casus heeft de rechtbank Rotterdam een drietal prejudiciële vragen voorgelegd aan de Hoge Raad, te weten:

  1. Is toestemming van de patiënt vereist voor de inzage door de jurist of schadebehandelaar van het ziekenhuis resp. de aansprakelijkheidsverzekeraar in de buitengerechtelijke fase?
  2. Zo ja, waarop dient toestemming dan betrekking te hebben?
  3. Kan van een aansprakelijk gestelde hulpverlener worden verwacht dat hij een (inhoudelijk) standpunt inneemt over de aansprakelijkstelling indien de patiënt toestemming weigert om de hiervoor bedoelde inzage te geven?

Toestemming patiënt
De Hoge Raad stelt het belang van het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en eerbiediging van het privéleven voorop. Dit is onder meer neergelegd in art. 10 Grondwet en art. 8 EVRM. Bovendien bestaan er op grond van de AVG regels met betrekking tot het delen van (medische) gegevens en heeft de arts op grond van art. 88 Wet BIG en art. 7:457 BW een geheimhoudingsplicht. De medische gegevens vallen dus onder het wettelijk beroepsgeheim van de arts en andere betrokken behandelaars, reden waarom een hulpverlener aan degenen die bij de claimafwikkeling betrokken zijn alleen inzage mag geven in het medisch dossier als een patiënt toestemming heeft gegeven. Hiermee wordt de eerste vraag beantwoord.

Inhoud toestemming
De Hoge Raad benoemt daarbij dat die toestemming, in de vorm van een machtiging, duidelijk moet maken dat toestemming wordt gegeven voor het delen van (i) relevante medische gegevens met (ii) de personen die worden genoemd in de machtiging zoals een ziekenhuisjurist, een schadebehandelaar en/of jurist van de verzekeraar (iii) ten behoeve van de buitengerechtelijke afhandeling (iv) van het in die machtiging genoemde voorval, waarbij (v) de machtiging vergezeld gaat van een toelichting waarin wordt uitgelegd waarom een medische machtiging wordt gevraagd. Hiermee wordt de tweede vraag beantwoord.

Inhoudelijk standpunt
Tot slot beantwoordt de Hoge Raad de vraag of een aansprakelijk gestelde hulpverlener een inhoudelijk standpunt behoeft in te nemen over de aansprakelijkstelling als de patiënt weigert toestemming te verlenen voor inzage in het medisch dossier ontkennend. Van de hulpverlener kan namelijk niet worden verlangd dat hij een inhoudelijk standpunt inneemt zonder in de gelegenheid te zijn geweest dit standpunt met de jurist te bepalen, aldus de Hoge Raad.

Kortom, de Hoge Raad meent weliswaar dat zonder toestemming een jurist van de zorgaanbieder of diens aansprakelijkheidsverzekeraar de medische gegevens niet mag inzien. Maar door geen toestemming te verlenen, snijdt de patiënt zichzelf in de vingers. In dat geval hoeft namelijk geen inhoudelijk standpunt te worden ingenomen over de aansprakelijkstelling.

Recht op inzage in het medisch advies van een aansprakelijk gestelde partij

Ook in deze kwestie werd het ziekenhuis aansprakelijk gesteld door een patiënte. Zoals te doen gebruikelijk heeft de aansprakelijkheidsverzekeraar van het ziekenhuis eenzijdig advies ingewonnen bij een beroepsgenoot van de betreffende arts om van het handelen van de aansprakelijk gestelde arts te kunnen beoordelen. Zodoende kan de verzekeraar immers een onderbouwd standpunt innemen over de aansprakelijkstelling. Het eenzijdig advies werd ingewonnen bij een gynaecoloog werkzaam in een ander ziekenhuis; ook wel medisch adviseur genoemd.

Regionaal Tuchtcollege
De patiënte heeft verzocht om inzage in dit advies, maar de verzekeraar heeft dit geweigerd. De patiënte heeft zich vervolgens gewend tot de medisch adviseur zelf met het verzoek om het advies te verstrekken. Deze gaf aan dat het advies niet voor inzage beschikbaar is. De patiënte heeft daarom een tuchtklacht ingediend tegen de medisch adviseur. Het Regionaal Tuchtcollege (RTG) verklaarde de klacht kennelijk ongegrond.

Centraal Tuchtcollege
Het Centraal Tuchtcollege (CTG) oordeelde dat de vraag of de patiënt recht heeft op inzage in het medisch advies ontkennend moet beantwoord. Volgens het CTG kan de patiënte een beroep doen op het inzagerecht uit de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (Wgbo), maar toepassing hiervan wordt verhinderd, omdat de ‘aard van de rechtsverhouding’ zich daar in dit geval tegen verzet. Het ziekenhuis en de aansprakelijkheidsverzekeraar hebben namelijk het recht hun verdediging tegen de aansprakelijkheidsclaim van de patiënt ‘in vrijheid en beslotenheid’ te kunnen voorbereiden en moeten in dat verband ook een andere arts kunnen inschakelen om de gang van zaken bij een behandeling te beoordelen, zonder dat de patiënt hier inzage in krijgt.

Cassatie in het belang der wet
De procureur-generaal was van mening dat de juridische motivering van het oordeel van het CTG niet juist was en stelde daarom tegen de beslissing cassatie in het belang der wet in bij de Hoge Raad. De Hoge Raad was het eens met de procureur-generaal dat de juridische motivering van het CTG niet juist is, maar komt wel tot hetzelfde oordeel als het CTG.

De Hoge Raad oordeelde namelijk dat het geven van een advies aan de hand van een medisch dossier geen handeling is op het gebied van de geneeskunst als bedoeld in artikel 7:446 lid 1 BW. Het geven van een medisch advies heeft slechts betrekking op het handelen van de betrokken behandelaar(s) en is niet een handeling die (rechtstreeks) betrekking heeft op de patiënt. Omdat het advies ook niet onder de aparte wettelijke bepalingen over medische keuringen en medische begeleiding valt, valt het geven van medische adviezen dan ook niet onder de regels uit de Wgbo.

Kortom

De Hoge Raad heeft door middel van deze twee uitspraken meer duidelijkheid verschaft over de rechten op inzage van een patiënt in het geval van medische aansprakelijkheidsclaims. Zo wordt het recht op privacy hoog in het vaandel gesteld. Daartegenover staat dan wel dat indien geen toestemming wordt verleend tot het delen van medische gegevens, claims inhoudelijk ook niet hoeven te worden beoordeeld. Bovendien heeft een patiënt niet zonder meer recht op het inzien van een medisch advies van de aansprakelijk gestelde partij, omdat het geven van een medisch advies geen handeling op het gebied van de geneeskunst – in de zin van de Wgbo – betreft.

Specialisten over dit onderwerp

Gerelateerde items