‘De gezondheid van Nederlanders kan zo veel beter’. Met die gedachte startte in 2018 een team experts onder leiding en ondersteuning van het Ministerie van VWS de taskforce ‘De juiste zorg op de juiste plek’ (JZOJP). Dit initiatief van partijen en stakeholders in de zorg steunt op het streven naar het voorkomen van duurdere zorg, het verplaatsen van zorg (dichterbij huis) en het vervangen van zorg. Insteek is onder andere om de stijgende kosten in de Nederlandse gezondheidszorg om te zetten naar duurzame betaalbaarheid, door zorg beter te laten aansluiten op de hulp die mensen nodig hebben.
Voor JZOJP zijn afspraken nodig
Om de juiste zorg daadwerkelijk op de juiste plek te krijgen zijn afspraken nodig, bijvoorbeeld over onderlinge doorverwijzing van cliënten of specialisatie. Maar in de praktijk blijken de mededingingsregels belemmerend te werken op het moment dat partijen de zorg anders willen organiseren. Toezichthouder Autoriteit Consument en Markt (ACM), heeft daarom onlangs via een door haar opgestelde beleidsregel gepoogd meer ruimte te bieden voor partijen die in het kader van JZOZP met elkaar afspraken willen maken. Wat houdt deze ruimte precies in?
Geen boete, mits…
Concreet hanteert de ACM als uitgangspunt dat geen boete wordt opgelegd aan de aan afspraken deelnemende partijen, mits voldaan is aan vijf cumulatieve voorwaarden, te weten: (1) de afspraken zijn gebaseerd op een feitelijk en openbaar regiobeeld; (2) bij de totstandkoming van de afspraken zijn de zorgaanbieders, zorginkopers en patiënten volwaardig betrokken; (3) duidelijk is beschreven wat de afspraken opleveren; (4) onderbouwd is dat de afspraken niet verder gaan dan noodzakelijk; en (5) de afspraken alsmede de doelstellingen en noodzakelijkheid ervan worden openbaar gemaakt.
Meer duidelijkheid?
Op zichzelf beschouwd zijn de voorwaarden die de ACM stelt om, zonder een risico op een boete afspraken te maken in het kader van JZOJP, helder. Daarbij bestaat bovendien de mogelijkheid om de ACM een voorgenomen samenwerkingsstructuur voor te leggen op het moment dat getwijfeld wordt of aan alle voorwaarden is voldaan. Bovendien, zolang partijen zich constructief opstellen en de bereidheid tonen afspraken aan te passen of anders vorm te geven is het risico op een sanctie gering.
Toegevoegde waarde?
Aan de andere kant rijzen de nodige vragen over de toegevoegde waarde van de beleidsregel. Zo biedt de wet al een algemene uitzondering op het kartelverbod voor afspraken die tot ‘efficiëntieverbeteringen’ leiden en concrete voordelen opleveren, mits deze niet verder gaan dan daarvoor noodzakelijk. Deze wettelijke uitzondering vertoont op het eerste gezicht veel gelijkenissen met de ruimte die de nieuwe beleidsregels beogen te bieden. Verschil is wel dat in de beleidsregel de ACM partijen verplicht tot betrekken van stakeholders en hun afspraken te baseren op een beeld van de regio en de problematiek die zich daarbinnen voordoet. Maar het is de vraag of deze additionele voorwaarden in de praktijk goed zijn uit te voeren.
Praktisch uitvoerbaar?
Volgens de beleidsregels van de ACM moet de inbreng van stakeholders volwaardig worden betrokken, afgewogen en meegenomen bij het maken van afspraken. Indien partijen besluiten om bepaalde inbreng niet mee te nemen, moet de keuze daartoe worden onderbouwd. De vraag is of dat realiseerbaar is. Zorginkopers, zorgaanbieders en patiënten hebben over het algemeen tegengestelde belangen en dat zal in de praktijk veel discussie over nut en noodzaak van voorgenomen afspraken opleveren.
Daarnaast kunnen door dit soort voorwaarden de lasten voor samenwerkingspartijen wel eens toenemen. De ACM stelt bijvoorbeeld als verplichting dat de doelstellingen van de samenwerking concreet, meetbaar en toetsbaar worden beschreven in termen van kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg. Dit leidt niet echt tot vermindering van administratieve lasten. Bovendien is het de vraag in hoeverre die voorwaarde haalbaar is zonder informatie uit te wisselen over kostprijzen en tarieven, hetgeen, zo blijkt uit de beleidsregels, de ACM op voorhand niet noodzakelijk acht. Uit de reacties op de consultatie van de beleidsregels blijkt dat meer marktpartijen deze zorgen delen.
Samenwerken in een zorghub
Bij Eldermans|Geerts hebben wij veel ervaring met het opzetten en begeleiden van regionale samenwerkingsverbanden waarbij wij aan de hand van eigen ontwikkelde modellen snel en scherp de beoogde doelen in kaart kunnen brengen en op efficiënte wijze de verschillende belangen in het zorgveld kunnen inventariseren en analyseren. En dat alles binnen de kaders van de mededingingsregels.
Wilt u meer weten over de Zorghub?
Vraag dan hieronder de Whitepaper Regionale samenwerking in een Zorghub aan.