Nieuwe maatregelen voor pgb-gefinancierde wooninitiatieven: wat gaat er veranderen voor de zorgaanbieder?

pgb-maatregelen-zorg-zorgaanbieder

In een recente brief van de demissionair minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport worden vier maatregelen aangekondigd die zien op wooninitiatieven in de Wet langdurige zorg (hierna: “Wlz”) die worden gefinancierd op basis van het persoonsgebonden budget (hierna: “pgb”). De maatregelen zien op de mogelijkheden om het pgb af te wijzen of deels/onder voorwaarden toe te kennen, op het in kaart brengen van de wooninitiatieven, op de informatie-uitwisseling tussen de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (hierna: “IGJ”) en zorgverzekeraars/zorgkantoren, en op de mogelijkheden voor contractering voor deze wooninitiatieven. Wat betekenen deze maatregelen precies?

Wooninitiatieven en het pgb: knelpunten volgens de minister
De minister stelt voorop dat bij het pgb eigen regie centraal staat: cliënten zouden moeten kiezen voor het pgb omdat zij zelf hun zorg op die manier willen (en kunnen) inkopen en organiseren. Het pgb kan ook geclusterd ingezet worden, bijvoorbeeld in het geval van een wooninitiatief. Ongeveer één op de zes budgethouders in de Wlz doet dit. Dit leidt volgens de minister tot mooie initiatieven, maar volgens de minister ontstaan er ook knelpunten.

Zo constateert de minister dat het lastig is voor het zorgkantoor om maatregelen op te leggen die nodig zijn op het niveau van het wooninitiatief, omdat het zorgkantoor alleen een contractrelatie heeft met de individuele budgethouders en niet met het wooninitiatief. En in de gevallen dat het echt mis gaat bij een zorgaanbieder, lopen de IGJ en de zorgkantoren tegen belemmeringen aan bij het uitwisselen van informatie, zo schrijft de minister.

Daarnaast beschrijft de minister dat cliënten mogelijk geen volledige vrijheid hebben om wel of niet voor een pgb te kiezen, omdat het wooninitiatief waar zij voor hebben gekozen een pgb vereist. Aan de andere kant zien de wooninitiatieven volgens de minister het pgb soms als enige mogelijke leveringsvorm, omdat de eisen van het zorgkantoor voor een contract onhaalbaar of onwenselijk worden geacht.

Vier pakketmaatregelen voor pgb-gefinancierde wooninitiatieven
Om tegemoet te komen aan deze door de minister geconstateerde knelpunten, is  een viertal maatregelen voorgesteld. Hieronder gaan wij kort op elke maatregel in.

  1. Versteviging toegang pgb
    De minister kondigt aan te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om het pgb onder voorwaarden of gedeeltelijk toe te kennen. Hierdoor zouden zorgkantoren bijvoorbeeld eisen kunnen stellen aan de inkoop van zorg en ondersteuning of kunnen verzoeken om de inzet van behandeling naast het pgb. Ook wordt onderzoek gedaan naar wat de NZa en zorgkantoren verder nodig hebben om pgb-aanvragen beargumenteerd af te wijzen. Volgens de minister zou dat ook kunnen betekenen dat zorgkantoren bepaalde wooninitiatieven onderbouwd kunnen uitsluiten als die naar het oordeel van het zorgkantoor ondoelmatige / onverantwoorde zorg leveren.Als laatste vermeldt de minister het amendement voor de uitbreiding van de vergunningplicht op grond van de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza). Als de Eerste Kamer deze motie aanneemt, gaat de vergunningplicht ook gelden voor instellingen met tien of minder zorgverleners, waaronder pgb-gefinancierde wooninitiatieven.
  2. Meer zicht op pgb-gefinancierde wooninitiatieven
    De ontwikkeling van een transparantieregister pgb-gefinancierde wooninitiatieven moet een landelijke dekkend overzicht van alle dergelijke wooninitiatieven geven via het Landelijk Register Zorgaanbieders (LRZa). Zorgkantoren zijn momenteel bezig om alle pgb-gefinancierde wooninitiatieven in kaart te brengen en er start binnenkort een onderzoek naar alle verschijningsvormen van kleinschalige (pgb en gecontracteerde) wooninitiatieven in de Wlz.
  3. Optimaliseren informatie-uitwisseling
    De minister schrijft dat het juridisch ingewikkeld kan zijn voor de IGJ en Zorgverzekeraars Nederland (hierna: “ZN”)/zorgkantoren om informatie uit te wisselen bij signalen dat het bij een zorgaanbieder niet goed gaat. De IGJ en ZN/zorgkantoren werken aan verbetering van de informatie-uitwisseling en de minister gaat na of wijzigingen nodig zijn in wet- en regelgeving.
  4. Vergroten mogelijkheden voor contractering
    ZN en zorgkantoren onderzoeken hoe de contracteringsmogelijkheden voor pgb-gefinancierde wooninitiatieven kunnen worden verbeterd per contractjaar 2026, om zo het proces beter te laten aansluiten bij kleinschalige aanbieders. De zorgkantoren komen – zo geeft de minister te kennen – eind het laatste kwartaal van 2024 met een eerste overzicht van hoe zij de inkoop voor kleine aanbieders beter werkbaar willen maken.


Tot slot
De voorgestelde maatregelen zullen de nodige veranderingen met zich kunnen brengen voor aanbieders van pgb-gefinancierde wooninitiatieven. Sommige veranderingen zijn al nagenoeg zeker, zoals (als de Eerste Kamer daar niet tegen blijkt) de Wtza-vergunningplicht voor kleinere aanbieders.

Van andere voorgestelde wijzigingen is het afwachten in hoeverre deze worden doorgevoerd. Sommige veranderingen zullen voor wooninitiatieven als een verbetering aanvoelen, zoals de verbeterde mogelijkheden om met het zorgkantoor te contracteren, waarbij wellicht ook gekeken wordt naar minder zware eisen voor kleinere aanbieders.
Andere beschreven wijzigingen kunnen ook negatieve gevolgen hebben voor woonzorginitiatieven. Te denken valt met name aan de afwijzingsgronden voor pgb’s, zeker indien daarmee een heel wooninitiatief kan worden uitgesloten. Een afwijzing of intrekking van de pgb’s voor alle bewoners van een wooninitiatief kan voor zo een initiatief immers vergaande gevolgen hebben en kan het einde van het initiatief betekenen. Daar zal dus zeer zorgvuldig mee moeten worden omgegaan.

Kortom: voor kleinschalige wooninitiatieven genoeg reden om deze ontwikkeling scherp in de gaten te houden.

Specialisten over dit onderwerp

Gerelateerde items