NZa start toezicht wat betreft financiële bedrijfsvoering: zorgaanbieder krijgt dwangsom opgelegd

nza-zorg-zorgaanbieder

De Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) en de Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders (AWtza) die in werking zijn getreden, hebben tot doel meer transparantie en verantwoording in de zorgsector te creëren. De toezichtstaak ligt voor een belangrijk deel bij de NZa. Eén van de nieuwe eisen is dat de zorgaanbieder een zogenoemde transparante financiële bedrijfsvoering moet voeren. De NZa is inmiddels gestart met het toezicht op de naleving van deze verplichting en heeft zelfs een zorgaanbieder al een last onder dwangsom opgelegd. Hoe zit dat?

Welke eisen worden gesteld aan de financiële bedrijfsvoering?

De transparantie-eisen zijn vastgelegd in artikel 40a van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg). Hierin staat onder meer het volgende:

  • De zorgaanbieder zorgt voor een eenduidige verdeling van taken en bevoegdheden en legt deze schriftelijk vast;
  • De zorgaanbieder onderscheidt in ieder geval in financiële zin activiteiten op het gebied van zorgverlening van zijn andere beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten;
  • In de financiële administratie van de aanbieder zijn de ontvangsten, betalingen, en de aangetrokken derivaten traceerbaar naar bron en bestemming en duidelijk is op welke momenten welke verplichtingen voor of namens de aanbieder zijn aangegaan.

In een eerder artikel schreven wij al wat er precies van de zorgaanbieder wordt verwacht. En in dit artikel gingen wij in op het opstellen van een Regeling financiële bedrijfsvoering.NZa start toezicht wat betreft de transparante financiële bedrijfsvoering
Inmiddels is duidelijk dat de NZa het toezicht op de naleving van deze eisen aan de financiële bedrijfsvoering is gestart. Dit blijkt uit een gepubliceerd handhavingsbesluit van de NZa, waarin de NZa vaststelde dat een zorgaanbieder artikel 40a van de Wmg heeft overtreden. Volgens de NZa heeft de zorgaanbieder onder meer:

  • Niet duidelijk vastgelegd wat het door de zorgaanbieder ingezette administratiekantoor voor werkzaamheden uitvoert en voor welke financiële processen dat kantoor verantwoordelijk is;
  • Geen beschrijving gegeven van de financiële processen, zoals bijvoorbeeld de wijze waarop financiële transacties worden vastgelegd en gecontroleerd en het proces rondom betalingen;
  • Geen AO/IB ingericht (een geheel van processen binnen een organisatie die een belangrijk onderdeel vormen voor de beheersing en controle van de (financiële) risico’s);
  • Betalingen zijn gedaan die niet traceerbaar zijn naar bron en bestemming;
  • De jaarcijfers uit 2020 niet beschikbaar gemaakt, waardoor het niet mogelijk is om de aard van de financiële transacties te identificeren.

NZa legt dwangsom op
De NZa heeft in het niet naleven van de verplichtingen aanleiding gezien om de zorgaanbieder een last onder dwangsom op te leggen. Dat betekent dat de zorgaanbieder zo snel mogelijk en in ieder geval binnen drie maanden een transparante financiële bedrijfsvoering moet voeren en zich daarbij aan de vereisen van artikel 40a Wmg moet houden. Doet de aanbieder dat niet, dan moet de zorgaanbieder per maand €12.000,- betalen die kan oplopen tot maximaal € 36.000,-.

Verder kan de NZa aanvullend een nieuwe last onder dwangsom opleggen (met een hoger bedrag en eventueel kortere termijnen) of een bestuurlijke boete. Bovendien kan de NZa het CIBG adviseren om de Wtza-vergunning in te laten trekken.

NZa treedt stevig op
Duidelijk is dat de NZa zeer stevig optreedt tegen deze zorgaanbieder vanwege het niet voldoen aan de transparante financiële bedrijfsvoering. Het opleggen van een last onder dwangsom is immers een vergaand middel, laat staan een bestuurlijke boete of het intrekken van de Wtza-vergunning, maatregelen waarmee de NZa wel schermt.

Op het eerste oog lijkt de NZa dan ook wel erg streng in te grijpen. De eisen in artikel 40a Wmg over de transparante financiële bedrijfsvoering zijn immers vrij nieuw en bovendien zijn deze eisen ook vrij strikt, waardoor niet uit te sluiten is dat een behoorlijk deel van de zorgaanbieders daar (nog) niet aan voldoet.

Als ingezoomd wordt op het besluit dat de NZa onlangs heeft genomen, lijkt het er evenwel op dat de zorgaanbieder in kwestie door de NZa meermaals in de gelegenheid is gesteld om transparantie te bieden over de financiële bedrijfsvoering, maar dat de aanbieder desondanks geen transparantie wilde of kon bieden. Ook had de NZa eerder al een aanwijzing gegeven aan de zorgaanbieder vanwege niet voldoende medewerken.  Dat alles lijkt wel te hebben meegespeeld bij de beslissing van de NZa om nu stevig handhavend op te treden.

Desondanks alle reden, gelet op het bovenstaande, voor zorgorganisaties om de transparantie van hun financiële bedrijfsvoering goed onder de loep te nemen en te leggen langs de maatstaven die de NZa stelt.

Specialisten over dit onderwerp

Gerelateerde items