Straks wel of geen cliëntenraad?

wmcz-2018-wet-medezeggenschap-cliënten-zorginstellingen

In een eerder artikel berichtten wij u over de nieuwe Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 (Wmcz 2018). Omdat inmiddels het ontwerpbesluit Wmcz 2018 bekend is gaan wij in dit artikel dieper in op de vraag welke zorgaanbieder een cliëntenraad moet instellen en wat daarin verandert. Uiteindelijk is dat stap 1 : moet er een cliëntenraad ingesteld c.q. behouden worden of niet?

De huidige en nieuwe wet Wmcz

De huidige Wmcz koppelt het instellen van een cliëntenraad aan een WTZi-toelating. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Wmcz 2018 verandert dit: de verplichting tot het instellen van een cliëntenraad zal afhangen van andere criteria. Deze verandering heeft de nodige gevolgen. Aan de ene kant kan het betekenen dat een zorginstelling die nu geen cliëntenraad nodig heeft, daartoe onder de nieuwe wet wel verplicht is. Anderzijds kan het ook zo zijn dat een zorgaanbieder met cliëntenraad onder de nieuwe wet daartoe niet langer gehouden is. Voor sommige zorgaanbieders verandert er alleen op andere vlakken wat.

Inmiddels is het ontwerpbesluit (Besluit Wmcz 2018) met een nadere uitwerking voor welke zorginstellingen de nieuwe Wmcz 2018 wel of niet gaat gelden door de minister voor Medische Zorg en Sport aan de Tweede Kamer gestuurd. De ministerraad heeft al ingestemd met dit besluit en het parlement heeft het besluit voor kennisgeving aangenomen. De minister streeft naar gelijke inwerkingtreding van het besluit met de nieuwe wet; 1 juli 2020 en publicatie per 1 januari 2020.

Welke zorgaanbieders moeten een cliëntenraad instellen?

  1. De eerste stap is of er sprake is van een zorginstelling. Daarbij geldt, alleen een cliëntenraad als de zorgaanbieder kwalificeert als zorginstelling.

De definitie uit de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg wordt aangehouden:

een rechtspersoon die bedrijfsmatig zorg verleent, een organisatorisch verband van natuurlijke personen die bedrijfsmatig zorg verlenen of doen verlenen, alsmede een natuurlijke persoon die bedrijfsmatig zorg doet verlenen;

Dit betekent dat meer zorgaanbieders onder deze definitie vallen. Niet alleen de zorgaanbieders die een WTZi-toelating hebben.

  1. De vervolgvraag is of het type zorginstelling uitgezonderd is in het Besluit Wmcz 2018.

Denk dan aan instellingen als bedoeld in de Penitentiaire beginselenwet (tbs-klinieken bijvoorbeeld), instellingen waar uitsluitend zorg op basis van een persoonsgebonden budget wordt verleend als de cliënten de meerderheid van de zeggenschap in het bestuur hebben, bloedafname, uitvoeren van zwangerschapsecho’s, bevolkingsonderzoek, medische keuringen, terhandstelling en advies geneesmiddelen (apotheken), optometristen, orthoptisten, audiciens, vervoer van cliënten, schoonmaak enzovoort. De hele lijst staat in artikel 2 van het Besluit Wmcz 2018. Op de genoemde instellingen is de wet niet van toepassing. Dat betekent geen cliëntenraad.

  1. Vervolgens is de vraag of er sprake is van zorg door medisch specialisten of van persoonlijke verzorging, begeleiding of verpleging (met een verwijzing naar art. 3.1.1. Wlz of art. 2.10 Besluit zorgverzekering). Levert uw zorginstelling deze zorg? Dan zal er vanaf (in de regel) 10 personen die zorg verlenen een cliëntenraad ingesteld moeten worden.
  1. Valt uw zorginstelling niet in de onder 3 genoemde categorie? Dan is de duur van het verblijf van cliënten in de instelling van belang. Is dat maximaal 24 uur? Dan zal er vanaf (in de regel) 25 personen die zorg verlenen een cliëntenraad ingesteld moeten worden. Dit ziet doorgaans op ambulante zorg.
  1. Kunnen cliënten in uw zorginstelling gedurende tenminste 24 uur verblijven? En valt uw zorginstelling niet in de hierboven genoemde categorieën? Dan zal er vanaf (in de regel) 10 personen die zorg verlenen een cliëntenraad ingesteld moeten worden.

Effecten

Voor sommige zorgsoorten ontstaat meer duidelijkheid. Zo is nu opgenomen dat apotheken zijn uitgezonderd en dus geen cliëntenraad nodig hebben. De in het Besluit Wmcz 2018 genoemde categorieën vallen niet onder de wet vanwege de wijze waarop de zorg wordt verleend, het doel van de zorg of de relatie tussen de cliënt en de instelling.

Voor andere groepen, zoals de wijkverpleging en MSB’s, is de nieuwe wet een stuk minder gunstig. Uit de nieuwe wet en het Besluit Wmcz 2018 volgt dat MSB’s die werkzaam zijn binnen ziekenhuizen verplicht worden een cliëntenraad in te stellen bij 10 zorgverleners, terwijl dit in de huidige praktijk niet tot nauwelijks voorkomt. De vraag is of deze verandering wel het gewenste effect teweegbrengt. Zo kan het namelijk voorkomen dat er in 1 ziekenhuis meerdere cliëntenraden zijn, zowel op MSB niveau als op het niveau van het ziekenhuis. Het is hierbij ook de vraag of dat gelet op de wijze van zorgverlening, het doel van de zorg en de relatie tussen cliënt en instelling, wel noodzakelijk is. Daarnaast bestaat de kans dat twee cliëntenraden binnen hetzelfde ziekenhuis een verschillend advies uitbrengen over hetzelfde onderwerp. Dit kan onpraktische situaties opleveren. Ook ten aanzien van de wijkverpleging kan men zich afvragen of het nodig is dat de grens al bij 10 zorgverleners ligt. Is hiermee de in de toelichting bij het Besluit Wmcz 2018 genoemde verlichting van de regeldruk gerealiseerd?

Conclusie

Dat de nieuwe regels over het instellen van cliëntenraden de positie van cliëntenraden versterkt, is duidelijk. Gelet op de wijze van zorgverlening, het doel van de zorg en de relatie tussen cliënt en instelling, kan wel de vraag gesteld worden of de Wmcz 2018 en het Besluit Wmcz 2018 ervoor zorgt dat er op de juiste plekken cliëntenraden moeten worden ingesteld. Inhoudelijk goede, spoedige en effectieve besluitvorming is niet alleen in het belang van de instelling, maar ook in het belang van cliënten. De vertegenwoordiging van cliënten op de juiste plek komt daaraan tegemoet. Hoe dan ook doen zorgaanbieders er goed aan de nieuwe regelgeving ter harte te nemen en na te gaan of er een cliëntenraad ingesteld moet worden, deze behouden moet blijven, of deze wellicht niet langer nodig is.

Het tijdpad dat de minister voor ogen heeft is als volgt. De minister streeft naar publicatie van het Besluit Wmcz 2018 per 1 januari 2020. De inwerkingtreding van de Wmcz 2018 en het Besluit Wmcz 2018 staat voor 1 juli 2020 op de planning. In de tussentijd houden wij u op de hoogte van de ontwikkelingen.

Specialisten over dit onderwerp

Gerelateerde items