Ontwikkelingen in de jeugdzorg

jeugdzorg-jeugdwet

De ontwikkelingen in de jeugdzorg volgen elkaar snel op. In dit artikel gaan wij in op twee ontwikkelingen: het rapport ‘Maatregelen financiële beheersbaarheid jeugdzorg’ en het ‘wetsvoorstel eenvoudiger aanbesteden in de zorg’.

Maatregelen financiële beheersbaarheid jeugdzorg: Jeugdwet op de schop?

Het rapport ‘Maatregelen financiële beheersbaarheid jeugdzorg’ heeft veel stof doen opwaaien. Een stuurgroep van rijks- en gemeentelijke vertegenwoordigers heeft een aantal maatregelen uitgewerkt met als doel de tekorten in de jeugdzorg te beperken. De stuurgroep komt tot de conclusie dat – voordat kan worden overgegaan tot aanpassing van de Jeugdwet – drie fundamentele keuzes moeten worden gemaakt door een volgend kabinet:

1. Reikwijdte Jeugdwet

Het is volgens de stuurgroep van belang de reikwijdte van de Jeugdwet te concretiseren. Moet bijvoorbeeld alleen aan ernstige gevallen hulp worden geboden of moet er worden gestreefd naar een maximale ontwikkeling van alle kinderen en gezinnen? Daarnaast moet worden gekeken naar de zwaarte van de problematiek waarvoor jeugdhulp bedoeld is.

2. Beleidsvrijheid gemeente

In het huidige stelsel mogen de gemeentes grotendeels zelf bepalen hoe zij uitvoering geven aan de Jeugdwet en hoeveel geld zij hieraan besteden. Deze beleidstheorie leidt in de praktijk niet tot de beoogde besparingen, maar leidt wellicht wel tot maatschappelijke effecten. De politiek moet een keuze maken: hoe ver gaat de beleidsvrijheid van de gemeente?

3. Uitvoeringsniveau voorzieningen

Voor complexe problematiek kan er aanleiding zijn om regionalisering of centralisering te overwegen. De uitvoeringskosten voor specialistische zorg zijn relatief hoog, omdat een systeem contracten in stand wordt gehouden voor een relatief kleine groep kinderen per jaar. Een hoger schaalniveau zou kunnen leiden tot meer efficiency en het beter kunnen benutten van specialistische capaciteit. Zo kan bijvoorbeeld worden overwogen om jeugd-GGZ over te hevelen naar de Zorgverzekeringswet.

Een volgend kabinet zal moeten beslissen over een eventuele aanpassing van de Jeugdwet.

Wetsvoorstel eenvoudiger aanbesteden in de zorg

Eenvoudiger aanbesteden in sociaal domein

Gemeenten die bepaalde vormen van jeugdzorg inkopen moeten hun opdracht vaak aanbesteden. Daarbij gelden de regels van de Aanbestedingswet 2012, die volgen uit de Europese Aanbestedingsrichtlijn. In het sociaal domein knellen de aanbestedingsregels op bepaalde punten. Het wetsvoorstel eenvoudiger aanbesteden in de zorg beoogt een deel van de problematiek op te lossen.

Afstappen van emvi-criterium

Op dit moment is in de Jeugdwet opgenomen dat gemeenten moeten gunnen op basis van het emvi-criterium (economisch meest voordelige inschrijving). De gunning moet dan bij voorkeur plaatsvinden op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding. Bij gunning op basis van het emvi-criterium moet een aanbestedingsprocedure met inschrijving worden ingericht met een vergelijking van offertes. In de praktijk bestaat hierdoor het risico dat niet de meest geschikte aanbieder, maar de goedkoopste aanbieder als winnaar uit de bus komt rollen. Om de uitvoeringslasten te beperken wordt het emvi-criterium in dit wetsvoorstel geschrapt.

Reële prijs en zorgvuldigheidseisen

Daarnaast wordt in de Jeugdwet opgenomen dat gemeentes in hun verordening nadere regels stellen over (i) reële prijzen en (ii) zorgvuldigheidseisen. Wat betreft de zorgvuldigheidseisen wordt gedacht aan elementen als een minimumcontractduur van drie jaar, tijdige afronding inkoopprocedure en de continuïteit van de zorg na afloop van een contract. Verder regelt het wetsvoorstel dat bij algemene maatregel van bestuur (amvb) nadere regels kunnen worden gesteld over de reële prijzen en de zorgvuldigheidseisen. Het is de bedoeling dat in de amvb onder meer zal worden opgenomen uit welke kostprijselementen de reële prijs moet worden opgebouwd.

Inwerkingtreding

Het wetsvoorstel ligt thans voor aan de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel kan dus nog aangepast, aangevuld of zelfs niet aangenomen worden. En zelfs als het wetsvoorstel door de Tweede Kamer komt, moet ook de Eerste Kamer er nog achter staan. Of en wanneer het wetsvoorstel in werking treedt, is dus nog niet bekend.

Specialisten over dit onderwerp

Gerelateerde items