Misstanden in de zorg: IGJ en de NZa binden de strijd aan

misstanden-in-de-zorg

IGJ en de NZa bundelen hun krachten en hebben deze maand een signalering afgegeven over misstanden in de zorg. Zij willen een nieuwe wettelijke norm introduceren op het gebied van integere en professionele bedrijfsvoering in de gezondheidszorg. Een open norm die IGJ en de NZa kunnen toetsen en bij overtreding kunnen ‘bestraffen’.

Huidige mogelijkheden

Kan een zorgorganisatie op dit moment ongestraft zorggelden oneigenlijk besteden? De media publiceren veel over misstanden in de zorg. Om zorg goed, veilig, betaalbaar en toegankelijk te houden moeten deze praktijken aan banden worden gelegd. Er zijn normen waarin regels voor integere bedrijfsvoering zijn vastgelegd. Op dit moment liggen de waarborgen en verantwoordelijkheden voor een integere en professionele bedrijfsvoering echter uitsluitend bij de bestuurders en de interne toezichthouders van de zorgaanbieders. IGJ en de NZa kunnen bijvoorbeeld niet handhaven op schending van de normen zoals vastgelegd in de Governancecode Zorg 2017, zoals belangenverstrengeling. Dus: de normen zijn er, maar de overheid is afhankelijk van de interne toezichthouders van een organisatie voor de naleving van deze normen. Bovendien is de Governancecode Zorg niet op alle zorgaanbieders van toepassing.

Open norm

IGJ en de NZa hebben de afgelopen tijd hun samenwerking al geïntensiveerd. Dit bleek, in de ogen van IGJ en de NZa zelf, echter onvoldoende. Voor een effectief toezicht vinden zij het noodzakelijk dat er een adequaat wettelijk instrumentarium komt en een duidelijke norm voor een integere en professionele bedrijfsvoering. Dit moet een open norm zijn, die een preventieve prikkel afgeeft. Zorgaanbieders moeten aandacht geven aan risicomanagement en dit op bestuurlijk, financieel en bedrijfsmatig vlak aanscherpen en in het bijzonder wanneer hun zorgverlening gefinancierd wordt via publieke middelen. De open norm geeft de zorgaanbieder zelf de mogelijkheid om deze in te vullen en op een voor hem passende manier aan de norm te voldoen. De NZa en IGJ kunnen gelijktijdig sturen op de norm en hoeven niet voor te schrijven hoe de norm wordt ingevuld. De open norm geeft ook de mogelijkheid om te bestaan naast bijvoorbeeld de Governancecode en toekomstige regelgeving. Al is het goed mogelijk dat de open norm zal worden ingekleurd aan de hand van de al bestaande regels, bijvoorbeeld uit de Governancecode.

Deze norm – professionele en integere besturing van zorgorganisaties – moet, zo is het idee van IGJ en de NZa, van toepassing worden op alle zorgaanbieders. En dus verankerd worden in het publiekrecht.
Wat is professionele en integere besturing?

Wat betekent dat nu: ‘professionele en integere besturing’? IGJ en de NZa geven aan dat de norm moet waarborgen dat bestuursleden geschikt en betrouwbaar zijn, moet voorkomen dat zorggeld verdwijnt uit de zorg door belangenverstrengeling en ervoor zorgt dat het oneigenlijk besteden van zorggeld wordt tegen gegaan. Adequate systemen voor het identificeren en beheersen van risico’s van de bedrijfsvoering moeten daarbij ondersteunen. Daarnaast moeten eisen worden gesteld aan het uitbesteden van diensten aan verbonden ondernemingen (zoals zorg, vastgoed, ICT). En de norm moet leiden tot het verplicht melden van bestuurlijke en financiële calamiteiten aan IGJ en de NZa.

Handhaven?

Maar het veranderen van deze open norm in het publiekrecht is niet voldoende. IGJ en de NZa willen ook beschikken over een adequaat handhavingsinstrumentarium om daarmee zorgaanbieders aan te spreken. Welke bevoegdheden willen IGJ en de NZa dan krijgen?

Te denken valt aan:

  • de mogelijkheid om een toelating van een zorgaanbieder in te trekken of te weigeren;
  • de mogelijkheid om een WTZi-vergunning in te trekken;
  • de mogelijkheid om te verhinderen dat de wettelijke norm omzeild kan worden door binnen een concern met meerdere entiteiten te werken;
  • te beschikken over een boete- en aanwijsbevoegdheid conform de Wkkgz en de Wmg.

Hoe verder?

De signalering is duidelijk. Het is nu afwachten of en wanneer bijvoorbeeld de politiek het oppakt. Dat sturing nodig is op integere bedrijfsvoering blijkt wel uit de praktijk. De huidige handhavingsmiddelen blijken ook niet altijd voldoende. Zo zijn claims op basis van bestuurdersaansprakelijkheid complex en leveren deze niet altijd het gewenste resultaat op. Bovendien is dit gericht op een ‘achteraf’ correctie. De door IGJ en de NZa bedoelde open norm zal preventief moeten werken. Voor sommige zorgaanbieders komt er een ‘norm’ bij. Voor anderen (en dat zijn er gelukkig velen) is de norm al gemeen gedachtengoed. Voor deze zorgaanbieders is het zaak ervoor te zorgen dat zij niet met wéér een regelverzwaring worden opgezadeld, doordat de nieuwe open norm onderhevig wordt aan externe toetsing. Het streven is echter naar integere en professionele bedrijfsvoering als gemeengoed in de zorg. Daar zal niemand tegen zijn.

Specialisten over dit onderwerp

Gerelateerde items