Toezichthouders NZa en IGJ: welke maatregelen kunnen zij treffen

Karik van Berloo

Advocaat-Partner

Veel zorgorganisaties krijgen op enig moment te maken met toezicht vanuit één van de toezichthouders in de zorg. De kans is het grootst dat zorgaanbieders te maken krijgen met de IGJ of met de NZa. Een vraag die bij veel zorgorganisaties leeft als zij te maken krijgen met een toezichttraject, is welke toezichtmaatregelen deze toezichthouders zoal kunnen treffen. Hieronder een kort overzicht.

NZa en IGJ
De Nederlandse Zorgautoriteit (de NZa) controleert of zorgaanbieders, zorgverzekeraars en zorgkantoren zich aan de regels houden. Te denken valt aan regels over het declareren en vergoeden van zorgprestaties, maar ook aan de wijze waarop patienten/verzekerden worden geïnformeerd.

De taak van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) is om de veiligheid van de zorg en jeugdhulp te borgen.

Zowel de NZa als de IGJ houden derhalve toezicht op de naleving van wet- en regelgeving door onder meer zorgorganisaties.

Algemene instrumenten
De NZa en de IGJ hebben een waaier aan instrumenten die worden ingezet, vóór formele maatregelen worden genomen. Te denken valt aan:

  • Factsheets;
  • Normoverdragende gesprekken, waarbij een organisatie uitleg wordt gegeven over de geldende normen;
  • Waarschuwingsbrieven voor een specifieke organisatie;
  • Signalerende rapporten;
  • Thematisch toezicht op een hele sector;
  • Verzending van informerende brieven aan een sector;
  • Het ontwikkelen van toetsingskader voor een sector.

Formele maatregelen
De NZa en de IGJ hebben verder een groot aantal mogelijkheden voor formele maatregelen tot hun beschikking staan. Deze maatregelen zijn gebaseerd op de Algemene wet bestuursrecht (de Awb) en op de bijzondere wetgeving, zoals de Wkkgz en de Wmg. Om welke formele instrumenten gaat het?

  • Aanwijzing (zowel IGJ als NZa)

De aanwijzing is één van de maatregelen die door de IGJ en de NZa, zo is onze ervaring, het meest wordt ingezet. Een aanwijzing klinkt vrijblijvend, maar is dat niet. Met een aanwijzing kunnen de IGJ en de NZa een zorgaanbieder verplichten om een bepaalde actie uit te voeren of na te laten. Denk bijvoorbeeld aan het nemen van bepaalde verbetermaatregelen op het gebied van kwaliteit (IGJ) of het staken van een bepaalde declaratiewijze (NZa). Het doel van een aanwijzing is om ervoor te zorgen dat een zorgaanbieder alsnog voldoet aan wet- en regelgeving, waaraan de zorgaanbieder volgens de NZa of IGJ niet voldoet.

De duur van de aanwijzing kan nogal verschillen, van – bijvoorbeeld – enkele weken tot meerdere maanden. Dat hangt af van welke periode redelijkerwijs nodig is voor een zorgaanbieder om te voldoen aan de wet- en regelgeving.

  • Last onder dwangsom (zowel IGJ als NZa)

Met een last onder dwangsom kunnen de IGJ en de NZa bepaald handelen afdwingen. Door het opleggen van een last onder dwangsom wordt bewerkstelligd dat een zorgaanbieder een dwangsom moet betalen, voor elke periode (zoals een dag of een week) dat de zorgaanbieder weigert een bepaalde overtreding te staken. Het verbeuren van de dwangsom stopt pas, als de zorgaanbieder de overtreding niet meer begaat.

Vaak wordt de last onder dwangsom ingezet, indien een zorgaanbieder een aanwijzing niet opvolgt.

Verder is te zien dat de IGJ en de NZa de last onder dwangsom kunnen inzetten (dan wel daarmee kunnen schermen) indien een zorgaanbieder weigert zijn medewerking te verlenen aan een onderzoek.

Een variant – die vooral bij IGJ nog wel eens kan voorkomen – is de last onder bestuursdwang. Daarbij wordt geen dwangsom opgelegd, maar onderneemt de IGJ zelf (of een door de IGJ ingeschakelde persoon of organisatie) actie en worden de kosten daarvan op de zorgaanbieder verhaald.

  • Bevel (IGJ)

Indien sprake is van dringend en direct gevaar voor de gezondheid van patiënten/cliënten, kan de IGJ besluiten een bevel op te leggen. Dit kan uitsluitend indien andere maatregelen (zoals een aanwijzing) niet mogelijk zijn vanwege het risico op groot gevaar voor de patiënten/cliënten. De IGJ heeft meerdere wettelijke grondslagen (zoals de Jeugdwet, Wlz, Wkkgz en de Geneesmiddelenwet) op basis waarvan zij tot zo een bevel mag overgaan.

Een bevel is vaak erg vergaand. Te denken valt vooral aan een bevel dat de zorgaanbieder zijn deuren moet sluiten. Van belang is dat een bevel doorgaans (afhankelijk van de specifieke wet) maximaal zeven dagen kan duren, waarna de minister van VWS de duur kan verlengen.

  • Verscherpt toezicht (IGJ)

Het verscherpt toezicht is een wat vreemde eend in de bijt. Anders dan de andere formele maatregelen, is het verscherpt toezicht namelijk geen bestuursrechtelijke maatregel en staat er geen bezwaar en beroep bij de bestuursrechter tegen open.

Het verscherpt toezicht houdt in de kern in dat de IGJ de zorgaanbieder met verhoogde waakzaamheid in de gaten houdt. Zo doet de IGJ extra (onverwachte) locatiebezoeken en wordt stelselmatig nagegaan of bepaalde – volgens de IGJ noodzakelijke – verbeteringen worden doorgevoerd.

Een verscherpt toezicht kan, indien de IGJ onvoldoende voortgang ziet of er geen vertrouwen meer in heeft dat de zorgaanbieder de tekortkomingen kan wegnemen, uiteindelijk uitmonden in een zwaardere maatregel, zoals een aanwijzing of last onder dwangsom.

  • Bestuurlijke boete (zowel IGJ als NZa)

Tot slot kunnen zowel de IGJ als de NZa in bepaalde gevallen een bestuurlijke boete opleggen. Zij hebben de bevoegdheid, op basis van onder meer de Wkkgz, de Wet BIG, de Jeugdwet, de Geneesmiddelenwet en de Opiumwet (IGJ) en de Wmg (NZa) om bij een overtreding door een zorgaanbieder deze aanbieder te beboeten.

De hoogte van de boete is in veel gevallen afhankelijk van de ernst van de overtreding, de vraag of sprake is van recidive en de omvang van de organisatie. Over de bestuurlijke boete door de IGJ en de NZa schreven wij dit artikel.

Openbaarmaking
Veel van bovengenoemde maatregelen worden door de IGJ en de NZa openbaar gemaakt. Dat voelt voor veel zorgorganisaties als ‘naming en shaming’ en soms zelfs als zwaarder dan de maatregelen zelf, gelet op de mogelijke impact bij cliënten, verwijzers en financiers. Openbaarmaking door de IGJ en de NZa is aan de nodige regels gebonden en verder krijgen zorgaanbieders vaak nog de gelegenheid om een zienswijze te geven én hun reactie op de openbaar te maken informatie aan te hechten.

Bezwaar en beroep
Tegen nagenoeg alle formele maatregelen die de NZa en de IGJ kunnen opleggen, staat bezwaar en beroep open. Bezwaar wordt ingediend bij de NZa en de IGJ zelf. Beroep kan – indien het bezwaar wordt afgewezen – worden ingesteld bij de bestuursrechter. Verder kan in spoedeisende gevallen een zogenoemde voorlopige voorziening worden ingesteld, een ‘kort geding’ bij de bestuursrechter.

Ook tegen het besluit tot openbaarmaking van de maatregelen staat normaliter bezwaar en beroep open.

Een uitzondering is het verscherpt toezicht: daartegen staat geen bezwaar en beroep open, omdat juridisch geen sprake is van een bestuursrechtelijke maatregel.

Indien u overweegt bezwaar of beroep in te stellen, doet u er verstandig aan u juridisch goed te laten voorlichten, gelet op de regels, termijnen en procedures die gelden bij dergelijke bestuursrechtelijke trajecten.

Specialisten over dit onderwerp

Gerelateerde items