Bepaalde zorginstellingen hebben een Wtza-vergunning nodig om zorg te mogen leveren. Onder de WTZi gold dat om zorg onder de Zorgverzekeringswet (Zvw) of Wet langdurige zorg (Wlz) te mogen leveren, een WTZi-toelating was vereist. Met de komst van de Wtza wordt dit systeem van de toelatingen uit de WTZi vervangen. Let er overigens wel op dat de Wtza niet de gehele WTZi vervangt. Sommige bepalingen uit de WTZi blijven bestaan, zoals met betrekking tot het verbod op winstoogmerk en de mededelingsplicht bij het College sanering zorginstellingen (CSZ) bij het voornemen om (delen van) gebouwen of terreinen blijvend niet meer voor de instelling te gebruiken.
Wanneer heeft een instelling een Wtza-vergunning nodig?
Zorginstellingen hebben op grond van de Wtza een vergunningsplicht indien zij:
1. Medisch specialistische zorg (doen) verlenen;
Medisch specialistische zorg omvat de volgende vormen van zorg, voor zover deze wordt verleend door een arts (niet zijnde huisarts, specialist ouderengeneeskunde of arts verstandelijk gehandicapten): anesthesiologie, cardiologie, cardio-thoracale chirurgie, dermatologie en venerologie, heelkunde, interne geneeskunde, kaakchirurgie, keel- neus- oorheelkunde, kindergeneeskunde, klinische genetica, klinische geriatrie, longziekten en tuberculose, maag- darm- leverziekten, medische microbiologie, neurochirurgie, neurologie, nucleaire geneeskunde, obstetrie en gynaecologie, oogheelkunde, orthopedie, pathologie, plastische chirurgie, psychiatrie, radiologie, radiotherapie, reumatologie, revalidatiegeneeskunde, sportgeneeskunde, urologie.
2. Met meer dan 10 zorgverleners zorg of een andere dienst als omschreven bij of krachtens de Zvw of Wlz (doen verlenen)
Voor het aantal zorgverleners is van belang dat het moet gaan om natuurlijke personen die beroepsmatig (betaald) zorg leveren (dus bv. niet stafmedewerkers, stagiaires en vrijwilligers). De juridische basis (zoals dienstverband of in opdracht (bijvoorbeeld zzp’ers)) op grond waarvan de zorgverleners werkzaam zijn, is echter niet relevant. Deze zorgverleners tellen allemaal mee. Ook het aantal FTE’s is niet relevant. Het gaat om het aantal mensen.
Bij de drempel van 10 zorgverleners wordt de uitbesteding van zorg meegeteld. Als een zorginstelling bijvoorbeeld werkt met een onderaannemer, wordt het aantal zorgverleners bij deze onderaannemer, die de zorg van de hoofdaannemer verlenen, meegeteld. Als een zorginstelling meerdere locaties heeft, wordt het aantal zorgverleners bij die locaties opgeteld.
Overgangsregelingen WTZi naar Wtza
Voor zorginstellingen die op 1 januari 2022 al zorg verleenden, geldt een aantal overgangsregelingen. Daarbij dient een onderscheid te worden gemaakt tussen verschillende soorten zorginstellingen:
Zorginstellingen die onder de WTZi actief een WTZi-toelating hebben aangevraagd
Dit betreft instellingen voor medisch-specialistische zorg, audiologische centra, trombosediensten, persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding. Indien deze zorginstellingen onder de Wtza een vergunningsplicht hebben, wordt de WTZi-toelating in principe automatisch omgezet in een Wtza-vergunning. Zorginstellingen doen er wel goed aan dit zelf even te checken bij het CIBG. Indien deze zorginstellingen onder de Wtza geen vergunningsplicht hebben, vervalt de WTZi-toelating in principe automatisch.
Zorginstellingen die onder de WTZi van rechtswege een WTZi-toelating hebben verkregen
Dit betreft instellingen voor huisartsenzorg, verloskundige zorg, kraamzorg, mondzorg, paramedische zorg, verstrekken van hulpmiddelen, farmaceutische zorg, ziekenvervoer, erfelijkheidsadvisering, behandeling van gedragswetenschappelijke aard in verband met een psychiatrische aandoening, ADL-assistentie, uitleen van verpleegartikelen. Indien deze zorginstellingen onder de Wtza een vergunningsplicht hebben, dienen zij de vergunning binnen 2 jaar na inwerkingtreding van de Wtza aan te vragen.
Zorginstellingen die onder de WTZi geen toelating nodig hadden
Dit kan bijvoorbeeld zorginstellingen betreffen die uitsluitend PGB-gefinancierde zorg lever(d)en. Indien deze zorginstellingen onder de Wtza een vergunningsplicht hebben, dienen zij de vergunning binnen 2 jaar na inwerkingtreding van de Wtza aan te vragen.
Welke voorwaarden gelden op grond van de Wtza?
Aan de vergunningaanvraag zijn strengere eisen verbonden dan onder de Wtzi golden. De zorgaanbieder dient te voldoen aan de volgende eisen voordat het CIBG een vergunning zal verlenen:
a. De kwaliteitseisen die volgen uit de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg;
b. De eisen rondom de cliëntenraad, indien dit verplicht is op grond van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018;
c. De eisen met betrekking tot de bestuursstructuur:
- Een onafhankelijke interne toezichthouder indien de zorgorganisatie hier niet van wordt uitgezonderd in paragraaf 4 van het Uitvoeringsbesluit Wtza;
- Nadere inhoudelijke eisen aan samenstelling, taken, bevoegdheden toezichthouder in het Uitvoeringsbesluit Wtza;
d. De in de Wet marktordening gezondheidszorg gestelde eisen omtrent een zorgvuldige, transparante financiële bedrijfsvoering:
- Regeling financiële bedrijfsvoering
- Financieel gescheiden administratie van zorgactiviteiten van andere beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten
- Ordelijke en controleerbare financiële administratie
- Rechtmatig declareren.
Bezwaar maken: wat als de vergunningaanvraag wordt afgewezen?
De vergunningaanvraag dient te worden gedaan bij het CIBG. Hiertoe levert de zorgaanbieder gegevens aan, zodat duidelijk is dat aan de voorwaarden wordt voldaan. Op basis hiervan neemt het CIBG binnen acht weken een beslissing: de vergunning wordt afgegeven of geweigerd.
Tegen deze beslissing kan de zorgaanbieder formeel bestuursrechtelijk bezwaar maken bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Let wel, de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken na dagtekening van het besluit. Na het verlopen van deze termijn zal het besluit van het CIBG vaststaan.
Welke bezwaargronden relevant zijn om aan te voeren, hangt uiteraard met name af van de vraag op basis waarvan het CIBG de vergunningaanvraag heeft afgewezen. Teneinde gronden van bezwaar te kunnen formuleren tegen deze weigering, is het verder van belang het volgende na te gaan:
- Zijn alle vereiste gegevens en stukken (volledig en juist) aangeleverd?
- Is voldaan aan de onder het kopje “Welke voorwaarden gelden op grond van de Wtza?” benoemde voorwaarden die vereist zijn voor het afgeven van een Wtza-vergunning? Sla de feitelijke gegevens in de aangeleverde stukken hier op na.
- Is, indien hierom is verzocht door het CIBG, een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) overlegd?
- Zijn, indien hierom is verzocht door het CIBG, de uitkomsten van het onderzoek op grond van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) overlegd?
- Voldoet de zorgaanbieder aan de voorschriften ten aanzien van het verlenen van goede zorg (Wkkgz), de systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van zorg (Wkkgz), financiële bedrijfsvoering (Wmg), een financieel gescheiden en ordelijke en controleerbare administratie (Wmg), rechtmatige declareren (Wmg) en de eis van een cliëntenraad (Wmcz 2018)?
Wanneer kan een vergunning worden ingetrokken?
Naast het weigeren van de aanvraag van een Wtza-vergunning, kan het CIBG ook een reeds afgegeven Wtza-vergunning intrekken. Dit kan op basis van de weigeringsgronden, zoals het niet voldoen aan de vereisten voor verlening van een vergunning, maar in aanvulling daarop kan een vergunning ook worden ingetrokken in de volgende situaties:
- de zorgorganisatie heeft bij de aanvraag onjuiste gegevens verstrekt, terwijl op grond van de juiste gegevens de Wtza-vergunning zou zijn geweigerd;
- de zorgorganisatie heeft gedurende één jaar de zorg waarvoor een Wtza-vergunning verplicht is niet verleend of doen verlenen;
- de zorgorganisatie heeft artikel 35 lid 1, 2, 6 of 7 van de Wmg (onder andere het in rekening brengen van tarieven in strijd met de daarvoor geldende (wettelijke) regels) overtreden;
- de zorgorganisatie houdt op te bestaan of wijzigt aanzienlijk van bestuursstructuur.
Het is dan ook van belang om, indien een Wtza-vergunning eenmaal is afgegeven, in gedachten te houden dat deze vergunning door het CIBG kan worden ingetrokken op basis van voornoemde gronden.
Overige verplichtingen onder Wtza
Naast de vergunningsplicht, bevat de Wtza ook andere verplichtingen. Zo geldt voor vergunningsplichtige zorginstellingen dat zij in principe ook intern toezicht moeten inregelen (zoals een Raad van Toezicht / Raad van Commissarissen), al gelden daar wel de nodige uitzonderingen voor. Daarnaast geldt er mogelijk een meldplicht en zijn er verplichtingen op het vlak van de jaarverantwoording en financiële bedrijfsvoering.
Heeft u vragen over de Wtza?
Indien u op maat gemaakt advies wenst over de gevolgen van de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) voor uw zorgorganisatie en / of u begeleiding nodig heeft bij het aanvragen van de vergunning en andere Wtza-verplichtingen, neem dan contact met ons op.
Wat betekent de Wtza voor uw zorgorganisatie? Controleer het via de Wtza-wizard
De Wtza brengt verschillende – ook nieuwe – verplichtingen met zich voor zorgorganisaties. Via onze Wtza-wizard kunt u door middel van het beantwoorden van een aantal simpele vragen snel in beeld krijgen wat uw verplichtingen zijn ten aanzien van:
- de Wtza meldplicht
- de Wtza vergunningplicht
- het intern toezicht op grond van de Wtza
- de jaarverantwoording op grond van de Wtza
- de financiële bedrijfsvoering op grond van de Wtza
Zie ook:
- Let op: Wet toetreding zorgaanbieders op komst!
- De Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza): de verplichtingen op een rij.
- De Uitvoeringsregeling Wtza definitief: aandachtpunten
- Let op: controleer CIBG-brief over de Wtza
- De Wtza: belangrijkste verplichtingen voor mondzorgaanbieders vanaf 1 januari a.s.
- De (A)Wtza en extern toezicht door de NZa
- Bezwaar maken tegen afgewezen Wtza vergunningaanvraag: hoe doe je dat?
- Luister ook naar de podcast “Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza): welke verplichtingen komen er op zorgaanbieders af?”