Rol van de vertegenwoordiger in de verplichte zorg

10 januari 2024

Rol van de vertegenwoordiger in de verplichte zorg: wat bepalen de Wzd en Wvggz daarover?

In een aantal artikelen zijn wij al uitvoerig ingegaan op de vraag wat de rol is van vertegenwoordigers van cliënten in de zorg. Zo wordt in dit artikel bijvoorbeeld ingegaan op het onderscheid tussen de verschillende  vormen van vertegenwoordiging, gaan wij in dit artikel in op de vraag hoe een zorgaanbieder om moet gaan met het verzoek van een (wettelijk) vertegenwoordiger tot inzage in een medisch dossier en gaan wij in dit artikel in op de vraag hoe om te gaan met ruziënde vertegenwoordigers. In deze artikelen wordt ingegaan op de reguliere vormen van vertegenwoordiging, zoals deze gelden in onder meer de Wet op de Geneeskundige behandelingsovereenkomst (de “WGBO”). In de verplichte zorg gelden op bepaalde punten aanvullende regels. Daar gaan wij in dit artikel op in.

Verplichte zorg: Wvggz en Wzd

Sinds 1 januari 2020 geldt de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (de “Wvggz”) en de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (de “Wzd”). Beide wetten bevatten regels en waarborgen omtrent het verlenen van verplichte zorg aan cliënten. De Wvggz ziet op het verlenen van verplichte zorg aan mensen met een psychische aandoening, de Wzd op het verlenen van verplichte zorg aan mensen met een verstandelijke beperking en mensen met psychogeriatrische aandoeningen. Beide wetten kennen hun eigen regels over vertegenwoordiging van deze cliënten, die wij hieronder afzonderlijk zullen bespreken. 

Vertegenwoordiging in de Wvggz: wie treedt op?

In de Wvggz is de vraag wie vertegenwoordiger is, afhankelijk van de leeftijd van de cliënt. Als een cliënt jonger is dan zestien jaar, beschouwt de Wvggz de ouder(s) of voogd(en) die (gezamenlijk) het gezag uitoefenen, als vertegenwoordiger. Als een cliënt zestien of zeventien jaar oud is, geldt hetzelfde als voor minderjarigen van jonger dan zestien jaar. Een verschil is dat de cliënt van zestien of zeventien jaar ook kan kiezen een gemachtigde aan te wijzen die optreedt als zijn vertegenwoordiger. Deze gemachtigde vervangt de ouder(s) of voogd(en) met gezag.

Als een cliënt meerderjarig is en als gevolg van zijn geestelijke of lichamelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen zelf behoorlijk waar te nemen, bepaalt de Wvggz dat eerst gekeken moet worden of er een curator of mentor is. Indien deze ontbreekt, wordt gekeken of de cliënt iemand heeft gemachtigd middels een volmacht. De gevolmachtigde moet meerderjarig en handelingsbekwaam zijn. Ook moet hij schriftelijk verklaren bereid te zijn als vertegenwoordiger op te treden.

Als er geen mentor of curator is en cliënt geen gevolmachtigde heeft aangewezen, wordt een plaatsvervanger aangewezen. Daarbij wordt eerst gekeken of cliënt een partner heeft (een echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel). Als dat niet het geval is, kan een ouder, kind, broer, zus, grootouder of kleinkind als plaatsvervanger worden aangewezen. Deze systematiek is vergelijkbaar met de systematiek die de WGBO kent voor het aanwijzen van een vertegenwoordiger.

De Wvggz bepaalt dat als er geen vertegenwoordiger optreedt, de zorgaanbieder een verzoek dient te doen om een mentor aan te wijzen.

Van belang is om op te merken dat het uitgangspunt van de Wvggz is dat de betrokkene niet wilsonbekwaam is en dat niet te snel geconcludeerd mag worden dat de cliënt wilsonbekwaam is.

Vertegenwoordiging in de Wvggz: wat is de rol van de vertegenwoordiger?

De vertegenwoordiger heeft een belangrijke rol in de Wvggz. Zijn taak is om de belangen van de cliënt die zelf niet in staat is om zijn belangen ter zake te vertegenwoordigen, te waarborgen. Zo is in de Wvggz bijvoorbeeld bepaald dat als wordt vastgesteld dat de cliënt wilsonbekwaam is, dat door de zorgverantwoordelijke eerst overlegd moet worden met de vertegenwoordiger. Ook moet de zelfbindingsverklaring aan de vertegenwoordiger worden verstrekt en moet de geneesheer-directeur de vertegenwoordiger informeren over zijn besluitvorming.

Vertegenwoordiging in de Wzd: wie treedt op?

De systematiek van de Wzd is vergelijkbaar met de systematiek van de Wvggz. Ook de Wzd kent een gelaagdheid in de vormen van vertegenwoordiging, alleen in de Wzd valt deze gelaagdheid af te leiden uit de definitie van het begrip “vertegenwoordiger”. De Wzd bepaalt dat de vertegenwoordiger is de:

“wettelijk vertegenwoordiger van de cliënt, of, indien een zodanige persoon ontbreekt, de persoon die daartoe door de cliënt schriftelijk is gemachtigd in zijn plaats te treden, of, indien deze ontbreekt of niet optreedt, de echtgenoot, de geregistreerde partner of andere levensgezel, of, indien deze ontbreekt of niet wenst op te treden, een ouder, kind, broer, zus, grootouder of kleinkind van de cliënt”

Eerst moet dus gekeken worden of er een wettelijk vertegenwoordiger is (dat kan een curator, mentor of bewindvoerder zijn). Als deze er niet is, moet gekeken worden of cliënt een gevolmachtigde heeft aangesteld. Als dat niet het geval is wordt een plaatsvervanger aangewezen: dat is de partner van de cliënt, of als deze ontbreekt of niet wil optreden, een ouder, kind, broer, zus, grootouder of kleinkind van de cliënt.

De Wzd bepaalt dat een vertegenwoordiger alleen optreedt voor zover hij een taak heeft als wettelijk vertegenwoordiger of voor zover een daartoe deskundige, niet zijnde de bij de zorg betrokken arts, overeenkomstig de daarvoor gangbare richtlijnen – kort gezegd – beslist heeft dat cliënt niet wilsbekwaam is ter zake van een beslissing die hem betreft.

Vertegenwoordiging in de Wzd: wat is de rol van de vertegenwoordiger?

Net als de Wvggz, bepaalt de Wzd dat een beslissing in het kader van het vaststellen van de wilsonbekwaamheid van cliënt, overlegd moet worden met de vertegenwoordiger van de cliënt. Voor de vertegenwoordiger die door de cliënt schriftelijk gemachtigd wordt, geldt dat hij schriftelijk moet verklaren bereid te zijn als vertegenwoordiger op te treden. De vertegenwoordiger in de Wzd dient bij veel zaken betrokken te worden. Zo moet aan de vertegenwoordiger bijvoorbeeld worden meegedeeld wie zorgverantwoordelijke is, moet de vertegenwoordiger worden geïnformeerd voorafgaand aan de eerste keer dat onvrijwillige zorg wordt verleend aan de cliënt en kan de vertegenwoordiger een aanvraag doen tot een besluit tot opname.

Concluderend

Hoewel de gelaagde systematiek die de Wvggz en Wzd kennen voor het aanwijzen van een vertegenwoordiger grotendeels gelijk is aan de systematiek uit de WGBO, kennen de Wvggz en Wzd aanvullende waarborgen, zoals bijvoorbeeld de verplichting voor de zorgaanbieder een wettelijk vertegenwoordiger aan te wijzen als er geen wettelijk vertegenwoordiger, gevolmachtigde of plaatsvervanger is. Ook bepalen beide wetten expliciet waar de vertegenwoordiger in moet worden meegenomen en wat zijn rol is.

Deel dit verhaal:

Heeft u vragen over dit onderwerp?

Neem dan contact met ons op via:

030-2332218
post@eldermans-geerts.nl

Belangrijk zorgnieuws ontvangen?

Meld u nu aan voor de nieuwsbrief met juridisch nieuws over de zorg.
Aanmelden
  • Meld u nu aan voor onze nieuwsbrief!
    Wilt u op de hoogte worden gehouden van de laatste ontwikkelingen en veranderingen op juridisch gebied? Via onze nieuwsbrief krijgt u automatisch de laatste nieuwtjes via de e-mail toegestuurd.
  • Inschrijven nieuwsbrief