Informatie-uitwisseling bij wilsonbekwame cliënten met familieleden: denk aan het medisch beroepsgeheim

Astrid Kiewiet

Advocaat

Het komt in de zorg regelmatig voor dat er medische informatie wordt uitgewisseld met naasten van de cliënt. In de meeste gevallen zal een cliënt zelf in staat zijn om toestemming te geven aan de zorgverlener, opdat de zorgverlener de medische gegevens kan delen met de naasten van de cliënt. Er zijn ook situaties waar een vertegenwoordiger in het spel is, doordat een cliënt bijvoorbeeld minderjarig of niet meer wilsbekwaam is. In dat geval dient de vertegenwoordiger de belangen van de cliënt te behartigen en dienen de rechten van de cliënt tegenover de vertegenwoordiger te worden uitgeoefend. Met wie mag een zorgaanbieder informatie over de behandeling uitwisselen zonder het medisch beroepsgeheim te schenden? Wij gaan daar in dit artikel verder op in.

Toestemming

In de situatie dat een cliënt wilsbekwaam is, kan diegene op basis van toestemming aangeven bij een zorgaanbieder met wie de medische informatie mag worden gedeeld. Deze toestemming moet uitdrukkelijk zijn gegeven. Dit kan zowel mondeling als schriftelijk plaatsvinden. In het geval de toestemming mondeling wordt gegeven, raden wij aan om dit vast te leggen in het medisch dossier. Daarnaast is het raadzaam om goed bij de cliënt na te gaan welke informatie gedeeld mag worden – bijvoorbeeld alle informatie mondeling delen of volledige toegang tot het online dossier geven – om later discussies te voorkomen. Immers, het medisch beroepsgeheim wordt geschonden indien er meer informatie wordt verstrekt dan de cliënt toestemming voor heeft gegeven, of aan familieleden waar überhaupt geen toestemming voor is gegeven. Daarnaast is het mogelijk om de cliënt te wijzen op de risico’s, zodat diegene zich bewust is van de mogelijke gevolgen van het geven van toestemming.

Vertegenwoordiging

Als is vastgesteld dat een cliënt wilsonbekwaam is en dus geen medische beslissing kan nemen, kan een vertegenwoordiger van de cliënt namens hem of haar optreden. De zorgaanbieder mag dan de relevante informatie verstrekken aan deze vertegenwoordiger om bijvoorbeeld toestemming te krijgen voor een behandeling of om inzage te verlenen.

Bij beslissingen over de zorg en behandeling van een cliënt, dient de zorgaanbieder eerst te kijken of er een wettelijk vertegenwoordiger is zoals een mentor of een curator. Indien er geen wettelijk vertegenwoordiger is, kan iemand die hiertoe schriftelijk is gemachtigd optreden als vertegenwoordiger. Dat kan bijvoorbeeld op basis van een levenstestament het geval zijn.

Is de cliënt wilsonbekwaam en is er geen vertegenwoordiger aangewezen, dan wordt teruggevallen op de “rangorde” op grond van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (artikel 7:465 BW). In dat geval moet eerst bekeken worden of er een partner is (echtgenoot, of andere levensgezel). Is die er en wil diegene deze rol op zich nemen, dan is de partner de vertegenwoordiger. Zo niet, dan volgt de volgende volgorde:  kind, ouder, broer/zus , grootouder of kleinkind van de cliënt.

Lastige situaties in de praktijk

Het kan in sommige situaties lastig zijn om te bepalen met wie gegevens van een cliënt mogen worden gedeeld. Denk hierbij aan een minderjarige cliënt met gescheiden ouders of andere familieconflicten. In dit artikel gaan wij verder in op het toestemmingsvereiste bij gescheiden ouders. Ook hebben wij een artikel geschreven hoe te handelen bij familieconflicten omtrent de zorgverlening.

Een ander voorbeeld vanuit de praktijk is de (zelfbenoemde) eerste contactpersoon van de cliënt, die graag medische informatie wil ontvangen. Een contactpersoon is vaak een naaste van een cliënt die het eerste aanspreekpunt is voor praktische zaken. Dit kan de indruk wekken dat een zorgaanbieder gegevens mag uitwisselen met deze contactpersoon. Echter, de eerste contactpersoon is  niet automatisch ook de vertegenwoordiger  van de cliënt. Zijn dit twee verschillende personen, dan mag in beginsel alleen met de vertegenwoordiger informatie worden uitgewisseld om een schending van het beroepsgeheim te voorkomen.. Zoals hiervoor beschreven, mag een vertegenwoordiger beslissingen nemen ten aanzien van de zorg in het geval dat een cliënt daar niet toe in staat is. Dit is anders bij een contactpersoon, aangezien deze hoedanigheid  geen formeel juridische status betreft. Hoewel een contactpersoon een vertegenwoordiger kan zijn, hoeft dat dus niet zo te zijn in de praktijk. Let daar op wanneer informatie wordt uitgewisseld.

Het is dus van belang hier terughoudend mee om te gaan, aangezien er een schending van het medisch beroepsgeheim zich voordoet op het moment dat medische informatie wordt gedeeld met naasten die geen vertegenwoordiger zijn c.q. waar geen toestemming voor is gegeven door de cliënt of vertegenwoordiger. Een en ander volgt ook uit de KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens.

Tot slot

Het is dus van belang om te weten met wie informatie mag worden uitgewisseld in het kader van de zorgverlening, zodat de zorgverleners hun medisch beroepsgeheim niet (onbewust) doorbreken. Daarbij valt aan te raden om duidelijk voor ogen te hebben – indien de cliënt wilsonbekwaam is – wie de vertegenwoordiger is en wie optreedt als eerste contactpersoon.

 

Specialisten over dit onderwerp

Gerelateerde items