De interne toezichthouder moet aan verschillende eisen voldoen op grond van de Wtza (artikel 3) en het Uitvoeringsbesluit Wtza (artikel 6, 7, 8, 9). Nieuw ten opzichte van de WTZi is bijvoorbeeld dat de interne toezichthouder moet bestaan uit ten minste drie natuurlijke personen. Vastgelegd moet worden op welke wijze aan de verplichtingen ten aanzien van het intern toezicht wordt voldaan. Zo dient een zorginstelling die een rechtspersoon is dit vast te leggen in de statuten, en dienen andersoortige instellingen dit anderszins schriftelijk vast te leggen. Hieronder vind u de betreffende verplichtingen.
“Artikel 3 (deels)
1. Een zorgaanbieder die op grond van het bepaalde bij of krachtens artikel 4 dient te beschikken over een toelatingsvergunning voldoet aan de volgende eisen omtrent de bestuursstructuur:
a. Er is een interne toezichthouder die toezicht houdt op het beleid van de dagelijkse of algemene leiding van de instelling en de algemene gang van zaken binnen de instelling en die de dagelijkse of algemene leiding van de instelling met raad ter zijde staat;
b. Een persoon maakt niet tegelijk deel uit van de interne toezichthouder en de dagelijkse of algemene leiding van de instelling;
c. De interne toezichthouder is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de dagelijkse of algemene leiding van de instelling en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen opereren;
d. De instelling legt op inzichtelijke wijze de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de interne toezichthouder en de dagelijkse of algemene leiding vast, alsmede de wijze waarop interne conflicten tussen de interne toezichthouder en de dagelijkse of algemene leiding worden geregeld.”
“Artikel 6
- De interne toezichthouder bestaat uit ten minste drie natuurlijke personen.
- Een persoon wordt voor ten hoogste vier jaar aangesteld als lid van de interne toezichthouder van de instelling. Deze periode kan eenmaal met ten hoogste vier jaar worden verlengd. De al dan niet aaneengesloten totale periode waarin een persoon lid is van de interne toezichthouder van de instelling is ten hoogste acht jaar.”
“Artikel 7 1. De instelling borgt de onafhankelijke taakvervulling door de interne toezichthouder. Dit betekent in ieder geval dat: 2. Onder instelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a en onderdeel b, wordt mede verstaan een dochtermaatschappij van de instelling als bedoeld in artikel 24a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek alsmede met de instelling in een groep verbonden rechtspersonen of vennootschappen als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
a. een lid van de interne toezichthouder geen andere financiële vergoeding van de instelling ontvangt dan een passende vergoeding voor de als lid van de interne toezichthouder verrichte werkzaamheden;
b. een lid van de interne toezichthouder, diens echtgenoot of andere levensgezel, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de tweede graad
3. Onder lid van de dagelijkse of algemene leiding als bedoeld in de subonderdelen 1°, 5° en 7° van onderdeel b van het eerste lid, wordt mede verstaan de natuurlijke persoon die het beleid van de instelling heeft bepaald of mede heeft bepaald, als ware hij lid van de dagelijkse of algemene leiding van de instelling.”
“Artikel 8
- De interne toezichthouder richt zich bij de vervulling van zijn taak naar het belang van de instelling, het te behartigen maatschappelijke belang en het belang van de betrokken belanghebbenden.
- De interne toezichthouder stelt een profielschets op voor de leden van de interne toezichthouder rekening houdend met de aard van de instelling, diens activiteiten en de gewenste deskundigheid en achtergrond van de leden van de interne toezichthouder.”
“Artikel 9
1. De instelling verschaft de interne toezichthouder tijdig, en desgevraagd schriftelijk, de voor de uitoefening van diens taak noodzakelijke gegevens.
2. De instelling stelt de interne toezichthouder voorts ten minste eenmaal per jaar schriftelijk op de hoogte van in ieder geval:
a. de hoofdlijnen van het strategisch beleid;
b. de algemene en financiële risico’s; en
c. het beheers- en controlesysteem van de instelling.”
Heeft u meer vragen over intern toezicht op grond van de Wtza?
Deze conclusie volgt uit de door u ingevulde vragen. Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend. Indien u op maat gemaakt advies wenst over de gevolgen van de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) voor uw zorgorganisatie kunt u contact opnemen met Eldermans|Geerts.
Daarbij kunt u denken aan:
- het beoordelen of u een interne toezichthouder nodig heeft,
- advies over de invulling van de taken van de raad van toezicht,
- het opstellen van een voor uw organisatie passend reglement voor de raad van toezicht dat in overeenstemming is met de geldende wet- en regelgeving,
- het beoordelen of de statuten voldoen aan de Wtza,
- advies over het aanpassen van de statuten en voor zover nodig begeleiding bij het aanpassen van de statuten aan de vereisten van de Wtza.