Tandarts X en mondhygiëniste Y werken samen in één praktijk. Tandarts X stelt de diagnose vast, waarna mondhygiëniste Y de behandeling zelfstandig uitvoert: het prepareren van een primaire caviteit. Helaas gaat er iets mis tijdens de behandeling en de patiënt is woedend, zowel op de tandarts als op de mondhygiëniste. Tegen wie kan de patiënt een tuchtklacht indienen?
BIG-beroepen en klacht tegen tandarts
In artikel 3 van de wet BIG is geregeld welke beroepen onderworpen zijn aan het tuchtrecht zoals dat in de wet geregeld is. Het gaat onder meer om apothekers, artsen, GZ-psychologen, psychotherapeuten, verloskundigen en tandartsen.
Op grond van artikel 3 van de Wet BIG kan de patiënt in ieder geval een tuchtklacht indienen tegen de tandarts. Het is echter de vraag zijn of een klacht over de behandeling, die immers niet door de tandarts, werd uitgevoerd, gegrond verklaard zal worden. Uitgangspunt in het tuchtrecht is dat alleen persoonlijke verwijtbaarheid van de aangeklaagde zorgverlener aan de orde kan zijn.
Klacht tegen mondhygiëniste: huidige situatie
De vraag is of er ook een tuchtklacht ingediend kan worden tegen de mondhygiëniste. Voor het antwoord op deze vraag zal er gekeken moeten worden naar de “oude” situatie en de situatie na 1 juli 2020.
Er zijn beroepen in de gezondheidszorg waarvan de opleidingstitel beschermd is. Alleen degenen die deze opleiding hebben afgerond mogen de opleidingstitel voeren. Beroepen met een beschermde opleidingstitel zijn bijvoorbeeld apothekersassistent, diëtist, logopedist, mondhygiënist en optometrist. Zorgverleners met een beschermde opleidingstitel worden niet ingeschreven in het BIG-register. Hoewel mondhygiënisten dus zorgverleners met een beschermde opleidingstitel zijn, is er geen sprake van registratie in het BIG-register en dus zijn mondhygiënisten niet onderworpen aan het tuchtrecht. Op dit moment zal de patiënt uit de geschetste casus dan ook niet-ontvankelijk verklaard worden in zijn klacht tegen de mondhygiëniste.
Voorbehouden handeling
Het prepareren van een primaire caviteit is een voorbehouden handeling die door de tandarts mag worden uitgevoerd. De tandarts mag ook opdracht geven tot het vullen van een primaire caviteit aan een mondhygiëniste, dit betreft de zogenaamde functionele zelfstandigheid van de mondhygiënist. Voor het uitvoeren van de opdracht geldt uiteraard wel dat de mondhygiënist bekwaam moet zijn. Met de taakherschikking zoals die in de mondzorg op komst is, wijzigt de situatie. Uiteraard blijft gelden dat de mondhygiënist bekwaam moet zijn, wat wijzigt is de bevoegdheid om zonder tussenkomst van de tandarts bepaalde handelingen te verrichten
Experiment
Het experiment houdt in dat mondhygiënisten die voldoen aan de daaraan te stellen opleidingseisen gedurende een periode van 5 jaar zonder tussenkomst van een tandarts bepaalde voorbehouden handelingen mogen verrichten. Het gaat daarbij om het prepareren van primaire caviteiten, toedienen van verdovingen en het maken van röntgenfoto’s. Deze tijdelijke toekenning is gebaseerd op artikel 36a van de wet BIG (het zogenaamde experimenteerartikel). Tijdens de experimenteerperiode van 5 jaar wordt de uitoefening van de drie omschreven voorbehouden handelingen gemonitord en na afloop vindt er een evaluatieonderzoek plaats. Als na de evaluatie blijkt dat de registratie zorgt voor effectieve (patiënttevredenheid) en efficiënte zorg, dan zou het experimenteerberoep als artikel 3-beroep kunnen worden opgenomen in het BIG-register. Met dit laatste zou definitief zelfstandigheid ten aanzien van de drie voorbehouden handelingen kunnen worden toegekend.
Klacht tegen mondhygiëniste: toekomstige situatie
Mondhygiënisten die de vierjarige voltijds HBO-opleiding Mondzorgkunde met succes hebben afgerond kunnen zich naar alle waarschijnlijkheid vanaf juli 2020 registeren in het BIG-register als geregistreerd-mondhygiënist.
Zodra de mondhygiënist is opgenomen in het hiervoor genoemde register, is ook de betreffende mondhygiënist onderworpen aan het tuchtrecht, maar dan alleen ten aanzien van de drie aangewezen voorbehouden handelingen. Klachten die geen betrekking hebben op een van de aangewezen voorbehouden handelingen zullen dan ook niet-ontvankelijk verklaard worden. Is sprake van een klacht over een voorbehouden handeling en wordt deze klacht gegrond verklaard, dan kan er alleen een waarschuwing, een berisping of een geldboete opgelegd worden. Het is aan tuchtcollege om zelfstandig de ontvankelijkheid van een klacht te beoordelen om er zorg voor te dragen dat geen handelingen tuchtrechtelijk getoetst worden die niet onder het tuchtrecht vallen.
Tot slot: hoe zit het met Tandarts X en Mondhygiëniste Y?
Na 1 juli 2020 zal de patiënt uit de casus ten aanzien van het preparen van de primaire caviteit zowel tegen de tandarts als tegen de mondhygiënist een tuchtklacht kunnen indienen. Voor zover de mondhygiënist na 1 juli 2020 helemaal zonder tussenkomst van de tandarts gehandeld heeft, kan de klacht alleen tegen de mondhygiënist worden ingediend. Voor beide klachten geldt uiteraard dat niet gezegd is dat de klacht gegrond verklaard zal worden. Immers, voor een gegronde klacht is het noodzakelijk dat vast komt te staan dat er sprake is van handelen of nalaten in strijd met de zorg die de zorgaanbieder in die hoedanigheid behoort te betrachten. Het enkele feit dat er iets “niet goed is gegaan” betekent niet dat er iets “fout is gedaan”.
Dit artikel verscheen ook in DENTZ magazine – nummer 6 – jaargang 11 – 2019.