Vertegenwoordiging van kinderen in de Jeugdwet

Jw - Wmo - Zvw - vertegenwoordiging - juridisch

Stel er komt een kind van 12 jaar in de praktijk voor individuele therapie vanwege erge faalangst. De verwijzing is via de huisarts gegaan en de moeder komt mee naar de afspraak. Weet u dan wie waarvoor toestemming moet geven? En welke vragen moet je stellen om te achterhalen hoe de situatie van dit kind juridisch te duiden is? Kinderen hebben namelijk een wettelijke vertegenwoordiger en mogen volgens de wet in veel gevallen niet zelf beslissen of zij de zorg- en/of hulp al dan niet willen ontvangen. In dit artikel gaan wij in op de vertegenwoordiging van kinderen en jongeren, zoals deze geldt op basis van de Jeugdwet. Deze wet regelt vrijwel alle zorg en ondersteuning voor kinderen en jongeren tot 18 jaar, maar soms is er voor kinderen ook zorg vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw) of Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) aan de orde. Dit artikel gaat uitsluitend in op vertegenwoordiging van kinderen voor zorg en hulp die verleend wordt op grond van de Jeugdwet.

Waarvoor is toestemming nodig?

Hoofdregel toestemming
Voor het verlenen van jeugdhulp is toestemming nodig van degene aan wie de jeugdhulp wordt verleend. Dit is de hoofdregel die geldt voor reguliere jeugdhulp in het vrijwillige kader. In het voorbeeld; een kind loopt op school tegen faalangst aan, bespreekt dat met de huisarts, welke doorverwijst naar een jeugdhulporganisatie. Dan geldt de ‘gewone’ toestemming. Wie er precies toestemming moet geven, is afhankelijk van de leeftijd van het kind en de juridische situatie (zie hierna).

Kinderbescherming, gesloten jeugdhulp en jeugdreclassering
Een uitzondering op dat vrijwillige kader geldt voor de kinderbeschermingsmaatregelen, de gesloten jeugdhulp en jeugdreclassering.

Kinderbeschermingsmaatregelen zijn de ondertoezichtstelling (al dan niet met uithuisplaatsing) en voogdij. Als voor een kind bijvoorbeeld een ondertoezichtstelling geldt, dan heeft de hulp die ingezet wordt een onvrijwillig karakter. Met andere woorden, de betrokkenen dienen hieraan mee te werken. De organisatie die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de kinderbeschermingsmaatregel of de jeugdreclassering (de GI) bepaalt vervolgens welke vormen van jeugdhulp ingezet worden. Jeugdreclassering betreft begeleiding van jongeren in het strafrechtelijk kader. Overigens kan van een kinderbeschermingsmaatregel ook gesloten jeugdhulp onderdeel zijn, waarbij een jongere dus in een gesloten instelling wordt geplaatst.

De gesloten jeugdhulp heeft een wat bijzondere positie. Omdat een machtiging tot gesloten plaatsing ook kan worden verleend met instemming van de wettelijke vertegenwoordiger van het kind. Ook pleegzorg heeft zo’n bijzondere positie. Pleegzorg kan namelijk ook vrijwillig worden ingezet, of als onderdeel van een kinderbeschermingsmaatregel.

Wat is het verschil tussen de ouder met of zonder gezag, een voogd en de pleegouder?

Er zijn verschillende personen die op grond van de Jeugdwet een rol hebben bij de vertegenwoordiging van kinderen.

Ouder met gezag en voogd
De ‘ouder’ is een breed begrip. Dit kan zijn de ouder met gezag, de adoptiefouder en de stiefouder. De voogd is de persoon die het gezag over een kind uitoefent, als er bijvoorbeeld geen ouders zijn of zij het gezag niet uitoefenen. De ‘ouder’ en de ‘voogd’ staan grotendeels op één lijn met elkaar qua positie in de Jeugdwet. De ouder met gezag of de voogd worden de ‘wettelijk vertegenwoordiger’ genoemd.

Ouder zonder gezag
Daarnaast heeft de ‘ouder zonder gezag’ een bepaalde positie onder de Jeugdwet, maar die heeft minder bevoegdheden en rechten dan de ‘ouder’ en de ‘voogd’. Daarnaast bestaat het pleegouder begrip. Dit is de persoon die een kind in zijn gezin laat opgroeien en daartoe een pleegoudercontract heeft. Ook kan de pleegouder de voogd zijn, dat is de ‘pleegoudervoogd’.

Verschil
Dit verschil maakt uit voor de vraag wie waarvoor toestemming moet geven en is ook relevant in het kader van bijvoorbeeld het recht op informatie, of de vraag wie een klacht mag indienen. Zo heeft de ouder zonder gezag ook het recht een klacht in te dienen, maar is er geen toestemming van deze ouder zonder gezag nodig. Het is dus van belang in de praktijk vast te stellen wat de juridische positie is van een begeleider van een kind. En als het de ouder is, of het een ouder met gezag is en bijvoorbeeld of er een kinderbeschermingsmaatregel geldt.

Leeftijd van het kind maakt uit

Voor de vraag wie de toestemming moet geven, maakt het uit wat de leeftijd van het kind is. Er zijn drie leeftijdscategorieën die van belang zijn. Namelijk van 0 tot 12 jaar, van 12 tot 16 jaar en van 16 jaar en ouder.

Hoofdregel leeftijd
De hoofdregel is als volgt. Van 0 tot 12 jaar moeten de ouders met gezag of de voogd de toestemming geven. Van 12 tot 16 jaar is ook de toestemming van het kind zelf nodig. En vanaf 16 jaar is alleen de toestemming van het kind nodig.

Uitzonderingen
Hier zijn wel uitzonderingen op te noemen, dus het is in iedere situatie opletten om vast te kunnen stellen van wie toestemming nodig is. Zo kan de jeugdhulp alsnog zonder toestemming van de ouders of voogd worden verleend, als het nodig is om ernstig nadeel voor het kind te voorkomen, of als een kind na weigering van de toestemming door de ouders of voogd, alsnog de jeugdhulp weloverwogen wil.

Daarnaast maakt het natuurlijk hiervoor ook uit of er sprake is van een kinderbeschermingsmaatregel, gesloten jeugdhulp of jeugdreclassering.

Tips bij vertegenwoordiging van kinderen

In dit artikel hebben we een korte weergave gegeven van de zaken die spelen bij vertegenwoordiging van kinderen in de Jeugdwet. Dit is geen volledige weergave van elke situatie die kan spelen met betrekking tot dit onderwerp, omdat er veel specifieke gevallen zich kunnen voordoen. Denk bijvoorbeeld ook aan samengestelde gezinnen of pleegzorg in het netwerk. Het kan complex zijn om vast te stellen waar je als zorgverlener toe gehouden bent in dit kader in de praktijk en het is dus van belang om, zeker bij de aanvang van de jeugdhulp, een aantal zaken te kaderen en te achterhalen.

Altijd is van belang vast te stellen wat de leeftijd van het kind is, om te kunnen bepalen welke rol het kind zelf speelt in het kader van de toestemming bijvoorbeeld. De leeftijd is natuurlijk iets wat altijd (als het goed is) moet worden vastgesteld in het kader van het aanleggen van een dossier. Daarnaast is van belang na te gaan welke juridische positie de begeleider heeft; is het een ouder met of zonder gezag, mogelijk een pleegouder, een stiefouder, of bijvoorbeeld een voogd? Dit maakt uit voor waartoe je als zorgverlener jegens de betreffende persoon gehouden bent. Tot slot maakt het grotere juridische plaatje uit; is er bijvoorbeeld sprake van een ondertoezichtstelling, waarbij de gecertificeerde instelling bepaalt welke jeugdhulp ingezet wordt? Wij raden je aan dit vast te leggen in het dossier.

Mocht je tegen vraagstukken over vertegenwoordiging van kinderen en jongeren aanlopen en er niet uitkomen. De experts van Eldermans|Geerts zijn graag bereid je te woord te staan en verder te helpen.

Specialisten over dit onderwerp

Gerelateerde items