Het afgelopen jaar zijn er weer de nodige juridische verplichtingen voor zorgaanbieders in de mondzorg bijgekomen of gewijzigd. Denk alleen maar eens aan de eisen en voorwaarden waaraan tandartsen moeten voldoen volgens de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Dat liegt er niet om.
Regels
Terwijl er een roep is voor minder regels in de zorg, komen er best veel regels bij en worden nadere verplichtingen opgelegd. Ook toezichthouders stellen zich strenger op. Zo heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) recent actief gekeken of er wel op een juiste wijze gebruik wordt gemaakt van bepaalde declaratiecodes, zoals de C22 (aanvullende medische anamnese). Ook zorgverzekeraars roeren zich veelvuldig in het mondzorgdossier en kijken kritisch naar de kosten. Dergelijke onderzoeken leiden in sommige gevallen tot reprimandes of tot terugvorderingen van betaalde declaraties. In de jaarlijkse monitor voor controles op fraude en onregelmatigheden in de zorg staat de mondzorg – terecht of onterecht – weer bovenaan in het lijstje met aantal meldingen. De patiënt wordt mondiger en slikt niet meer alles.
Juridische bijscholing noodzakelijk
Dit alles zorgt ervoor dat tandartsen niet alleen met het vakinhoudelijke deel bezig kunnen zijn, maar zich ook moeten richten op veel andere zaken. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de taakherschikking.
Tijdens hun opleiding krijgen studenten bijzonder weinig mee van deze ontwikkelingen. Nu is het natuurlijk zo dat een aantal van deze zaken de net afgestudeerde tandarts niet direct zal raken, omdat het tot de verantwoordelijkheden behoort van de praktijkhouder. Maar een tandarts heeft ook een belangrijke eigen verantwoordelijkheid en is tuchtrechtelijk aansprakelijk voor hetgeen hij of zij doet op declaratietechnisch gebied en voor de door hem uitgevoerde patiëntbehandelingen. Dus ook de niet-praktijkhouder moet zich er bijvoorbeeld van vergewissen dat behandelingen op de juiste wijze en met de juiste codes worden gedeclareerd.
Kennis verbreden
Nu begrijpen wij goed dat alle regeltjes waaraan voldaan moet worden niet leuk zijn, en ook niet zijn waarvoor je de studiebanken bent ingegaan. Maar dat neemt niet weg dat er ons inziens wel meer aandacht voor (juridisch-)praktische aspecten zou moeten zijn in de opleiding. Denk, ter illustratie, aan meer colleges over (patiënten)rechten, omgang met zorgverzekeraars en toezichthouders, aansprakelijkheids- en tuchtrecht, privacyrecht en gezondheidsrecht.
Want een goede tandheelkundige studie dient niet alleen te voorzien in een goede opleiding op vakinhoudelijk gebied, maar ook in gedegen kennis van het exploiteren van een onderneming in de zorg, met alle praktische en juridische facetten die daarbij horen. Kennis daarvan is voor de moderne tandarts onontbeerlijk.
Het vak van tandarts is een vrij beroep, en dat betekent dat het eenieder die als tandarts BIG-geregistreerd is, vrijstaat zelf een onderneming te drijven. In onze optiek zou het goed zijn indien de opleiding daar in nog verdergaande mate in zou voorzien.
*Het artikel is tevens ook te lezen op pagina 43 in het StuDentz magazine
[pdf-embedder url=”https://www.eldermans-geerts.nl/wp-content/uploads/2018/09/Boek-Dentz4.pdf”]