Onlangs heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: “de minister van VWS”) een nieuwe beleidsregel gepubliceerd met betrekking tot het verbod op gunstbetoon ten aanzien van medische hulpmiddelen. De beleidsregel geeft nadere invulling aan de bepaling in de Wet medische hulpmiddelen (hierna: “de Wmh”) die een verbod stelt op gunstbetoon. De Geneesmiddelenwet (hierna: “de Gnw”) bevat een vergelijkbaar verbod op gunstbetoon. Wat is het verbod op gunstbetoon, waarvoor geldt het en wat wordt in de nieuwe beleidsregel geregeld? Deze vragen worden in dit artikel beantwoord.
Wat is gunstbetoon?
Zoals beschreven, kent zowel de Wmh als de Gnw een verbod op gunstbetoon. De Gnw definieert gunstbetoon als “het in het vooruitzicht stellen, aanbieden of toekennen van geld of op geld waardeerbare diensten of goederen met het kennelijke doel het voorschrijven, ter hand stellen of gebruiken van een geneesmiddel te bevorderen”. De Wmh kent een soortgelijke definitie, waarin het echter niet gaat om het voorschrijven, ter hand stellen of gebruiken van geneesmiddelen, maar om het bevorderen van de verkoop van medische hulpmiddelen of medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek. Beide wetten verbieden een dergelijke handelswijze.
Kort en goed wordt met het verbod op gunstbetoon dus geregeld dat geen geld, diensten of goederen mogen worden aangeboden met het doel om het gebruik van een geneesmiddel of de verkoop van een medisch hulpmiddel te bevorderen. Het verbod geldt voor alle partijen die een commercieel belang hebben bij de toepassing van een medisch hulpmiddel of geneesmiddel, zoals leveranciers en fabrikanten (de aanbieders). Het verbod geldt daarnaast voor de ontvangers: dat kan iedereen zijn die beroepsmatig invloed heeft op de keuze voor een medisch hulpmiddel, zoals bijvoorbeeld zorgaanbieders. Het verbod op gunstbetoon werkt twee kanten op: enerzijds mag de gever het geld of goed niet geven, anderzijds mag de ontvanger dit niet aannemen.
De wetgever acht het onwenselijk dat de zorgaanbieder bij de keuze voor een hulp- of geneesmiddel andere belangen een rol laat meespelen dan rationele overwegingen. Daarbij niet de indruk mag ontstaan dat de zorgverlener zich daarbij heeft laten beïnvloeden doordat bij de inkoop aantrekkelijke cadeaus zijn ontvangen.
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (hierna: “de IGJ”) controleert of het verbod wordt nageleefd en heeft op grond van de Gnw en Wmh de bevoegdheid een waarschuwing of boete op te leggen indien dat niet het geval blijkt te zijn.
Uitzonderingen
Zoals gezegd, is gunstbetoon in beginsel verboden. De Wmh en Gnw bevatten ieder echter vier kaders die, mits daarbinnen wordt gehandeld, een uitzondering bevatten op het verbod op gunstbetoon.
- Zowel de Wmh als de Gnw bepalen dat gunstbetoon niet verboden is als het een vergoeding betreft van of het niet in rekening brengen van deelnamekosten, onder de voorwaarde dat deze kosten beperkt blijven tot hetgeen strikt noodzakelijk is om aan de bijeenkomst of manifestatie deel te nemen.
- Ook indien het gunstbetoon dienstverlening betreft dat redelijk is in verhouding tot het geld of goed, in een schriftelijke overeenkomst is vastgelegd en relevant is voor de leverancier of beroepsuitoefening, is dit niet verboden.
- Het geven en ontvangen van geschenken die van geringe waarde zijn en relevant zijn voor de beroepsuitoefening, is ook toegestaan. Denkbaar is in dat kader dat het geven c.q. ontvangen van een medisch boek, mits dit van ‘geringe waarde is’, is toegestaan, omdat dit relevant kan zijn voor de beroepsuitoefening. Dit zal bij bijvoorbeeld een fles wijn niet snel het geval zijn. De beleidsregels bevatten nadere regels over wanneer sprake is van geringe waarde. Dit is bijvoorbeeld niet meer het geval bij geschenken met een waarde van meer dan 50 euro per keer en 150 euro per jaar.
- Tot slot is het onder voorwaarden toegestaan om kortingen en bonussen bij de inkoop van medische hulpmiddelen aan te bieden en te ontvangen. Dit is gebruikelijk bij de inkoop van deze genees- en hulpmiddelen. In de overeenkomsten die zorgverzekeraars met zorgaanbieders afsluiten is vaak een bepaalde korting die de zorgaanbieder in ieder geval geacht wordt te kunnen realiseren opgenomen, welke korting weer wordt afgetrokken van de vergoeding die de zorgaanbieder voor de geleverde genees-/hulpmiddelen krijgt. De uitzonderingen worden verder uitgewerkt in beleidsregels van de minister voor Medische Zorg (voor geneesmiddelen) en in beleidsregels van de minister van VWS (voor medische hulpmiddelen).
Nieuwe beleidsregel voor medische hulpmiddelen
In april 2022 heeft de minister van VWS een nieuwe “Beleidsregel gunstbetoon Wet medische hulpmiddelen” gepubliceerd, welke het beleid met betrekking verbod op hulpmiddelen in de Wmh nader vaststelt. De beleidsregels vervangen de “Beleidsregels gunstbetoon Wet op de medische hulpmiddelen”, maar wijken daar inhoudelijk niet veel vanaf. De beleidsregels zijn om redenen van leesbaarheid en toegankelijkheid in het geheel opnieuw vastgesteld.
In de beleidsregel worden nadere regels gesteld omtrent de uitzonderingen op het verbod op gunstbetoon voor medische hulpmiddelen. Zo is ten aanzien van de eerste uitzondering, met betrekking tot bijeenkomsten, bepaald dat de bijeenkomst plaats dient te vinden op een passende locatie. Ook wordt de maximumwaarde voor geschenken in de beleidsregel vastgesteld: 50 euro per keer, met een maximum van 150 euro per jaar. Ook wordt bijvoorbeeld benadrukt dat een geschenk van betekenis dient te zijn voor de uitoefening van de praktijk van de natuurlijke persoon die betrokken is bij de toepassing van een medisch hulpmiddel, en dat dit derhalve niet in de privésfeer te gebruiken mag zijn. De beleidsregels voor geneesmiddelen wijken hierin niet af van die voor medische hulpmiddelen.
Een mogelijk verschil tussen genees- en hulpmiddelen kan nog wel zijn dat de regeling voor hulpmiddelen zich richt op de verkoop van hulpmiddelen, terwijl het bij geneesmiddelen ook gaat om het gebruik. Dit kan een breder toepassingsbereik betekenen. Gunstbetoon van geneesmiddelen is bijvoorbeeld niet uitgesloten indien het gebruik van geneesmiddelen in algemene zin wordt bevorderd, zonder een specifiek geneesmiddel te benoemen. In onze optiek is het bevorderen van de verkoop beperkter dan het bevorderen van het gebruik. In de nieuwe beleidsregel ten aanzien van gunstbetoon voor medische hulpmiddelen is dat niet gelijk getrokken met de regeling voor geneesmiddelen.