Wibz deel 4: toezicht op vastgoedtransacties

Wet integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (Wibz) Deel 4: Het moderniseren van het toezicht op vastgoedtransacties in de zorg

Eind januari 2025 is door minister Agema het wetsvoorstel Wet integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (Wibz) naar de Tweede Kamer gestuurd. De Wibz is gericht op het tegengaan van ongewenste praktijken in de bedrijfsvoering van zorgaanbieders. Wat houdt de Wibz precies in? De Wibz kent vijf verschillende onderdelen. In dit artikel wordt ingegaan op het vierde onderdeel: Het moderniseren van het toezicht op vastgoedtransacties in de zorg.

Welke verplichting geldt vóór inwerkingtreding van de Wibz bij vastgoedtransacties in de zorg?

Het bestuur van zorgaanbieders die voornemens zijn om onroerend goed te verkopen of te verhuren, is op basis van de Wet toelating zorginstellingen (Wtzi) verplicht om dit te melden aan het College sanering zorginstellingen (het CSZ). Het CSZ bepaalt naar aanleiding van een melding of goedkeuring nodig is voor de transactie.

Welke wijzigingen brengt de Wibz mee voor het toezicht op vastgoedtransacties in de zorg?

De Wibz brengt met zich dat het College sanering zorginstellingen wordt opgeheven en dat bestuurders die voornemens zijn om onroerend goed te verkopen of te verhuren, dus geen melding meer hoeven te doen bij het CSZ.

Zorginstellingen zijn inmiddels zelf verantwoordelijk geworden voor hun bedrijfsvoering wat betreft vastgoed. Zorginstellingen dragen ook zelf de financiële risico’s die daarmee samenhangen. Volgens de regering is de grondslag voor het toezicht van het CSZ komen te vervallen, waardoor het CSZ kan worden opgeheven.

Welke normen gelden er dan nog voor vastgoedtransacties in de zorg?

De Wibz introduceert een norm voor van betekenis zijnde transacties, waaronder vastgoedtransacties in de zorg. Op basis daarvan kan de NZa toezicht houden op de naleving van ‘normale marktvoorwaarden’ bij bepaalde vastgoedtransacties in de zorg.

Deze verplichting voor zorgaanbieders houdt samengevat in dat zorgaanbieders ‘normale marktvoorwaarden’ moeten hanteren bij van betekenis zijnde transacties met verbonden partijen en familieleden van bestuurders en toezichthouders van de zorgaanbieder. Veelal zal een vastgoedtransactie zo’n van betekenis zijnde transactie zijn.

Volgens de regering ligt het bij de aankoop of verkoop van vastgoed aan verbonden partijen en familieleden voor de hand dat een onafhankelijke taxatie wordt gedaan, om aan te tonen dat sprake is van normale marktvoorwaarden.

Terug naar Wibz deel 3: het moeten hanteren van normale marktvoorwaarden | Verder naar Wibz deel 5: Extra weigerings- en intrekkingsgronden Wtza-vergunning

Specialisten over dit onderwerp

Gerelateerde items