De behoefte aan meer controle in de zorg en bestrijding van fraude en misbruik van zorggelden heeft al de nodige gevolgen gehad in de regelgeving. En er komt nog meer aan. Een overzicht van bestaande en nieuwe regelgeving:
- Wbtr
Per 1 juli 2021 is de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen in werking getreden die eisen stelt aan de statuten, nu ook van stichtingen en (coöperatieve) verenigingen. Dan gaat het onder meer om toezicht en vermijding van tegenstrijdig belang.
- Governancecode 2022
Per 1 januari 2022 is de Governancecode Zorg aangepast. Er is meer nadruk gelegd op het vaststellen van waarden en normen en ook belanghebbenden krijgen meer inspraak.
- Wtza en AWtza
Ook per 1 januari 2022 zijn de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) en de Aanpassingswet toetreding zorgaanbieders (AWtza) in werking getreden, waarin nadere eisen worden gesteld aan nieuwe en bestaande zorgaanbieders. Dit wordt bewerkstelligd door een vergunningplicht, meldplicht en jaarverantwoording, naast eisen aan intern toezicht.
- Wetsvoorstel bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg (Wbsrz)
Dit voorstel ziet op een Waarschuwingsregister zorgfraude, gegevensuitwisseling ter bestrijding van zorgfraude en de inrichting van een stichting Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ). Het wetsvoorstel ligt, na een controversieel verklaring in 2021, momenteel opnieuw bij de Tweede Kamer.
- Uitbreiding van de Wet normering topinkomens (WNT)
Via dit wetsvoorstel wordt de WNT ook van toepassing op onderaannemers in de zorg. Eind 2019 heeft de Raad van State hierover advies uitgebracht. Het streven was om het wetsvoorstel in juni 2020 aan de Tweede Kamer te verzenden. Sindsdien lijkt het wetsvoorstel stil te liggen.
- Wetsvoorstel bevorderen contracteren
Via aanpassing van artikel 13 zorgverzekeringswet wordt de mogelijkheid gecreëerd om de vergoeding van niet-gecontracteerde zorg van patiënten door de overheid te laten bepalen en een nadere invulling aan het hinderpaalcriterium te geven. Voorlopig is dit wetsvoorstel van de baan, maar als het nodig zou zijn, dan wordt het weer geagendeerd.
- Maatregelen rond persoonsgebonden budget (pgb)
Doel is criteria te formuleren voor budgethouders of vertegenwoordigers en beter toe te zien op handhaving en naleving, onder meer door domeinoverstijgende gegevensuitwisseling. Het kader voor de beoordeling van de pgb-vaardigheid van budgethouders en vertegenwoordigers is opgericht. Het wetsvoorstel voor de Wet aanpak meervoudige problematiek sociaal domein (Wams) is inmiddels ingediend bij de Tweede Kamer.
- Maatregelen rond de Jeugdwet
Deze maatregelen zien op het versterken van goed bestuur, toezicht en bedrijfsvoering bij jeugdhulpaanbieders. De verschillende maatregelen zijn vastgelegd in het wetsvoorstel Wet verbetering beschikbaarheid zorg voor jeugdigen en zal naar verwachting niet eerder dan voorjaar 2023 aan de Tweede Kamer worden voorgelegd.
- Maatregelen rond Wmo-toezicht
Volgens de minister zien deze maatregelen onder meer op een toolkit om Wmo-toezicht nader uit te werken, een landelijk kennisnetwerk, actieve openbaarmaking van toezichtreportages en samenwerking van IGJ met Wmo-toezichthouders bij instellingen voor beschermd wonen.
Tot op heden heeft de VNG nog geen ’toolkit’ gemaakt. Wel heeft de VNG eind 2020 de Handreiking Wmo-toezicht gepubliceerd, waarin handvatten zijn opgenomen voor het inrichten en ontwikkelen van het Wmo-toezicht. Daarnaast heeft de VNG een Handreiking over openbaarmaking van toezichtrapporten voor gemeenten en Wmo-toezichthouders opgesteld. Gemeenten kunnen aan de hand van deze handreiking het proces omtrent de actieve openbaarmaking van Wmo-toezichtreportages vormgeven.
- Uitgelicht: de Wibz
Tevens heeft onlangs ter consultatie voorgelegen het Wetsvoorstel integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (Wibz). Dit voorstel beoogt voorwaarden te stellen aan dividenduitkeringen en wettelijk te regelen dat zorgaanbieders elke vorm van belangenverstrengeling voorkomen, alsmede interne toezichthouders meer invloed te geven. Ook worden meer intrekkingsgronden geïntroduceerd, op grond waarvan de nieuwe Wtza-vergunning van aanbieders zou kunnen worden ingetrokken.
De Wibz beoogt toezicht door de overheid te introduceren op meerdere onderdelen van de bedrijfsvoering van zorgaanbieders. Toezichthouders IGJ en NZa krijgen daardoor meer handvatten voor handhaving. Daarmee moeten excessen met winstuitkering en constructies louter vanuit winstoogmerk worden bestreden.
De regels rond het winstuitkeringsverbod worden uitgebreid en het verbod wordt onderdeel van de Wet Marktordening Gezondheidszorg (WMG). Uitzonderingen worden wel gemaakt. Via een functionele omschrijving wordt de mogelijkheid geopend om bij Algemene Maatregel van Bestuur voor een gehele zorgsoort een winstuitkeringsverbod toe te passen. Ook kunnen voorwaarden aan winstuitkering worden gesteld, ook bij onderaannemers.
Het begrip “winst” worden nader gedefinieerd en de NZa krijgt de mogelijkheid zorgaanbieders op te dragen uitgekeerde wisten terug te vorderen. Verder moet bij bepaalde transacties worden gewerkt op basis van normale marktvoorwaarden en worden in deze wet ook maatregelen opgelegd ter vermijding van tegenstrijdig belang.
Naast de toevoeging van extra weigerings- of intrekkingsgronden voor een Wtza-vergunning wordt ook gegevensuitwisseling tussen toezichthouders, zorgkantoren en zorgverzekeraars richting VWS beter geregeld.
Bedenkingen
Wij hebben wel bedenkingen over de Wibz. Wij sommen er een aantal op.
Al die aanvullende regels resulteren in administratieve lastenverzwaringen, o.a. door meer informatie aan te moeten leveren bij de Wtza-vergunningsaanvraag en jaarverantwoording. Dat kan het ook minder aantrekkelijk maken om in de zorg werkzaam te zijn.
Essentiële elementen worden daarnaast niet in de wet zelf geregeld, maar overgelaten aan lagere regelgeving, bijvoorbeeld het bepalen van de sectoren waarvoor voorwaarden gelden aan winstuitkeringen. Dat brengt onzekerheid met zich en kan gevolgen hebben voor de bereidheid om deze sectoren van kapitaal te voorzien. Een bank of investeerder zal een organisatie, die op korte termijn te maken kan krijgen met een winstuitkeringsverbod, mogelijk minder snel of tegen ongunstiger voorwaarden financieren.
In het algemeen is het uiteraard goed dat misbruik van zorggelden wordt tegengegaan, maar daarbij is het wel de vraag of 1) daar zoveel regelgeving voor nodig is, 2) zorgaanbieders straks door de bomen het bos nog zien, 3) deze regelgeving het gewenste effect zal hebben bij het tegengaan van fraude en 4) al deze regelgeving niet resulteert in een onaantrekkelijk vestigingsklimaat waardoor de tekorten in de zorg verder toenemen. Deze regellawine is bovendien moeilijk te verenigen met de breed gedragen wens om administratieve lasten en regeldruk te verminderen. Inzicht in al deze regelgeving en de impact daarvan is voor iedere beleidsbepaler een must. Anderzijds past dit in de maatschappelijke behoefte om een “leven lang leren” als maatstaf te hebben in een arbeidzaam leven. Daar is geen ontkomen aan.