Op 1 april hebben alle zorgverzekeraars weer hun inkoopbeleid gepubliceerd. Een aantal verzekeraars heeft in 2023 inkoopbeleid gepubliceerd voor 2024 én 2025, waardoor er voor 2025 niet veel veranderingen zijn ten opzichte van 2024. Echter, op landelijk niveau zien we toch enkele interessante ontwikkelingen. In dit artikel staan we stil bij deze landelijke ontwikkelingen en de meest relevante ontwikkelingen in het inkoopbeleid voor de huisartsenzorg.
Landelijke ontwikkelingen
Duurzaamheid
De zorgsector is verantwoordelijk voor 7% van de CO2-uitstoot, 13% van het grondstofverbruik en 4% van het afval in Nederland. Met het leveren van zorg draagt de sector dus bij aan de klimaat- en milieucrisis. Om de sector te verduurzamen zijn daarom afspraken gemaakt in de Green Deal Duurzame Zorg 3.0. De zorgverzekeraars verwachten op een aantal punten een inspanning van de zorgaanbieder, bijvoorbeeld dat deze duurzaamheid verankert in zijn strategie, maar ook dat de zorgaanbieder informatie aanlevert over duurzaamheidsprestaties, zodat de verzekeraar zijn verplichtingen kan nakomen op grond van de nieuwe Europese richtlijn die bedrijven verplicht om een duurzaamheidsrapportage uit te brengen. Zorgverzekeraars hechten daar waarde aan.
Digitalisering
Daarnaast hebben zorgverzekeraars op basis van het Integraal Zorgakkoord (IZA) de doelstelling uitgesproken dat 70% van de zorgpaden die daartoe geschikt zijn, hybride moeten worden. Daarnaast moeten deze hybride zorgpaden 50% van de patiëntenpopulatie bevatten. Bij deze digitalisering hoort ook de
digitale toegang tot zorggegevens voor zorgverleners en patiënten zelf. Verder moeten onder andere huisartsen in 2025 aangesloten zijn op het MedMij afsprakenstelsel en gegevens uit kunnen wisselen met MedMij gecertificeerde persoonlijke gezondheidsomgevingen.
Ontwikkelingen in het inkoopbeleid huisartsenzorg
‘Meer Tijd Voor de Patiënt’
De afspraken in het IZA hebben in 2023 geleid tot het toevoegen van de prestatie ‘Meer Tijd Voor de Patiënt’, die door de grote verzekeraars in 2025 ook wordt aangeboden. Op landelijk niveau zijn er gesprekken tussen het ministerie van VWS, de NZa, de LHV, InEen en ZN over de bekostiging van deze prestatie per 2025. De zorgverzekeraars geven aan dat aanvullend beleid zal worden gepubliceerd of dat het beleid zal worden aangepast wanneer er meer duidelijkheid is over de bekostiging.
Het verkennend gesprek
Vanaf 2025 wordt het ‘verkennend gesprek’ vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering voor mensen met psychische klachten die ook andere problemen hebben, zoals schulden of eenzaamheid.
Opvallend is dat Menzis als enige van de grote vier verzekeraars hierover beleid heeft opgenomen voor 2025. Menzis verwacht namelijk dat de Regionale Huisartsenorganisatie uiterlijk op 1 januari 2025 in samenwerking met de GGZ en het sociaal domein
tot een duidelijke afbakening is gekomen van de werkzaamheden van de Praktijkondersteuner GGZ en de invulling van het verkennend gesprek en heeft vastgesteld onder welke voorwaarden patiënten kunnen worden doorverwezen voor een verkennend gesprek.
Conclusie
We zien dat zorgverzekeraars opnieuw veel waarde hechten aan duurzaamheid en digitalisering. Daarnaast zien we een tweetal ontwikkelingen in de huisartsenzorg gaande, waarbij Menzis ten aanzien van het verkennend gesprek als enige zorgverzekeraar
beleid heeft opgesteld. Kortom, op het niveau van de verzekeraars lijken de wijzigingen mee te vallen, maar op landelijk niveau gaan we een interessante tijd tegemoet.
Dit artikel verscheen reeds in het magazine HuisartsenService no. 2/2024