De discussie rond zzp’ers is een weerbarstige. Aan de ene kant willen politiek en ambtenarij de groei van het aantal zzp’ers – vooral in de zorg – terugdringen. Dit omdat, zo is de beleving, zzp’ers enerzijds geen of minder bijdrage leveren aan sociale voorzieningen en pensioenen en vanwege hun tarieven de kosten zouden opdrijven, en anderzijds wel gebruik maken van ons sociale vangnet als de nood aan de man komt.
Keurslijf
De realiteit is echter dat er een toenemende behoefte is bij werknemers om niet meer in het keurslijf van een arbeidsovereenkomst te werken, teneinde de eigen werktijden te kunnen bepalen in de zekerheid dat er voldoende werk is vanwege personeelskrapte. Werkgevers worden gestimuleerd om hierop in te spelen en juist meer vrijheid en zeggenschap te organiseren. Maar het is de vraag of daar in de praktijk veel van terechtkomt.
Kosten zzp’er
Er zijn ook tegenstrijdige berichten, bijvoorbeeld over de vermeende hoge kosten van zzp’ers. Onlangs heeft Berenschot uitgerekend dat zzp’ers in principe gemiddeld maar 5% duurder zijn dan werknemers in loondienst. Bij dergelijke cijfers moet je bedenken dat de uitkomst wordt bepaald door de uitgangspunten. Als je de kosten van de zzp’er wilt vergelijken met iemand in loondienst, dan moet je ook de kosten van vakantiegeld, 13e maand, opleiding, telefoon en woon- werkkosten, alsmede pensioen, ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid van een werknemer meerekenen. Voor de gemiddelde werknemer is dat volgens Berenschot ongeveer € 10,30 per uur. Als je daar geen rekening mee houdt en ‘sec’ kijkt naar het kale uurtarief, dan zijn zzp’ers inderdaad duurder. Anderzijds is in het onderzoek, zo lijkt het, geen rekening gehouden met de percentages die bemiddelaars voor hun bemoeienissen rekenen.
Zelfstandig of arbeidsovereenkomst?
De belastingdienst heeft onlangs aangekondigd dat de modelovereenkomsten voor zzp’ers, die uitgaan van vrije vervangbaarheid, binnenkort niet meer als goedgekeurd kunnen worden beschouwd. In de politiek wordt in het verlengde van het Deliveroo-arrest nagedacht over invulling van het woord “inbedding” in de organisatie. Ook in de verkiezingsprogramma’s wordt er aandacht aan besteed. Maar uiteindelijk blijft een oordeel over de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst of een zelfstandige casuïstisch en gaat de rechtspraak al 40 jaar alle kanten uit.
Wat zou kunnen helpen is dat er duidelijke criteria worden gesteld om het kaf van het koren te scheiden. Bijvoorbeeld door als voorwaarden te stellen dat een zzp’er niet in de zes maanden voorafgaand aan een opdracht bij dezelfde opdrachtgever aan het werk is geweest en in een jaar beschikt over meerdere opdrachtgevers. En dat een zzp’er niet langer werkt dan nodig is voor uitvoering van de opdracht.
Als sprake is van inschakeling wegens capaciteitsproblemen, dan kan van de opdrachtgever bewijs worden gevraagd dat voldoende pogingen worden ondernomen om die capaciteitsproblemen op te lossen.
Er zijn veel criteria denkbaar die kunnen aantonen of iemand zich echt als ondernemer gedraagt en niet alleen maar zegt zelfstandige te zijn, maar feitelijk niet meer of minder is dan een gemiddelde werknemer.
De oplossing kan ook liggen bij brancheverenigingen van zzp’ers, die best mee willen denken over oplossingen, want ook hun achterban is niet gebaat bij onzekerheid.
Wordt vervolgd..
Kortom: een dossier dat al 30 jaar in ontwikkeling is, en ook nu ongetwijfeld zal worden vervolgd..