Af en toe zie je een uitspraak waar toch wel echt iets opmerkelijks gebeurt. Zo heeft ons hoogste bestuursrechtelijke college, de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State, in een recente uitspraak vastgesteld dat het zijn van sekswerken onder het seksuele leven valt. Dat vinden wij opmerkelijk, want wij dachten altijd dat het een beroep was. Maar goed, dit is de uitkomst van een bestuursrechterlijke worsteling door de afdeling.
Waar ging het om?
De gemeente Amsterdam heeft voor exploitanten van seksinrichtingen een beleid bij de intakeprocedure voor nieuwe medewerkers. Bij deze intakeprocedure moeten exploitanten de nodige zaken vastleggen, waaronder waarom men heeft gekozen voor dit beroep. Op zich best merkwaardig, maar gelet op het risico van uitbuiting ook niet onbegrijpelijk. De gemeente kan, in het kader van het toetsen of de exploitant aan de verplichtingen voor zijn vergunning voldoet, deze intakeverslagen opvragen. Daar zaten de exploitanten en ook de sekswerkers niet echt op te wachten, want in deze verslagen staan best gevoelige gegevens.
AVG en status sekswerker
En zo komen we bij de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Daarin staan regels over het verwerken van persoonsgegevens en daarbij geldt voor bijzondere persoonsgegevens dat daarvoor een grondslag moet zijn. En daar was in dit concrete geval geen sprake van. Maar wat zijn nu eigenlijk bijzondere persoonsgegevens? De meest bekende categorie persoonsgegevens waar veel over te doen is, zijn gegevens betreffende iemands gezondheid. Een andere is godsdienst. En een volgende is het seksuele leven. En daar komt het: in het kader van de redenering dat er sprake is van bijzondere persoonsgegevens, redeneert de afdeling dat het zijn van een sekswerker ook onderdeel van het seksuele leven is, hoewel het geen betrekking heeft op het privéleven maar ligt in de beroepssfeer. Hiermee wordt informatie over een beroep dus ook een bijzondere persoonsgegevens.
Afdoende grondslag?
Dit heeft de nodige merkwaardige consequenties. Want overal waar een sekswerker te maken krijgt met een instantie die deze gegevens wil verwerken, zal vastgesteld moeten worden of daar een afdoende grondslag voor is.
