De Wtza en de tandarts: de verplichtingen op een rij

22 september 2020

Praktijk X is een middelgrote tandartsenpraktijk met 15 mondzorgverleners. Daarnaast zijn in de praktijk 5 tandarts-zzp’ers werkzaam. Met de Wet toetreding zorgaanbieders op komst, vraagt de praktijk zich af wat er voor hen gaat veranderen. Omdat de praktijk destijds automatisch een WTZi-toelating heeft gekregen, bestaat de indruk dat er niet echt ‘actie’ zal hoeven worden ondernomen. Klopt dat?

De Wtza

Op 11 februari jl. is het wetsvoorstel Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza), samen met het wetsvoorstel Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders (AWtza) door de Tweede Kamer aangenomen. Deze wetsvoorstellen, waarvan nog niet exact bekend zijn wanneer deze in werking zullen treden, brengen nieuwe verplichtingen met zich mee die ook relevant zijn voor tandartsen en tandartsenpraktijken. Om welke verplichtingen gaat het?

De meldplicht: voor nieuwe aanbieders of ook voor bestaande aanbieders?

Eén van de nieuwe verplichtingen is de meldplicht. De meldplicht brengt met zich dat iedere nieuwe tandartsenpraktijk – voordat de mondzorg aanvangt – zal moeten worden gemeld bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). De praktijk dient vervolgens een vragenlijst in te vullen over onder andere de aard, de inrichting en de kwaliteit van de (mond)zorg. Het doel hiervan is enerzijds beter toezicht door IGJ op nieuwe zorgaanbieders, doordat deze vroegtijdig in het vizier van IGJ komen. Anderzijds is een doel van deze meldplicht dat – doordat een vragenlijst dient te worden ingevuld – nieuwe zorgaanbieders al in een vroeg stadium op de hoogte zijn van de voor hen geldende kwaliteitseisen.

Maar hoe zit dit nu bij bestaande tandartsenpraktijken? In eerste instantie zou de meldplicht uitsluitend gelden voor ‘nieuwe’ zorgaanbieders. Vanwege een wijziging van de Wtza en AWtza zal de meldplicht echter ook gelden voor bestaande tandartsenpraktijken.

Vergunning en toezicht: de grootte van de tandartsenpraktijk

De omvang van praktijken verschilt. Zo wordt in de ene praktijk zorg verleend met 3 zorgverleners, waar dit in de andere praktijk 20 zorgverleners zijn. Dit aantal is relevant voor de twee volgende verplichtingen: de vergunningplicht en de verplichtingen ten aanzien van het intern toezicht.

Vergunningplicht

Op grond van de huidige Wet Toelating Zorginstelling (WTZi) dienen bepaalde zorgaanbieders een WTZi-toelating actief aan te vragen en worden anderen van rechtswege (‘automatisch’) toegelaten, waaronder mondzorgpraktijken. Dit gaat veranderen met de Wtza.

Zo zal voor nieuwe tandartsenpraktijken gelden dat zij op grond van de Wtza, voorafgaand aan de zorgverlening, een Wtza-vergunning dienen aan te vragen indien de zorg wordt verleend met meer dan 10 zorgverleners. Het gaat hierbij om betaalde krachten. De juridische basis op basis waarvan de zorgverleners werkzaam zijn (arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht) is hierbij niet relevant. Wel moet er sprake zijn van een organisatorisch verband, wat inhoudt dat geen sprake is van 10 mondzorgverleners die allen volledig zelfstandig van elkaar mondzorg leveren. Nieuwe tandartsenpraktijk dienen met inwerkingtreding van de Wtza dus – in tegenstelling tot het huidige systeem – actief een Wtza-vergunning aan te vragen.

Voor bestaande tandartsenpraktijken zit het iets anders. Deze praktijken beschikken momenteel automatisch over een WTZi-toelating. Voor deze praktijken geldt ook dat een Wtza-vergunning moet worden aangevraagd indien de zorg wordt verleend met meer dan 10 zorgverleners. De tandartsenpraktijk dient deze Wtza-vergunning binnen twee jaar na inwerkingtreding van de Wtza aan te vragen. Ook voor bestaande tandartsenpraktijken met een WTZi-toelating brengt de Wtza dus grote veranderingen met zich. Het is echter ook mogelijk dat er ten tijde van de inwerkingtreding van de Wtza minder dan 10 zorgverleners werkzaam zijn, maar dat daarna de grens van 10 zorgverleners wordt overschreden. In dat geval geldt – naast de overgangsperiode van twee jaar – dat de Wtza-vergunning binnen zes maanden na de overschrijding van de ‘grens’ moet zijn aangevraagd.

Intern toezicht

Een aangevraagde Wtza-vergunning wordt getoetst op een aantal elementen, waaronder de transparantie-eisen. Deze zien op de bestuursstructuur en de bedrijfsvoering van de tandartsenpraktijk. Zo is in de Wtza bepaald dat de zorgaanbieder dient te beschikken over een interne toezichthouder, zoals een Raad van Toezicht, om aan de eisen omtrent de bestuursstructuur te voldoen. Hiertoe is wél een uitzondering opgenomen in het Uitvoeringsbesluit Wtza die relevant is voor tandartsenpraktijken. Zo is bepaald dat tandartsenpraktijken met 25 of minder zorgverleners, uitgezonderd zijn van de verplichting om een interne toezichthouder aan te stellen op basis van de Wtza. Dat zal dus gaan om de meeste praktijken.

De meldplicht, de vergunningplicht en zzp’ers

De meldplicht geldt voor zorgaanbieders en daarmee in beginsel voor de tandartsenpraktijk. Als zorgaanbieder kan echter ook worden beschouwd een ‘solistisch werkende zorgverlener’. Indien er zodoende sprake is van een (tandarts-)zzp’er die solistisch werkt (een aanwijzing daarvoor kan bijvoorbeeld zijn of de zzp’er zelf rechtstreeks factureert aan de cliënt of de verzekeraar), geldt dat deze wordt beschouwd als ‘solistisch werkende zorgverlener’. Die zzp’er dient zich dan zelfstandig te melden bij de IGJ.

Ten aanzien van de vergunningplicht geldt in beginsel dat zzp’ers in de tandartspraktijk mee moeten worden genomen in het aantal van 10 zorgverleners. Zoals eerder beschreven, maakt voor dit aantal niet uit op welke basis de zorgverleners werkzaam zijn. De vergunningplicht geldt echter alleen indien de zorg niet slechts door zzp’ers wordt verleend die volledig zelfstandig van elkaar werken.

Terug naar de casus

Op basis van de beschreven verplichtingen geldt dat praktijk X zich, ondanks dat X een ‘bestaande praktijk’ is, op basis van de meldplicht zal moeten melden bij IGJ. Daarnaast beschikt praktijk X van rechtswege over een WTZi-toelating. Op basis van de nieuwe verplichtingen zal de praktijk – binnen twee jaar na inwerkingtreding van de Wtza – een Wtza-vergunning dienen aan te vragen. Dit omdat de mondzorg in praktijk X met meer dan 10 zorgverleners wordt verleend. Hiervoor is niet van belang dat de mondzorg onder andere door 5 zzp’ers wordt verleend. Wel is praktijk X uitgezonderd van de verplichting om een interne toezichthouder aan te stellen.

Een en ander brengt met zich dat tandartsen(praktijken) – waaronder ook praktijk X – met de inwerkingtreding van de Wtza actief stappen dienen te ondernemen, om te (blijven) voldoen aan de regelgeving.

Dit artikel is ook verschenen in het DENTZ magazine nummer 3/4 – jaargang 12 – 2020.

Deel dit verhaal:

Heeft u vragen over dit onderwerp?

Neem dan contact met ons op via:

030-2332218
post@eldermans-geerts.nl

Belangrijk zorgnieuws ontvangen?

Meld u nu aan voor de nieuwsbrief met juridisch nieuws over de zorg.
Aanmelden
  • Meld u nu aan voor onze nieuwsbrief!
    Wilt u op de hoogte worden gehouden van de laatste ontwikkelingen en veranderingen op juridisch gebied? Via onze nieuwsbrief krijgt u automatisch de laatste nieuwtjes via de e-mail toegestuurd.
  • Inschrijven nieuwsbrief