Overzicht financiële regelingen voor zorgaanbieders in verband met corona

Op deze pagina’s vindt u een beknopt overzicht van de belangrijkste voorwaarden van de steunregelingen van Zorgverzekeraars Nederland en de Rijksoverheid.

NOW 1
NOW 2
TOGS
TOZO 1 (zzp’ers)
TOZO 2 (zzp’ers)
ZN: continuïteitsbijdrage (verzekerd deel zorg)
ZN: Financiering extra kosten, compensatie omzetderving, op peil houden liquiditeit, versoepeling verantwoording (Wlz)

NOW 1

Voor wie geldt de NOW 1?

De werkgever met tenminste 20% omzetverlies.

 De voorwaarden

  • Een (verwacht) omzetverlies van 20% of meer vanaf 1 maart 2020 over een gekozen periode van drie maanden. Het omzetverlies kan zelf worden berekend;
  • Als sprake is van een concern, dan is het uitgangspunt dat het hele concern een omzetverlies van 20% of meer dient te hebben en wordt uitgegaan van de totale omzet en de totale loonsom in het concern;
  • Indien in een concern sprake is van minder dan 20% omzetverlies, kunnen de individuele werkmaatschappen met een omzetverlies van 20% of meer zich alsnog op de NOW beroepen. De belangrijkste voorwaarden in dat geval zijn:
    • Concerns (waarvan de werkmaatschappij zich beroept op de NOW) zullen over 2020 geen dividend/bonussen uitkeren of eigen aandelen terugkopen t/m de datum van de aandeelhoudersvergadering waarin de jaarrekening van 2020 wordt vastgesteld;
    • Werkmaatschappijen (met 20 of meer werknemers) moeten een overeenkomst hebben met de betrokken vakbonden over werkbehoud bij de werkmaatschappij, dan wel, bij gebreke van een vakbond, een overeenkomst met een andere vertegenwoordiging van werknemers. Bij minder dan 20 werknemers volstaat een akkoord van een vertegenwoordiging van werknemers;
    • Er is geen personeels-bv binnen het concern (concerns met een personeels-BV dienen uit te gaan van omzetdaling op concernniveau);
    • De overige voorwaarden, waaronder belangrijke controlewaarborgen, staan benoemd in de kamerbrief.
  • Er kan gekozen worden voor een periode van drie aansluitende maanden met als begindatum 1 maart, 1 april of 1 mei 2020. De werkgever kan dus een periode kiezen waarin het te verwachten omzetverlies het grootst is;
  • De omzet over de gekozen periode van drie maanden wordt, afgezet tegen de omzet over 2019, gedeeld door vier. De omzet wordt bepaald conform het jaarrekeningenrecht. Hierbij gelden twee uitzonderingen:
    • Voor bedrijven die op 1 januari 2019 nog niet bestonden, geldt dat voor de referentieperiode voor omzet de hele kalendermaanden vanaf de eerste kalendermaand na de dag van aanvang van de bedrijfsuitoefening in 2019 tot en met februari 2020 worden genomen, omgerekend naar 3 maanden. Deze regeling geldt voor startende bedrijven, mits gestart voor februari 2020.
    • Deze regeling geldt ook voor een onderneming die een andere onderneming heeft overgenomen voorafgaand aan een beroep op de NOW (mits de overname een kalendermaand voor 29 februari 2020 ligt). Voor die bedrijven geldt dat de omzetvergelijking vanaf de eerste kalendermaand na de dag van overgang voor de hele kalendermaanden in 2019 tot en met 29 februari 2020 kan worden genomen, omgerekend naar 3 maanden. Bij een overgang van onderneming geldt dat de loonsom van maart als refertemaand van de loonsom wordt gehanteerd, mits de loonsom in maart t/m mei 2020 hoger is dan driemaal de loonsom van januari.
  • De referentiemaand van de loonsom is januari 2020. Een eventuele dertiende maand wordt hierbij uit de loonsom gefilterd.
  • Indien de werkgever in de periode na 17 maart 2020 tot 1 juni 2020 een verzoek heeft gedaan bij het UWV voor ontslag vanwege bedrijfseconomische redenen, en dit verzoek niet heeft ingetrokken, dan wordt het loon van de werknemer(s) voor wie de aanvraag is ingediend verhoogd met 50% en in mindering gebracht op de loonsommen;
  • Bij het indienen van een ontslagaanvraag vanwege bedrijfseconomische redenen op of na 2 april 2020 dient werkgever aannemelijk maken dat dit niet kon worden voorkomen door een beroep op de NOW;
  • De werkgever dient het volledige loon aan de werknemer door te betalen in de periode 1 maart tot 1 juni 2020;
  • De loonsom moet zoveel mogelijk gelijk blijven in de periode 1 maart tot 1 juni 2020;
  • Subsidie mag alleen worden gebruikt voor betaling van de loonkosten;
  • De ondernemingsraad/personeelsvertegenwoordiging of – bij het ontbreken daarvan – de werknemers moeten worden geïnformeerd over een toegekende aanvraag;
  • De werkgever moet administratie voeren ten aanzien van alle relevante gegevens, welke tot vijf jaar na vaststelling van de subsidie kan worden gecontroleerd;
  • Er dient loonaangifte op grond van de Wet op de loonbelasting 1964 te worden gedaan op de voorgeschreven momenten;
  • Er dient een melding te worden gemaakt bij het UWV indien sprake is van gebeurtenissen die van belang zijn voor de (wijziging, intrekking, vaststelling van de) subsidie;
  • Na afloop van de subsidieperiode, moet er een definitieve opgave van de omzetdaling met accountantsverklaring worden ingediend. Een accountantsverklaring is verplicht voor bedrijven die een voorschot hebben ontvangen van € 100.000,- of meer én bij het ontvangen van een subsidie van € 125.000,- of meer. Ondernemingen die een voorschot hebben ontvangen van minder dan € 100.000,-, dienen zelf in te schatten of de subsidie op € 125.000,- of meer wordt vastgesteld. Hiervoor zal de overheid een (reken)tool beschikbaar stellen. Bij deze bedragen wordt steeds uitgegaan van het subsidiebedrag dat wordt toegekend aan het concern (of de rechtspersoon/natuurlijke persoon). Indien het voorschot € 20.000,- of meer is en de subsidie € 25.000,- of meer, moet een verklaring van een derde worden overgelegd die de omzetdaling bevestigt;
  • Indien sprake is van loonkostensubsidie van de gemeente moet een melding van de NOW toekenning worden gedaan bij die gemeente.
  • De dga die niet verplicht verzekerd is voor de werknemersverzekeringen (WW/ZW/WIA) kan nu geen beroep op de NOW
  • De naam van een aanvrager (incl. verleende voorschotten en vastgestelde subsidie) kan openbaar worden gemaakt zonder dat hiervoor een zienswijze gevraagd hoeft te worden (UWV heeft verzocht om openbaarmaking op haar website). Dit betreft informatie waarvoor geen zienswijze gevraagd hoeft te worden;
  • Werkgevers met een 0-loonsom in januari 2020 of geen loonsom in januari 2020 en november 2019, met een loonsom in maart t/m mei 2020 kunnen alsnog in aanmerking komen voor de NOW.

Als de NOW 2 wordt aangevraagd, en de referentiemaand maart gunstiger is voor de loonsom, zal die maand worden gekozen en automatisch ook voor de NOW 1 bij de eindafrekening worden gecorrigeerd.

Terugbetaling

  • De subsidie wordt achteraf vastgesteld op basis van het daadwerkelijke omzetverlies en de daadwerkelijke loonsom in maart, april en mei 2020, eventueel gecorrigeerd door het vergelijk met de loonsom in januari 2020 als de loonsom lager is dan in januari 2020.
  • Binnen 24 weken na afloop van de periode waarover de NOW is toegekend dient een definitieve vaststelling van de subsidie te worden aangevraagd (38 weken voor aanvragen waarvoor een accountantsproduct is vereist). Binnen 52 weken na ontvangst van deze aanvraag, zal het UWV de uiteindelijke subsidie vaststellen. Vervolgens kan de hoogte van de subsidie worden gecorrigeerd (het teveel betaalde kan dan worden teruggevorderd).
  • Daarnaast geldt: indien niet aan de voorwaarden is voldaan, kan de subsidie worden teruggevorderd.

Hoogte

  • Subsidie: de hoogte hangt af van de omzetdaling en bedraagt 90% van de loonsom in de periode 1 maart tot 1 juni 2020 bij een omzetverlies van 100%. Bij een lager omzetverlies geldt een evenredig deel van dat percentage, bv. bij 50% omzetverlies een subsidie van 45%.
  • Voor het bepalen van de loonsom is het SV loon in januari 2020 van de werknemer(s) maatgevend met als begrenzing 2x het maximale dagloon, derhalve max € 9.538, – per werknemer;
  • Voorschot: het UWV kent bij de aanvraag van de subsidie, een voorschot toe van maximaal 80% van de verwachte subsidie (in drie termijnen betaald).

Voor NOW 1 en 2 geldt dat subsidies die ondernemers in het kader van de coronacrisis ontvangen, als omzet meetellen (dit geldt tevens voor een eventuele Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB).

Vaststelling van de eerste subsidieperiode (maart, april, mei 2020) kan worden aangevraagd vanaf 7 september 2020. Dit geldt voor werknemers die alleen een aanvraag in de eerste tranche hebben ingediend.

Looptijd, aanvraagproces, uitbetaling

Looptijd
De subsidie heeft betrekking op loonkosten tussen 1 maart en 1 juni 2020.

Aanvragen
Dit kan via https://www.uwv.nl/particulieren/ vanaf 6 april t/m 5 juni 2020 (met terugwerkende kracht tot 1 maart 2020). De regeling kan in beginsel voor drie maanden – maart, april, mei – worden aangevraagd (met mogelijkheid tot verlenging).

Uitbetaling
het UWV streeft ernaar binnen 2-4 weken na de aanvraag het voorschot uit te betalen.

NOW 2

Voor wie geldt de NOW 2?

De werkgever met tenminste 20% omzetverlies.

De nadere/gewijzigde voorwaarden (ten opzichte van NOW 1)

  • Een (verwacht) omzetverlies van ten minste 20% of meer gedurende een aaneengesloten periode van vier maanden, tussen 1 juni 2020 tot en met 30 november 2020. Dit verschilt van NOW 1, waarin een periode van drie maanden gold. De ondernemer die geen beroep heeft gedaan op NOW 1 mag als startdatum van deze periode van vier maanden kiezen uit de volgende drie data: 1 juni, 1 juli of 1 augustus 2020. De omzet kan vervolgens worden berekend door een derde van de omzet in 2019 te vergelijken met de omzet van de gekozen periode van vier maanden. Indien eerder al een beroep is gedaan op de NOW 1, dient de omzetperiode aan te sluiten op de periode gekozen in het eerste tijdvak;
  • Indien sprake is van een grotere samenstelling van rechtspersonen/natuurlijke personen (bv. een concern), geldt wederom dat de omzetdaling van de gehele groep de basis is om te bepalen of er sprake is van recht op de subsidie. Dit geldt tevens voor moeder- en dochtermaatschappijen. Desondanks kan de omzetdaling worden bepaald o.b.v. de omzetdaling van de rechtspersoon/vennootschap afzonderlijk indien de omzetdaling van de gehele groep lager is dan 20%, indien aan bepaalde voorwaarden in artikel 7 Regeling is voldaan;
  • Onder “omzet” vallen tevens subsidies en andere tegemoetkoming (ook in het kader van de coronacrisis);
  • Voor ondernemingen die zijn gestart na 1 januari 2019 blijft de bestaande referentieperiode gelden (de hele kalendermaanden vanaf dat de bedrijfsvoering is aangevangen in 2019 t/m 29 februari 2020, omgerekend naar vier maanden). Voor ondernemingen waarbij sprake is van een overgang van onderneming (na 1 januari 2019) en ondernemingen waarbij bedrijfsonderdelen zijn afgestoten, worden de referentieperiodes anders bepaald:
    • Indien er sprake is van overgang van onderneming geldt dat de referentieomzet wordt berekend door de omzet over de periode vanaf de eerste volledige kalendermaand vanaf de overgang tot en met 29 februari 2020, te delen door het aantal maanden waarvan de omzet in aanmerking wordt genomen, en te vermenigvuldigen met vier;
    • Indien een werkgever tussen 2 januari 2019 t/m 1 februari 2020 een onderdeel heeft afgestoten, is de referentieomzet de omzet vanaf de eerste volledige kalendermaand vanaf de afstoting van het onderdeel of de activiteit tot en met 29 februari 2020, gedeeld door het aantal maanden waarvan de omzet in aanmerking wordt genomen, vermenigvuldigd met vier.
  • De referentiemaand van de loonsom wijzigt van januari naar maart 2020 (peildatum 15 mei);
  • Indien de werkgever in de periode tussen 1 juni t/m 30 september 2020 een verzoek heeft ingediend bij het UWV voor ontslag vanwege bedrijfseconomische redenen, en dit verzoek niet is ingetrokken (binnen 5 werkdagen), dan zal de subsidie voor 100% (en niet langer voor 150% zoals bij NOW 1) worden gecorrigeerd met de hoogte van de loonsom van de werknemers waarvoor ontslag is aangevraagd. De subsidie (NOW) wordt dus met 100% van de het loon van de ontslagen werknemer verminderd, zodat er naast het terugvorderen van de subsidie geen sprake meer is van een aanvullende boete;
  • De Wet Melding Collectief Ontslag (WMCO) blijft van kracht. Voor ontslagaanvragen voor 20 of meer werknemers in 1 regio, moet melding worden gemaakt aan de vakbonden. Ook zal op het aanvraagformulier moeten worden verklaard dat (i) gedurende een periode van 4 weken overlegd zal worden met de vakbonden ten aanzien van de voorgenomen ontslagen en dat (ii) de aanvraag voor ontslag niet eerder zal worden ingediend dan 4 weken nadat de WMCO-melding aan de vakbeweging is gedaan;
  • Bedrijven die (van 30 mei t/m 30 september 2020) één of meerdere meldingen als bedoeld in de WMCO doen én 20 of meer medewerkers willen ontslaan om bedrijfseconomische redenen, dienen daarnaast een akkoord te hebben met de vakbond of personeelsvertegenwoordiging. Indien partijen er niet uitkomen, moet een aanvraag voor mediation worden gedaan bij de commissie van de Stichting van de Arbeid (nog op te richten). Indien er geen akkoord en/of mediationaanvraag is, volgt een korting/boete van de NOW van 5% van de totale subsidie;
  • Over 2020 mogen geen dividend of bonussen worden uitgekeerd en mogen geen eigen aandelen worden ingekocht. Dit geldt in het jaar 2020 t/m de (aandeelhouders)vergadering waarin de jaarrekening wordt vastgesteld in 2021. T.a.v. de bonussen geldt dit alleen voor bonussen (zowel winstdelingen als andere bonusbetalingen) die worden uitgekeerd aan bestuur en directie. Deze begrippen dienen ruim te worden opgevat (het gaat om bestuursleden/directieleden/managementleden die het beleid bepalen, ook indien dit tijdelijk is). In dat kader mag een rechtspersoon ook geen dividend uitkeren aan aandeelhouders binnen een concern of bonussen uitkeren aan de directie/het management van een concern. Deze verplichting geldt alleen voor bedrijven die een subsidiebedrag ontvangen waarvoor een accountantsverklaring is vereist (zie hierna het kopje “Terugbetaling”);
  • Inspanningsverplichting voor werkgevers om werknemers te stimuleren aan bij- of omscholing te doen. Zo dient de werkgever zijn werknemers te stimuleren een ontwikkeladvies aan te vragen of deel te nemen aan scholing. Ter ondersteuning is er een crisispakket: “NL leert door”. De ondernemingsraad/personeelsvertegenwoordiging of – bij het ontbreken daarvan – de werknemers dienen te worden geïnformeerd over deze verplichting;
  • De ondernemingsraad/personeelsvertegenwoordiging of werknemers dienen geïnformeerd te worden over een verleende subsidie/de subsidieaanvraag;
  • De werkgever is verplicht de loonsom zoveel mogelijk gelijk te houden. Bij een gedaalde loonsom ten opzichte van de referentieperiode krijgt de werkgever voor elke euro minder loonkosten 90 cent minder subsidie;
  • De overheid verhoogt de forfaitaire opslag op de loonsom van 30% naar 40%.

Terugbetaling

  • Vaststelling van de subsidie dient binnen 24 weken na afloop van de periode waarin de omzetdaling heeft plaatsgevonden aangevraagd te worden (38 weken voor aanvragen waarvoor een accountantsverklaring is vereist). Om vaststelling kan worden verzocht vanaf 15 november 2020.
  • Op basis van de definitief aan te leveren gegevens over de omzetdaling, zal de daadwerkelijke omzetdaling vastgesteld worden. Bepaalde ondernemers dienen hierbij een accountantsverklaring te overleggen. Dit betreft ondernemingen die ten minste € 125.000 subsidie ontvangen of een voorschot van € 100.000.
  • Vervolgens wordt binnen 52 weken na ontvangst van de aanvraag (tot vaststelling), de uiteindelijke subsidie vastgesteld. Hierbij kan sprake zijn van terugvordering/nabetaling.

Hoogte

Subsidie

  • De hoogte van de subsidie hangt af van de omzetdaling en bedraagt wederom (maximaal) 90% van de loonsom over de (gekozen) periode van vier maanden, waarbij de hoogte van de loonsom wordt bepaald door en gefixeerd op de loonsom in maart 2020. Hierbij geldt ten aanzien van het loon een bovengrens: als loon wordt maximaal twee keer het per 1 januari 2020 geldende maximumdagloon per maand per individuele werknemer in aanmerking Dit is maximaal € 9.538,- bruto per maand;
  • Het maximumpercentage (90%) wordt alleen uitbetaald bij een omzetdaling van 100% en bij een lagere omzetdaling pro rato, bijvoorbeeld bij een omzetdaling van 50% bedraagt de subsidie 45% van de loonsom (= 50% van 90%) en bij een omzetdaling van 20% bedraagt de subsidie 18% van de loonsom (= 20% van 90%).

Voorschot

  • De loonsom van maart 2020 wordt gebruikt als maatstaaf voor de bevoorschotting. Bij definitieve vaststelling van de subsidie (zoals gebruikt bij de bevoorschotting) vergeleken met de loonsom van de viermaandsperiode waarover subsidie wordt ontvangen;
  • Het UWV kent – net zoals bij NOW 1 – bij de aanvraag van de subsidie, een voorschot toe in twee termijnen tot maximaal 80% van de verwachte subsidie op basis van de geleverde gegevens over de verwachte omzetdaling en loonsom Achteraf wordt vastgesteld wat het daadwerkelijke omzetverlies is geweest in juni t/m augustus 2020.

Aanvraagproces, uitbetaling

Aanvragen

Aanvragen kan per 6 juli tot en met 31 augustus 2020 via www.uwv.nl. Subsidieaanvragen staan zowel open voor werkgevers die reeds een aanvraag in het eerde tijdvak hebben ingediend, als voor werkgevers die voor het eerst een aanvraag indienen.

Uitbetaling

Het UWV streeft ernaar binnen 2-4 weken na de aanvraag het eerste voorschot uit te betalen, maar er geldt een beslistermijn van 13 weken (na ontvangst van de volledige aanvraag).

 

TOGS

Wie

Op basis van de SBI codes die gepubliceerd zijn, een beperkte groep zorgaanbieders:

  • GGZ en verslavingszorg met overnachting;
  • Psychiaters (praktijken) en dagbehandelcentra voor GGZ en verslavingszorg;
  • Tandartsenpraktijk en;
  • Praktijken van tandheelkundig specialisten;
  • Praktijken van verloskundigen;
  • Praktijken van fysiotherapeuten;
  • Praktijken van psychotherapeuten en psychologen;
  • Overige paramedische praktijken en alternatieve genezers;
  • De verwachting is dat de lijst met SBIcodes verder zal worden uitgebreid, met de Sbi-tool kunt u dit nagaan.

Let op: de TOGS kan ook worden aangevraagd door zzp’ers, mits in ieder geval wordt voldaan aan de voorwaarde dat er een fysieke vestiging is of er fysieke productiemiddelen zijn die losstaat/losstaan van het huisadres van de zzp’er.

Voorwaarden

  • De onderneming is opgericht en stond op 15 maart 2020 ingeschreven in het KvK-handelsregister met één van de vereiste SBI-codes als hoofdactiviteit;
  • In de onderneming werken maximaal 250 personen;
  • De onderneming heeft een fysieke vestiging in Nederland, welke is ingeschreven in het KvK register en (i) in beginsel niet gelijk is aan het privéadres van de eigenaar/de eigenaren of (ii) welke fysiek is afgescheiden van de privéwoning (met eigen opgang/toegang). Indien het huisadres gelijk is aan het vestigingsadres is het wel mogelijk om de TOGS aan te vragen, mits vergezeld met een aanvullende verklaring (waaruit blijkt dat de bedrijfsactiviteiten een zekere minimale omvang hebben). Zie ook de Kamerbrief hieromtrent;
  • De bankrekening op naam van de onderneming wordt opgegeven bij de aanvraag;
  • De onderneming is niet failliet;
  • De onderneming heeft geen verzoek tot verlening van surséance van betaling ingediend bij de rechtbank;
  • Van 16 maart 2020 t/m 15 juni 2020 wordt een omzetverlies en worden vaste lasten van tenminste € 4.000, – verwacht, ook na gebruik van andere door de overheid beschikbaar gestelde steunmaatregelen. Dit geldt eveneens na aftrek van de tegemoetkoming van zorginkopers (ZN-steunmaatregelen). U dient een kopie van de stukken uit uw boekhouding van 2020 te kunnen aanleveren, waaruit volgt wat de hoogte is van de tegemoetkomingen die u van zorginkopers heeft ontvangen;
  • De onderneming heeft in het huidige en de afgelopen 2 belastingjaren niet meer dan € 200.000, – overheidssteun ontvangen;
  • De onderneming verklaart geen overheidsbedrijf te zijn.

Terugbetaling

Nee.

Hoogte

Eenmalig € 4.000, – (netto) per onderneming (en niet per vestiging).

Looptijd, aanvraagproces, uitbetaling

Looptijd:
22 april t/m 26 juni 2020

Aanvragen:
mogelijk vanaf 22 april t/m 26 juni 2020 via https://www.rvo.nl/subsidie-en-financieringswijzer/togs.

Uitbetaling:
bij verstrekking juiste gegevens goedkeuring binnen 3 weken, waarna er wordt uitbetaald. RVO probeert dit proces binnen 1 week af te ronden.

 

TOZO 1 (zzp’ers)

Wie

Zelfstandige ondernemers, waaronder zzp’ers.

Voorwaarden

  • Er is sprake van een inkomen onder het sociaal minimum en/of een liquiditeitsprobleem waarvoor een bedrijfskrediet nodig is;
  • Leeftijd van de ondernemer is tussen 18 jaar en de AOW gerechtigde leeftijd;
  • De ondernemer woont in Nederland en heeft de Nederlandse nationaliteit of daarmee gelijk gestelde status. Ondernemers die in Duitsland of België wonen komen dus niet in aanmerking voor de regeling (het kabinet bekijkt of voor deze grensgevallen nog een speciale regeling mogelijk is);
  • De ondernemer voldoet aan alle vereisten voor het ondernemerschap waaronder de inschrijving bij de KvK en het bezit van eventuele noodzakelijke vergunningen;
  • De onderneming is vóór 17 maart 2020 om 18.45 uur gestart en bij de KvK ingeschreven;
  • De ondernemer moet voldoen aan het zogenaamde urencriterium in 2019, dus minimaal 1.225 uur per jaar werkzaam voor het bedrijf;
  • Een DGA (directeur grootaandeelhouder) dient minimaal 50% van de aandelen te bezitten alleen of samen met de andere directeuren in de vennootschap en aan het urencriterium te voldoen;
  • De uitsluitingsronden van art. 13 Participatiewet mogen niet aanwezig zijn;
  • De onderneming is in Nederland gevestigd, dan wel hoofdzakelijk in Nederland actief;
  • Als de ondernemer en diens partner beiden zelfstandige zijn, dan kan slechts degene met het laagste inkomen de aanvraag indienen. Wel dienen beide partners de aanvraag te ondertekenen;
  • Voor de lening via de TOZO gelden dezelfde bovengenoemde voorwaarden. Het bedrijfskapitaal moet noodzakelijk zijn vanwege een liquiditeitsprobleem door de coronacrisis en dit moet aannemelijk worden gemaakt. De gemeente kan eventueel bewijsstukken vragen;
  • De toets op levensvatbaarheid wordt niet toegepast;
  • Er is geen sprake van een vermogens- of partnertoets;
  • Alleen het inkomen dat betrekking heeft op de periode waarover de TOZO wordt aangevraagd wordt in aanmerking genomen bij de berekening van de uitkering. Voor de Kamerbrief klik

Terugbetaling

Onderscheid naar maatregelen:

  • Inkomensondersteuning: niet terugbetalen;
  • Lening bedrijfskapitaal: wel terugbetalen (looptijd van 3 jaar, met rentepercentage van 2%).

Hoogte

De hoogte bestaat uit:

  • Maximaal 3 maanden inkomensondersteuning tot aan het sociaal minimum. De exacte hoogte hangt af van de samenstelling van het huishouden en uw inkomen en is maximaal € 1.500, – netto voor gehuwden en maximaal € 1.050, – netto voor alleenstaanden vanaf 21 jaar. Onder 21 jaar gelden andere normbedragen;
  • Lening voor bedrijfskapitaal: tot een maximum van € 10.157, – tegen 2% rente waarbij de maximale looptijd 3 jaar is en er tot 1 januari 2021 niet hoeft te worden afgelost. De lening van € 10.157,- geldt voor TOZO 1 en 2 gezamenlijk.

Looptijd, aanvraagproces, uitbetaling

Looptijd:
vanaf 1 maart tot 1 juni 2020 en werkt terug tot 1 maart 2020.

Aanvragen:
bij de eigen (woon)gemeente (met terugwerkende kracht tot 1 maart).

Uitbetaling:
de gemeente neemt zo veel mogelijk binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag een besluit (en gaat eventueel over tot uitbetaling).

 

TOZO 2 (zzp’ers)

Wie

Zelfstandige ondernemers, waaronder zzp’ers.

De nadere/gewijzigde voorwaarden (ten opzichte van TOZO 1)

  • Er geldt nu wel een parterinkomenstoets (in tegenstelling tot bij TOZO 1): huishoudens met een inkomen boven het sociaal minimum kunnen onder TOZO 2 geen aanspraak maken op een tegemoetkoming in levensonderhoud. Bij de aanvraag wordt een verklaring gevraagd van de ondernemer en diens partner om aan te tonen dat het huishoudinkomen onder het sociaal minimum ligt;
  • Het blijft mogelijk een lening voor bedrijfskapitaal aan te vragen. Wel moet hierbij worden verklaard dat er bij de onderneming geen sprake is van surséance van betaling of het in staat van faillissement verkeren;
  • Voor de overige voorwaarden leiden wij uit de Kamerbrief af dat aansluiting wordt gezocht bij de voorwaarden van TOZO 1. Voor bepaalde voorwaarden is dit al expliciet bepaald (zoals: er geldt geen vermogenstoets, er wordt niet gekeken naar de levensvatbaarheid van de onderneming, de kostendelersnorm wordt niet toegepast). Het overige is echter momenteel nog niet helemaal uitgekristalliseerd. Zodra de definitieve regeling bekend is, zullen wij deze verwerken op deze pagina.

Terugbetaling

Dit is nog niet bekend voor TOZO 2. Waarschijnlijk komt dit overheen met hetgeen bepaald voor TOZO 1:

  • Inkomensondersteuning: niet terugbetalen;
  • Lening bedrijfskapitaal: wel terugbetalen (looptijd van 3 jaar, met rentepercentage van 2%).

Hoogte

De hoogte bestaat uit:

  • Maximaal 3 maanden inkomensondersteuning tot aan het sociaal minimum. Meer is hierover nog niet bekend, maar de hoogte zal waarschijnlijk aansluiten bij hetgeen bepaald voor TOZO 1.
  • Lening voor bedrijfskapitaal: het blijft – net zoals onder TOZO 1 – mogelijk om tot een maximum van € 10.157,- een lening aan te vragen bij de gemeente. Ondernemers die eerder een lening hebben aangevraagd (onder dit maximum) hebben zodoende de mogelijkheid om een tweede lening af te sluiten tot het maximumbedrag. De lening van € 10.157,- geldt voor TOZO 1 en 2 gezamenlijk.

Looptijd, aanvraagproces, uitbetaling

Looptijd:
Vanaf 1 juni t/m 31 augustus 2020 en werkt terug tot 1 juni 2020. Nieuw is dat de TOZO 2 extra wordt verlengd met één maand, tot 1 oktober 2020.

Aanvragen:
Indien nog geen TOZO 1 is aangevraagd, kan TOZO 2 bij de eigen (woon)gemeente worden aangevraagd (met terugwerkende kracht tot 1 juni). Indien al wel TOZO 1 is aangevraagd, kan voor TOZO 2 een verkorte aanvraag (verlenging) worden ingediend zodra de (woon)gemeente de aanvraagprocedure gereed heeft. TOZO 2 kan alleen worden aangevraagd voor juni, juli en augustus 2020. Indien TOZO 1 is aangevraagd voor april, mei en juni, kan TOZO 2 alleen worden aangevraagd voor juli en augustus. Als TOZO 1 loopt t/m juli, kan TOZO 2 alleen worden aangevraagd voor augustus. Als TOZO 1 is aangevraagd voor juni, juli en augustus, bestaat geen recht meer op TOZO 2.

Uitbetaling:
(Nog) niet bekend, dit komt waarschijnlijk overeen met TOZO 1.

 

ZN: continuïteitsbijdrage (verzekerd deel zorg)

Let op: de regeling geldt niet voor iptiQ (nog niet) en EUcare

Zie voor de uitwerking van de continuïteitsbijdrage de verschillende pagina’s op onze website:

 

ZN: Financiering extra kosten, compensatie omzetderving, op peil houden liquiditeit, versoepeling verantwoording (Wlz)

Zie voor de uitwerking van de Wlz-regeling de pagina op onze website:

  • Meld u nu aan voor onze nieuwsbrief!
    Wilt u op de hoogte worden gehouden van de laatste ontwikkelingen en veranderingen op juridisch gebied? Via onze nieuwsbrief krijgt u automatisch de laatste nieuwtjes via de e-mail toegestuurd.
  • Inschrijven nieuwsbrief