Binnenkort gaat de Tweede Kamer zich buigen over een nieuw wetsvoorstel over de toegang tot de Wet langdurige zorg (Wlz) voor mensen met een psychiatrische stoornis. Op 21 februari 2019 is dit wetsvoorstel ingediend. Momenteel vallen mensen met een langdurige psychische stoornis namelijk niet onder de Wlz, maar onder de Zorgverzekeringswet (Zvw) of de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De beoogde wetswijziging heeft een stelselwijziging op het oog waardoor de verschillende domeinen beter passend worden bij de verschillende groepen GGZ-cliënten.
Wat gaat er precies veranderen?
De grondslag ‘psychische stoornis’ wordt toegevoegd aan de zorginhoudelijke toegangscriteria van de Wlz. Mensen met een psychische stoornis kunnen daardoor aanspraak maken op Wlz-zorg, als zij een blijvende behoefte hebben aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid. Daarmee worden deze mensen gelijkgeschakeld aan mensen met bijvoorbeeld een lichamelijke of verstandelijke handicap of aandoening.
Het doel van de wetswijziging is dat er een aantal problemen van deze groep mensen wordt weggenomen. Nu moet er onder de Wmo periodiek opnieuw de zorgbehoefte worden vastgesteld en moet ook periodiek bekeken worden hoe de zelfstandigheid kan worden bevorderd. Dat kan bij een aandoening waarbij geen verbetering te verwachten is als onnodig belastend en confronterend worden ervaren. Een ander doel van de wijziging is dat zich niet langer problemen voordoen bij het vinden van een passend zorgaanbod, wat nu vaak voorkomt bij een combinatie van beperkingen die uit verschillende domeinen moeten worden bekostigd. Het is de planning dat de wetswijziging in 2021 gerealiseerd is.
Waar moet u als zorgaanbieder op letten?
Als deze wet wordt aangenomen betekent dat een verschuiving in de bekostiging, een stelselwijziging dus. Dat brengt veranderingen met zich mee voor zorgaanbieders, althans als u met deze cliëntenpopulatie te maken heeft. De inschatting is dat het om 10.000 cliënten gaat.
Als Wlz-zorgaanbieder kunt u te maken krijgen met nieuwe aanbieders op de markt die zich naast de Wmo (ook) op de Wlz gaan richten en zich daarbij mogelijk niet beperken tot uitsluitend de populatie afkomstig uit de Wmo. De nieuwe Wlz-indicatie kan ook leiden tot een uitstroom van cliënten voor aanbieders van bijvoorbeeld beschermd wonen onder de Wmo.
Ook de Nederlandse Zorgautoriteit ziet grote consequenties voor de aanbieders van beschermd wonen:
Integrale zorglevering leidt bij deze zorgaanbieders tot grote uitvoeringsconsequenties op het gebied van administratieve lasten, zorginhoudelijke verantwoordelijkheid, beschikbaarheid van expertise en keuzevrijheid. Ook is er een risico dat deze aanbieders besluiten om het aanbod te focussen op cliënten met alleen een Wmo-indicatie en dat de wachtlijsten zullen toenemen voor Wlz cliënten.
Duidelijk is dat sommige cliënten een (nieuwe) Wlz-indicatie kunnen krijgen. Het criterium daarvoor of de totale beperkingen leiden tot een blijvende behoefte aan permanent toezicht. De indicatie is in principe voor onbepaalde duur, wat betekent dat er maar één keer een aanvraag gedaan hoeft te worden. Er zal dus contact moeten zijn met cliënten om te bespreken of er een nieuwe aanvraag gedaan moet worden bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en daar zullen daar de nodige werkzaamheden en extra kosten mee gepaard gaan.
Onder de nieuwe wet kan zorg verleend worden op twee manieren: via een overeenkomst met een zorgkantoor of via een persoonsgebonden budget (PGB). Opgelet: de eisen die zorgkantoren stellen aan de inkoop kunnen afwijken c.q. zwaarder zijn dan de eisen waar de betreffende zorgaanbieders onder de Wmo mee te maken hebben. Het is dus van belang om goed voorbereid te zijn op een verandering in het inkooptraject en daar op tijd mee te beginnen.
Wat kunt u de komende tijd verwachten?
Op dit moment wordt uitgegaan van een jaar (van 2020 tot 2021) voor de implementatie, zoals de verandering in indicaties en de overdracht van cliënten. 2020 wordt dus gezien als het overgangsjaar, waarin alle veranderingen zorgvuldig kunnen worden voorbereid. Dat geldt natuurlijk alleen als de wetswijziging is aangenomen. Eerst zal de Tweede Kamer zich de komende tijd over de materie buigen en daarna is de Eerste Kamer nog aan bod. Mochten er tijdens die behandeling wijzigingen in het wetsvoorstel worden doorgevoerd, dan zullen wij u daarover uiteraard nader informeren.