Recentelijk zijn de inkoopdocumenten binnen de Wet langdurige zorg (Wlz) voor het jaar 2025 gepubliceerd, waarin de richtlijnen voor doorlopende contractering (van 2024 tot 2026) zijn geactualiseerd voor 2025. Hoewel er over het algemeen niet veel veranderingen zijn doorgevoerd, is er één opmerkelijke wijziging in het kader van het richttariefpercentage.
Doelstellingen beleid
In de landelijke visie (alle zorgkantoren gezamenlijk)zijn verschillende doelstellingen geformuleerd, die terugkomen in de regionale inkoopstukken per zorgkantoor:
- Toegankelijkheid van de langdurige zorg voor Wlz-cliënten handhaven;
- Focus op innovatie ;
- (Meer en continu blijven) inzetten op
Er zijn vier ‘bewegingen’ geformuleerd voor een toekomstbestendige Wlz-zorg, die sectorspecifiek worden uitgewerkt:
- Zelfredzaamheid waar mogelijk;
- Thuis als het kan;
- Inzetten op innovaties en opschaling digitale zorg
- Regionale samenwerking voor passend aanbod aan kwetsbare groepen.
Zoals aangegeven is van belang dat zorgkantoren blijven verwachten dat zorgaanbieders, net zoals in 2024, actief meewerken aan verduurzaming en in dat kader zich committeren aan de Green Deal 3.0. Ook wordt verwacht dat verduurzaming wordt opgenomen in de strategie van de zorgorganisatie.
De regionale inkoopstukken van de zorgkantoren zijn voor 2025 op punten gewijzigd of aangevuld. Het is van belang om goed in de betreffende inkoopstukken te bekijken wat er gewijzigd is voor het contractjaar 2025. Hierbij de links naar de websites van de zorgkantoren voor 2025:
Richttariefpercentage
Het landelijke richttariefpercentage vormt de basis voor de tarieven binnen de Wlz in het inkoopbeleid en is een percentage van de maximale NZa-tarieven . Dit percentage is cruciaal voor zorgaanbieders omdat het de grondslag vormt voor de financiële afspraken met zorgkantoren. De recente aanpassingen in de methodiek om het richttariefpercentage te berekenen zijn het gevolg van een belangrijk arrest van het Hof Den Haag(ECLI:NL:GHDHA:2024:199).
Een van de kernpunten van dit arrest is de nadruk op een meer evenwichtige verdeling van financiële middelen binnen de zorgsector. Dit impliceert dat zorgaanbieders een redelijke vergoeding moeten ontvangen voor de geleverde zorg, terwijl zorgkantoren ervoor moeten zorgen dat de tarieven binnen hun budgettaire kaders blijven. Uit het arrest van het hof volgt dat de bezwaren die zorgaanbieders hebben geuit op twee punten terecht waren: (i) de financieringsbaten en -lasten moeten worden meegenomen in de berekening en (ii) het richttariefpercentage moet er in resulteren dat de groep zorgaanbieders met een neutraal of positief resultaat een marktaandeel van ten minste 75% heeft (dat was eerst 75% van het aantal zorgaanbieders). De zorgkantoren hebben dit verwerkt in de berekening van het richttariefpercentage. In het document Onderbouwing richttariefpercentages Wlz (juni 2024) kunt u nagaan hoe de berekening precies in zijn werk gaat.
De publicatie van het richttariefpercentage voor volgend jaar (2025) is nu nog niet bekend en is nu gepland op uiterlijk 5 september 2024. Bij bezwaar hiertegen kan er binnen 20 kalenderdagen tegen opgekomen worden, tenzij het betreffende zorgkantoor een andere termijn heeft opgenomen. Het is belangrijk dit goed in de gaten te houden.
Daarnaast is de uitkomst van voornoemde procedure ook verwerkt in de richttariefpercentages voor 2024. Dat is terug te lezen in de nota van wijziging van 31 mei 2024.
Belangrijke termijnen
In de inkoopprocedure worden strikte (bindende) termijnen gehanteerd. Zo is de deadline voor het stellen van vragen en het maken van bezwaar tegen de wijzigingen in de inkoopstukken uiterlijk 13 juni 2024 om 12:00 uur. Na deze datum is het niet meer mogelijk om vragen te stellen of bezwaar te maken. Ook de deadline voor inschrijving is van belang: 31 juli 2024 tot 17:00 uur. Indien de inschrijving is afgewezen, geldt bij de meeste zorgkantoren een termijn van 20 kalenderdagen om tegen de afwijzing op te komen via het starten van een kort geding (en soms het maken van bezwaar bij het zorgkantoor zelf). Als er tegen een afwijzing opgekomen moet worden, is het dus zaak om snel te handelen.
Naast deze reguliere inkoopronde voor 2025 is er ook een mogelijkheid om later (tussentijds) in te schrijven. Dat is in de regel vanaf december of januari mogelijk en dan gaat het contract (mocht dat worden toegewezen) later in 2025 in. Per zorgkantoor is verschillend wanneer dit precies kan en hoe dit in zijn werk gaat, dus dat moet in de regionale stukken bekeken worden.
Tot slot
De contracteerperiode voor langdurige zorg lijkt wellicht eenvoudig, maar het kan een aanzienlijke tijdsinvestering zijn, vooral voor zorgaanbieders die voor het eerst contracteren met een zorgkantoor. Het is raadzaam om op tijd in kaart te brengen aan welke eisen moet worden voldaan en daarbij deskundige hulp te betrekken. De advocaten van Eldermans|Geerts zijn gespecialiseerd in deze materie en kunnen ondersteuning bieden op het juridische vlak bij deze voorbereiding.