Voorgestelde wet tegen zorgfraude schendt privacy patiënt

Medisch beroepsgeheim

Ook in het nieuwe jaar genieten de regels die rondom het medisch beroepsgeheim zijn of worden gesteld, veel aandacht. Voor de tweede keer is zelfs een bewindspersoon in dit kader voor een prijs genomineerd. Viel in 2016 de toenmalig minister van Volksgezondheid en Sport nog alle eer toe, dit jaar is Hugo de Jonge genomineerd, zo viel deze week te lezen op Skipr. De aanleiding voor de prijs is alleen wat minder mooi – misschien zelfs wel opvallend te noemen. Bits of Freedom, bepleiter van privacy- en andere grondrechten, reikt ieder jaar een prijs uit aan de grootste privacyschender van Nederland. De boosdoener dit jaar: het Wetsvoorstel ‘Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg’. Waar komen deze zorgen over het wetsvoorstel vandaan?

Voorkomen van zorgfraude

Fraude is een groot maatschappelijke probleem, ook in de zorg. Daarover bestaat geen discussie. Zorgfraude drijft niet alleen de zorgkosten omhoog, het tast ook het draagvlak in de samenleving aan om aan die kosten bij te dragen. Zeker bij een zorgstelsel dat is gebaseerd op het solidariteitsidee als het Nederlandse. Onze wetgever ziet in dit maatschappelijke probleem aanleiding voor nieuwe regels. Deze nieuwe regels scheppen een kader voor structurele samenwerking waarbinnen de mogelijkheid bestaat om door zorgverzekeraars, toezichthouders en marktmeesters en gemeenten informatie uit te wisselen. Het Wetsvoorstel ‘Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg’ voorziet daarnaast in een Waarschuwingsregister, waarin gegevens over bekende fraude bij instanties kan worden gedeeld. Ook verankert het wetsvoorstel het Informatie Knooppunt Zorgfraude, een samenwerkingsverband tussen de vijf toezichthouders in de zorg. Een mooi initiatief zo op het eerste gezicht, maar ook een dat na het lezen van het wetsvoorstel de nodige zorgen en vragen oproept:

  • wat wordt eigenlijk bedoeld met zorgfraude – de wet zelf bevat niet een definitie?
  • wat kan een zorgaanbieder doen op het moment dat informatie over hem of haar wordt uitgewisseld?
  • wat regelt het wetsvoorstel t.a.v. patiëntengegevens?

Wanneer is het zorgfraude?

Wij kunnen ons allemaal iets voorstellen bij dit begrip, maar iets meer handvatten van de wetgever
hadden geholpen om de reikwijdte van het wetsvoorstel te kunnen bepalen. Zorgaanbieders en -instellingen hebben te maken met steeds veranderende regels. Het kan altijd voorkomen dat een zorgprofessional onbedoeld, maar wel structureel regels niet of anders toepast met financieel gewin als gevolg. Dat is zeker zo in een omgeving met relatief weinig concrete richtlijnen en niet al te concrete normen, zoals de zorg. Is er bijvoorbeeld sprake van fraude wanneer een tandarts foutief en structureel, maar toch onopzettelijk een verkeerde prestatiecode gebruikt? En hoe zit het met instellingen in de wijkverpleging die na het vertrek van een HBO niveau 5 wijkverpleegkundige (bewust) tijdelijk enkele indicaties hebben laten stellen door een wijkverpleegkundige met niveau 4? Komen deze zorgaanbieders in het Waarschuwingsregister?

Opname in Waarschuwingsregister

Een andere vraag die na het lezen van het wetsvoorstel rijst is die omtrent rechtsbescherming. Wat kan je als zorgaanbieder doen op het moment dat jouw naam wordt opgenomen in het Waarschuwingsregister? De gevolgen hiervan zijn immers niet mals. De toelichting noemt als voorbeelden het intensiveren van materiële controles door de zorgverzekeraar, of zelfs het opzeggen van de contractuele relatie als mogelijke consequenties. Weliswaar kom je pas in het register als na onderzoek van de betreffende instantie zorgfraude is geconstateerd en daarvan aangifte is gedaan. Maar niet iedere aangifte leidt tot een (strafrechtelijke) veroordeling. Het wetsvoorstel lijkt vrij weinig te regelen voor de zorgaanbieders die het niet eens zijn met de opname in het register, terwijl de gevolgen daarvan niet gering zijn. Daarbij wijst de huidige praktijk uit dat zorgverzekeraars doorgaans vrij snel tot het oordeel ‘fraude’ komen.

Mogen patiëntengegevens worden uitgewisseld?

Ja, dat mag. En dat is toch wel het meest opvallende aan het wetsvoorstel. Daar waar juist het medisch beroepsgeheim – zelfs binnen de sferen van toezicht en handhaving – veel bescherming heeft, zet het voorliggende wetsvoorstel dit opzij. Dat de AVG en de Europese regels over grondrechten expliciete bepalingen kennen ter bescherming van informatie over iemands gezondheid, lijkt in dit wetsvoorstel van ondergeschikt belang. Het wetsvoorstel creëert immers een grondslag voor instanties om (persoons)gegevens over iemands gezondheid, uit te wisselen. Volgens de wetgever is dit nodig, omdat anders bepaalde gevallen van zorgfraude mogelijk (langer) onopgemerkt blijven. Wellicht is dat laatste waar, maar wordt hiermee voldoende rekening gehouden met de situatie waarbij de betreffende instantie ‘er naast’ zit? Het verstrekken van medische gegevens is lastig om ongedaan te maken. Bovendien moet een moderne samenleving als de onze zich afvragen wat belangrijker is: het beschermen van de privacy van patiënten waarbij wellicht in sommige gevallen helaas een fraudeur onder de radar blijft? Of het – koste wat kost – opsporen van fraude waarbij de privacy van de patiënt geen rol meer speelt.

Concluderend

De voorgestelde Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg roept een aantal interessante juridische vragen op, die ongetwijfeld plek zal krijgen tijdens de parlementaire behandeling. Daar wordt naar uitgekeken. Het wetsvoorstel moet immers nog door beide kamers heen. Nu eerst maar eens afwachten wie dit jaar de prijs van Bits of Freedom krijgt uitgereikt. Wellicht beïnvloedt dat nog de tekst van de voorgestelde regeling.

Specialisten over dit onderwerp

Gerelateerde items