De NZa heeft eind september 2022 via een nieuwsbericht medegedeeld dat de maximumtarieven voor 2023 nogmaals zullen worden geïndexeerd. Goed nieuws, zou je zeggen. Maar is dat wel altijd zo? Worden de tarieven van de zorgverzekeraars door de NZa-indexering ook automatisch aangepast?
Verhoging tarieven door de NZa
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft de NZa in een brief van 20 september 2022 verzocht de door de NZa gereguleerde vergoedingsbedragen en tarieven voor de Zvw en de Wlz voor 2023 te herzien. Dit als gevolg van, zoals VWS dat omschrijft, de ‘uitzonderlijke inflatie en de uitzonderlijke maatregelen die daarop genomen zijn’.
De NZa heeft aan dat verzoek gehoor gegeven en vervolgens de maximale NZa-tarieven verhoogd. Normaliter indexeert de NZa jaarlijks vóór 1 juli de tarieven om deze te laten aansluiten bij de prijzen in een volgend jaar. Gezien de inflatie heeft de NZa er nu dus in overleg met VWS voor gekozen een tweede maal te indexeren, nog vóór 2023 is begonnen.
Inmiddels heeft de NZa ook de nieuwe tariefbeschikkingen gepubliceerd voor de mondzorg:
- Prestatie- en tariefbeschikking tandtechniek in eigen beheer (TB/REG-23608-02)
- Prestatie- en tariefbeschikking orthodontische zorg (TB/REG-23607-02)
- Prestatie- en tariefbeschikking bijzondere tandheelkunde instellingen (TB/REG- 23623-02)
- Prestatie- en tariefbeschikking tandheelkundige zorg (TB/REG-23606-02)
Doorwerking in afspraken verzekeraars
In de mondzorg bieden veel verzekeraars overeenkomsten aan, voor een gedeelte van de mondzorg. Veelal gaat het om tandprothetische zorg en implantologische zorg. Ook voor bijzondere tandheelkunde wordt door verzekeraars gecontracteerd. En sommige verzekeraars bieden praktijken voor mondhygiëne een contract.
De vraag die hierbij opkomt, is of deze tariefsaanpassingen die de NZa heeft gepubliceerd, ook automatisch worden doorgevoerd in de tarieven die de zorgverzekeraars hanteren. Een aantal situaties kan daarbij worden onderscheiden.
1. Overeenkomst is al aangeboden vóór tariefsaanpassing NZa
Zorgverzekeraars bieden in de mondzorg steeds eerder hun overeenkomsten aan, soms zelfs al in augustus of begin september. Indien de overeenkomst is aangeboden vóór het nieuws vanuit VWS en de NZa dat de tarieven worden verhoogd, kan de zorgverzekeraar daar bij het aanbieden van de overeenkomsten geen rekening hebben gehouden.
Dat is echter niet altijd erg. Indien in de overeenkomst een automatische koppeling met de NZa-tarieven is opgenomen, zullen de gecontracteerde tarieven automatisch meestijgen met de verhoogde NZa-tarieven in de tariefbeschikkingen. Doorgaans staat dan in de overeenkomst dat het tarief is gekoppeld aan het vigerende NZa-maximumtarief; het van kracht zijnde NZa-maximumtarief. Dit is vaak het geval voor de honorariumtarieven die zijn opgenomen in bijvoorbeeld de Prestatie- en tariefbeschikking tandheelkundige zorg en orthodontische zorg.
Indien in de overeenkomst wordt gewerkt met vaste tariefbedragen, die niet gekoppeld zijn aan de NZa-maximumtarieven maar door de verzekeraar zelf zijn vastgesteld, werkt deze systematiek echter niet. In dat geval zullen de tarieven zijn vastgesteld vóór de verzekeraar rekening kon houden met de tariefsaanpassingen door de NZa. De verzekeraar zal dan dus – indien de overeenkomst al is aangeboden – de reeds aangeboden tarieven moeten vervangen door nieuwe tarieven, indien hij alsnog rekening wil houden met deze berichtgeving vanuit de NZa.
Dit is veelal het geval bij de materiaal- en techniekkosten, waarbij de meeste zorgverzekeraars de tarieven zelf hebben vastgesteld. Indien de materiaal- en techniekkosten door de verzekeraars – net zoals bij de honoraria – zouden worden gekoppeld aan de Prestatie- en tariefbeschikking Tandtechniek in eigen beheer, zou deze problematiek zich niet voordoen. Dit is evenwel maar bij een enkele verzekeraar het geval.
2. Er is sprake van een meerjarenovereenkomst
Het is ook mogelijk dat sprake is van een meerjarenovereenkomst, die bijvoorbeeld reeds in 2021 is getekend en ook in 2022 en 2023 nog doorloopt. In dat geval hangt het van de inhoud van de overeenkomst af, of de tariefsaanpassingen zullen worden doorgevoerd. Opnieuw geldt dat een koppeling met de vigerende NZa-tarieven ervoor zal zorgen dat de nieuwe NZa-tarieven automatisch zullen doorwerken in de gecontracteerde tarieven. Ook bij een meerjarige overeenkomst geldt echter dat vaste, door de verzekeraar vastgestelde tarieven niet automatisch mee zullen stijgen met de NZa-tarieven.
Van belang hierbij is of de overeenkomst een bepaling kent over indexering van de tarieven. Een deel van de verzekeraars heeft in de overeenkomst opgenomen dat de tarieven bij een meerjarige overeenkomst tussentijds zullen worden geïndexeerd. Dat gebeurt veelal in november of december; in dit geval zou dat dan betekenen dat de zorgverzekeraar nog rekening kan houden met het nieuws vanuit de NZa en VWS. Het is wel aan te raden goed na te gaan op welke wijze de indexering uitwerkt en met welke percentages er wordt geïndexeerd.
Tariefbedragen, zoals bij techniekkosten, zouden ook verhoogd moeten worden
Indien in de overeenkomst vastgestelde tariefbedragen zijn opgenomen die niet gekoppeld zijn aan de vigerende NZa-tarieven, stijgen deze tariefbedragen dus niet automatisch mee. De NZa heeft over dit type tarieven echter het volgende aangegeven:
De NZa vertrouwt erop dat zorgverzekeraar en zorgaanbieder ook voor deze zorgvormen de stijging van de prijsindexcijfers op een passende manier vertalen in hun afspraken.
Het zou derhalve rechtvaardig en juist zijn indien zorgverzekeraars, die werken met dergelijke tariefssystematieken – zoals gezegd veelal voor de materiaal- en techniekkosten –, deze tarieven alsnog zullen verhogen zowel als de overeenkomst al was aangeboden, het een meerjarenovereenkomst betreft als het geval dat de overeenkomst nog moet worden aangeboden.
Daarmee wordt tegemoet gekomen aan de, zoals VWS het noemt, uitzonderlijke inflatie en ook aan de oproep die de NZa heeft gedaan. De eerste zorgverzekeraars hebben inmiddels laten weten hiertoe voor de mondzorg over te zullen gaan: dat is een positieve ontwikkeling.
Dit artikel verscheen eerder op de website van dental INFO.