Met ingang van 1 juli 2020 krijgt een cliënt recht op elektronische inzage in zijn medisch dossier. Dit volgt uit de Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg (hierna: “Wabvpz”), de opvolger van de Wet cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens die reeds op 1 juli 2017 in werking is getreden. Hieronder een kort overzicht van enkele huidige en toekomstige verplichtingen.
Recht op inzage en afschrift van het medisch dossier
Cliënten hebben recht op kosteloze inzage in hun medisch dossier. Dit volgt zowel uit de Algemene Verordening Persoonsgegevens (hierna: “AVG”) als de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (hierna: “WGBO”). Cliënten hebben ook recht op een kosteloos afschrift van hun medisch dossier. Indien een cliënt inzage in en een afschrift van zijn of haar medisch dossier wenst, zal hij of zij dit moeten opvragen bij de desbetreffende zorgaanbieder. Vervolgens zal er – doorgaans – een afspraak moeten worden gemaakt (in de praktijk, instelling of het ziekenhuis) om de inzage te realiseren en/of een afschrift af te geven. Het feit dat een cliënt een verzoek moet indienen voor inzage in en afschrift van het fysieke medisch dossier, blijkt in praktijk vaak een hoge drempel om daadwerkelijk gebruik te maken van deze mogelijkheid.
Recht op elektronische inzage en afschrift per 1 juli 2020
Op 1 juli 2020 treedt het overige deel van de Wabvpz in werking, waaronder ook het recht van cliënten op elektronische inzage in en afschrift van het medisch dossier. De achterliggende gedachte van deze nieuwe verplichting is dat de autonomie van cliënten steeds belangrijker wordt. Van informed consent wordt overgestapt op shared decision making. In een dergelijk systeem is het passend dat de cliënt te allen tijde – al dan niet online – toegang heeft tot zijn of haar eigen medische gegevens. Immers, een goed geïnformeerde cliënt heeft meer inzicht in zijn of haar eigen gezondheid en kan daarnaast (meer) regie nemen ten aanzien van de behandelmogelijkheden en/of therapieën, zo is de gedachte. Door daarnaast volledige transparantie te bieden, zal het vertrouwen richting de zorgaanbieder toenemen.
Het recht houdt in dat, indien een cliënt hierom verzoekt, deze het recht heeft om inzage te verkrijgen in en afschrift van het medisch dossier langs elektronische weg. Dit hoeft niet per definitie via internet plaats te vinden. Zo kan ook worden gedacht aan een online portaal voor cliënten.
Welke gegevens dienen inzichtelijk te zijn?
In de wet is slechts bepaald dat de cliënt recht heeft op elektronische inzage in zijn dossier, gedeelten van dat dossier en/of gegevens uit dat dossier. In het medisch dossier worden doorgaans de navolgende zaken opgenomen:
- de inhoud van het medisch handelen;
- gegevens die een rol spelen bij het onderhouden van de continuïteit van de zorg;
- gegevens die voor een cliënt ook bij de volgende behandeling of een volgend onderzoek relevant zijn;
- schriftelijke wilsverklaringen van de cliënt.
Moeten persoonlijke werkaantekeningen ook inzichtelijk zijn voor de cliënt?
Persoonlijke werkaantekeningen maken in beginsel geen deel uit van het medisch dossier. Persoonlijke werkaantekeningen zijn slechts bedoeld voor persoonlijk gebruik van de zorgaanbieder. Het is zodoende niet de bedoeling dat deze informatie door anderen – te weten de cliënt – wordt gelezen. Daarmee vallen persoonlijke werkaantekeningen niet onder het (elektronische) inzagerecht in het medisch dossier. Echter, indien deze persoonlijke werkaantekeningen worden gedeeld met anderen, dienen de aantekeningen ook opgenomen te worden in het medisch dossier. In dat geval heeft een cliënt dus tevens recht op inzage in deze informatie.
Overige verplichtingen Wabvpz
Een andere belangrijke verplichting voor de zorgaanbieder is dat hij moet zorgdragen voor “logging”. Deze verplichting is overigens al vastgelegd in de huidige wet- en regelgeving en heeft ook al geleid tot een door de Autoriteit Persoonsgegevens opgelegde boete. Dit betekent dat de zorgaanbieder dient vast te leggen wie gegevens beschikbaar heeft gesteld, door wie deze gegevens zijn ingezien en op welk moment deze inzage heeft plaatsgevonden. Daarnaast regelt de Wabvpz dat cliënten, indien zij hierom verzoeken, een elektronisch overzicht dienen te krijgen van (i) wie wanneer bepaalde informatie beschikbaar heeft gemaakt in het uitwisselingsysteem én (ii) wie wanneer deze informatie heeft opgevraagd en/of ingezien (loggegevens).
In de praktijk
Het recht op elektronische inzage in en afschrift van het medisch dossier vanaf 1 juli 2020 is een feit. Dit moet dan wel mogelijk zijn gemaakt. Aangezien deze verplichting voor iedere zorgaanbieder geldt, ook aanbieders die nog niet werken met elektronische dossiers, kan dit in de praktijk nog best wat voeten in aarde hebben. Ook het recht om een elektronisch overzicht van de loggegevens te krijgen moet gefaciliteerd worden. Omdat u per 1 juli 2020 wel al aan al deze verplichtingen moet voldoen, kan het raadzaam zijn om na te gaan of uw EPD-leverancier hier al een voorziening voor getroffen heeft. Want uiteindelijk rust de verplichting om dit inzagerecht te verwezenlijken op de zorgaanbieder.
Verdiepingscursus – 20 mei 2020
Wilt u meer informatie over dit onderwerp? Op 20 mei 2020 organiseren wij een verdiepingscursus AVG/FG. Tijdens deze middag bespreken we o.a. het recht op elektronische inzage in het medisch dossier die vanaf juli 2020 in gaat. Klik hier voor meer informatie.