Tandartspraktijk X heeft een bloeiende tandartsenpraktijk en hoort dat een ‘concullega in de buurt toe is aan pensioen en zijn praktijk wil overdragen. Dat is een kans die X niet aan zich voorbij wil laten gaan. Hoe bereid X zich voor en waar moet X zeker alert op zijn in het overnametraject?
Een praktijk overnemen in de mondzorg is voor de één (denk aan ketens) een bekend verschijnsel en voor anderen is het een ‘once in a lifetime’ ervaring. Een praktijk overnemen c.q. een praktijk overdragen vergt de nodige voorbereiding en begeleiding. Hierbij vier concrete tips voor een praktijkovername.
1. Aandelen of activa
Een tandartspraktijk kan via diverse rechts- of contractsvormen gevoerd worden. Veel voorkomend zijn de b.v., eenmanszaak en de maatschap. Bij overname van een praktijk die via een eenmanszaak of een maatschap gevoerd wordt, kunt u enkel de activa van de praktijk overnemen. Bij een activa transactie wordt besproken (en uit-onderhandeld) welke activa de koper zal overnemen. Vaak zijn dit alle activa die op de balans staan en de lopende contracten. Partijen kunnen afspreken dat passiva (denk aan schulden) niet overgenomen worden. Ook de claims uit het verleden blijven rusten bij de verkopende partij. Het personeel volgt wel de activiteit, waarover later meer. Belangrijk is bovendien dat bij overname van de activa de AGB-Code van de overnemende praktijk niet mee over kan gaan. Dit is een belangrijk punt van aandacht en daar moet de overnemende partij tijdig in het proces rekening mee houden.
Bij overname van aandelen in een b.v. is het bovenstaande allemaal geen issue. Bij overname van aandelen is er geen keuze, in die zin dat de kopende partij de gehele onderneming verkrijgt. Alle contracten, alle vorderingen en alle schulden maar ook de ABG-Code.
2. Weet wat u koopt!
Het is een dooddoener, maar een koper die niet weet wat hij koopt, loopt behoorlijke risico’s. Zeker als de kopende partij de aandelen van een besloten vennootschap overneemt. De koper koopt dan de gehele onderneming (met alle contracten, werknemers, activa en claims uit het verleden), zodat de koper zal willen weten dat op een later moment geen lijken uit de kast komen.
Daartoe wordt vaak een zogenaamd due diligence onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek bestaat meestal uit 3 onderdelen: een financieel onderzoek, een fiscaal onderzoek en een juridisch onderzoek. De omvang van deze onderzoeken bepaalt de kopende partij. Die bepaalt vooraf welke informatie hij graag van de verkoper wenst te ontvangen en stelt daarvoor een vragenlijst op. Het is aan de verkoper om deze vragen te beantwoorden, maar op de verkoper rust een (wettelijke) mededelingsplicht. Dit betekent dat een verkoper belangrijke informatie voor de kopende partij niet mag verzwijgen, ook al wordt deze informatie niet opgevraagd door de kopende partij. Het uitwisselen van al deze informatie is vaak voor beide partijen een tijdrovend, en daarmee kostbaar proces. De verkopende partij kan echter tijd en kosten besparen door al op het moment dat hij beslist zijn onderneming te verkopen, zijn administratie op orde te brengen.
De kopende partij doet er vanuit kostenoverwegingen goed aan zorgvuldig na te denken over de informatie die hij wenst te vergaren en kan met deze informatie zich ook al vast een beeld vormen over de kansen van de onderneming en op welke wijze hij de te kopen praktijk in zijn eigen onderneming wil integreren. De uitkomsten van het due diligence onderzoek zullen weerslag vinden in de op te stellen koopovereenkomst. De kopende partij weet nu welke garanties hij wil vragen en voor welke specifieke risico’s – die uit het due diligence onderzoek zijn gebleken – hij een vrijwaring wil van de verkopende partij.
3. Opgelet bij werknemers!
Werknemers van de over te nemen praktijk nemen een bijzondere positie in bij een overname. Of nu aandelen of activa worden gekocht, in de wet is geregeld dat het personeel automatisch overgaat naar de nieuwe eigenaar, inclusief hun arbeidsvoorwaardenpakket. Kopende partijen kunnen dus geen keuze maken welke werknemers zij wel en niet wensen over te nemen. Daardoor is van belang voorafgaand aan de overname duidelijk in beeld te brengen welke werknemers in dienst zijn en wat hun arbeidsvoorwaarden zijn, en of er zieke werknemers zijn en of aan reïntegratieverplichtingen is voldaan.
4. Is goedkeuring van interne en/of externe stakeholders nodig?
Tijdig in het overnameproces moet in kaart worden gebracht of interne stakeholders (OR, cliëntenraad, Raad van Toezicht) een advies- of goedkeuringsrecht hebben bij een overname. Daarnaast moet gekeken worden of goedkeuring nodig is van externe stakeholders (denk aan de NZa, ACM en zorgverzekeraars).
Partijen doen er goed aan dit al in de voorfase van de overname in beeld te brengen en de acties te ondernemen die nodig zijn om de vereiste goedkeuring(en) te verkrijgen. Bij overnames tussen kleine partijen zijn deze goedkeuringen vaak niet aan de orde. Maar bij een overname met een keten of een middelgrote tandartsenpraktijk kan dit zeker spelen. Ook moeten partijen alert zijn op zogenaamde change of control bepalingen in contracten die de overnemende praktijk heeft gesloten en welke contracten u wilt (bij een activa transactie) of zult (bij koop van aandelen) overnemen. Een change of control bepaling houdt in dat de overeenkomst zal of kan eindigen als de zeggenschap over een contractspartij (in dit geval de over te nemen praktijk) wijzigt. Het is van belang snel in beeld te krijgen of en zo ja voor welke contracten dit aan de orde is.
Tot slot
Voor Tandartspraktijk X zijn er de nodige zaken om rekening mee te houden bij de overname van een praktijk. De bovengenoemde tips helpen hem – en hopelijk ook andere tandartsen – op weg!
Dit artikel verscheen ook in het Magazine NT-Dentz, het blad van de KNMT, uitgave 03-2021.